De zonnepanelen worden in rijen achter elkaar gemonteerd met tussen elke rij een afstand van 50 tot 80 cm, zodat er zo min mogelijk schaduwval is op de achterliggende rij zonnepanelen. Je verliest hierdoor weliswaar iets van je dakoppervlak, maar dit zorgt wel dat je per paneel meer energie opwekt.
De hoogte wordt op zijn beurt bepaald door de afmeting van een zonnepaneel, de hellingshoek en of het paneel verticaal of horizontaal geplaatst wordt. Er is dus geen vaste regel voor de afstand die nodig is tussen rijen zonnepanelen op een plat dak. Gemiddeld bedraagt die afstand echter 50 cm a 1,5 meter.
Als algemene richtlijn wordt doorgaans een afstand van 3 tot 5 voet tussen de rails aanbevolen, maar raadpleeg altijd de specificaties van de fabrikant en de lokale bouwvoorschriften voor de precieze vereisten. Voor betrouwbare en flexibele montageoplossingen die optimale railafstand ondersteunen, kunt u terecht bij SIC Solar.
De dakhaken worden op 1/4 H van de paneel-bovenrand en paneel-onderrand bevestigd. Dus een onderlinge afstand 2/4 H, dit is ongeveer 3 dakpannen. (e.a. is afhankelijk van type dakpan) Verdeel de dakhaken evenredig in de lijn waar de montagerails komt. De dakhaken mogen maximaal 30-60 cm uit elkaar geplaatst worden.
U moet steeds een afstand van een 40-tal centimeter van de randen van uw dak bewaren. Voor platte daken geldt dat men een minimale afstand tussen de rijen panelen in acht moet nemen, om te voorkomen dat de ene rij de andere rij beschaduwd.
Afstand dakrand: hou altijd een afstand van circa 20 cm tussen de zonnepanelen en de dakrand, dakgoot en nok. We noemen dit de zogenaamde No-Go-zone. Aan de randen van het dak zijn de windlasten namelijk 3 keer hoger dan elders op het dak. Het is raadzaam om op de randen geen zonnepanelen te plaatsen.
Een legplan is een hulpmiddel bij het aanleggen van je verwarmingssysteem en verwarmingsbuis. Op deze plattegrond is te zien hoe de verwarmingsbuizen aangelegd kunnen worden in een ruimte. Deze tekening kan voor elke plattegrond worden gemaakt.
Wel zo handig. Bij het plaatsen van zonnepanelen op een plat dak is het ook belangrijk om rekening te houden met de afstand tussen de panelen. Bij 10 graden wordt doorgaans een tussenafstand van 50 tot 80 cm aangehouden, dit voorkomt dat de schaduw van de ene rij panelen op de andere rij valt.
Voor vaste-kantelbare zonnepaneelsystemen is de aanbevolen afstand tussen de zonne-PV-beugels doorgaans tussen 4 en 6 voet (1,2 tot 1,8 meter) . Deze afstand biedt voldoende ondersteuning en maakt eenvoudig onderhoud en reiniging van de panelen mogelijk.
Voor de stevigheid van de gemonteerde zonnepanelen mag de afstand tussen de rails waarop de zonnepanelen komen te staan maximaal 120 tot 140 centimeter zijn. Voor dakhaken geldt er ook een maximale afstand van 120 tot 140 centimeter.
De beste ligging voor zonnepanelen is richting het zuiden, met een hoek tussen de 20 en 60 graden ten opzichte van het horizontale vlak. Daarnaast moet er voldoende lichtinval zijn, zonder dat de temperatuur te hoog wordt. Het onderhoud van de zonnepanelen speelt ook een rol in de opbrengst ervan.
In tegenstelling tot middenklemmen worden eindklemmen op de eindzonnepanelen geplaatst. Dit betekent dat u voor elke rij zonnepanelen 4 eindklemmen hebt. 2 eindklemmen aan het linkeruiteinde en de andere 2 eindklemmen aan het rechteruiteinde van elke rij zonnepanelen. Een eindklem vereist 1 bout, 1 t-moer, 1 ring en 1 veerring.
Een zonnepaneel is gemiddeld 1,8m² groot en deze moet minimaal 30cm van de dakrand liggen.
De beste oriëntatie van zonnepanelen is richting het zuiden. Bij deze dakrichting vangen de pv panelen het langste zonlicht op.
Regenwater kan in een hoek van 10 of 13 graden gemakkelijk over de zonnepanelen stromen, waardoor er geen laag met vuil kan ontstaan die de opbrengst van de panelen negatief beïnvloedt. Alle Esdec montagesystemen voor platte daken hebben daarom een hellingshoek van 10 – 13 graden.
De ideale hoek van zonnepanelen waarmee je het hoogste rendement kunt behalen is een hellingshoek tussen de 30 of 40 graden. Het grootste gedeelte van de Nederlandse daken hebben een hellingshoek van 35 graden, ideaal voor zonnepanelen dus.
Ondanks dat platte panelen eenvoudig en kosteneffectief geïnstalleerd kunnen worden, hebben ze een lagere energie-omzetting dan panelen die recht naar boven gericht staan. Dit komt omdat de panelen minder licht opvangen, wat resulteert in lagere prestaties.
Wat doen na plaatsing zonnepanelen
Licht uw distributienetbeheerder in en maak melding / aangifte zodra uw installatie geplaatst is. Ga na voor welke premies of subsidies u in aanmerking komt en vraag ze meteen aan. Controleer of uw brandverzekering moet worden aangepast.
Het type zonnepaneel, de oriëntatie van je dak, het aantal zonnepanelen en de hellingshoek van je dak zijn bepalend voor de opbouw van de rest van het systeem. Meestal wordt er gekozen voor een omvormer die iets minder vermogen (ongeveer 10-20% minder) heeft dan de zonnepanelen die erop aangesloten worden.
Hoewel de efficiëntie van zonnepanelen kan variëren, geldt dat doorgaans niet voor de grootte van zonnepanelen, aangezien de meeste bedrijven een standaard vierkante meter voor zonnepanelen hanteren om de installatie eenvoudiger te maken. De standaardafmetingen van zonnepanelen zijn ongeveer 65 inch bij 39 inch, wat ongeveer 17,5 vierkante voet is.
Horizontale zonnepanelen zijn de standaard
Dat is geen toeval. Horizontaal geplaatste zonnepanelen komen vaak niet alleen beter uit op het dakoppervlak, ze hebben ook nog een aantal praktische voordelen. Zonnepanelen plaatsen in een horizontale opstelling zorgt namelijk voor een gelijkmatigere productie van energie.
Wat is de juiste afstand van de dakrand bij een plat dak voor zonnepanelen? Bij een plat dak dient de afstand van de rand tussen een halve meter tot een meter te zijn. In sommige gevallen stelt de gemeente ook regels op voor de minimale afstand van de dakrand.
Een zonnepanelen legplan is een tekening van uw dak met daarin de zonnepanelen getekend. Uw dak wordt op schaal getekend met alle obstakels, zoals pijpjes, dakramen of dakkapellen, erin.
Vergeet niet het aantal groepen te berekenen!
Bij hoofdverwarming is dat één groep per 10 m2, dus zo'n 100 tot 120 meter buis. Een ruimte van 30 m2 heeft dus minimaal drie groepen nodig. Gaat het om bijverwarming? Dan is één groep per 15 m2 voldoende en kunt u voor dezelfde ruimte vaak met twee groepen toe.
Een zwevende dekvloer of zwevende vloer is een (af)dekvloer die niet rechtstreeks op de ondergrond aangebracht is, maar via een meer of minder veerkrachtige laag of constructie.