Het Bruto-vloeroppervlakte (BVO) is het vloeroppervlak van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een vastgoedobject gemeten (volgens NEN 2580) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.
Het Bruto Vloeroppervlak (BVO) van een gebouw is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenmuren. Bij meerlaagse gebouwen wordt per verdieping gemeten. Bij de bepaling van het Bruto Vloeroppervlak worden vides groter dan 4 m² niet meegerekend.
Het BVO is simpelweg het vloeroppervlak van een ruimte of gebouw, gemeten langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, zoals muren die de desbetreffende ruimte(s) omhullen. Het BVO kan dus gaan om een enkele ruimte, maar ook om het totaal van een gebouw.
Meestal worden appartementen geafficheerd met de "bruto-oppervlaktes, soms met de "netto"-oppervlaktes. Wat is het verschil? Bruto betekent de oppervlakte van de kamers mét de omhullende muren.Netto betekent enkel de oppervlakte van de kamer, zónder de muren.
- niet tot de bvo worden gerekend: wegen en toegangen, tuinen, buitentrappen en roltrappen, onbruikbare zolders, open galerijen, metalen galerijen voor het onderhoud van het gebouw, platte daken, schuine daken.
Een garage, schuur, eventueel dakterras of balkon vallen dan weer niet onder de woonoppervlakte van de woning. Dit staat in de “meetinstructie bepalen gebruiksoppervlakte woningen” die makelaars gebruiken om de totale woonoppervlakte te bepalen.
De bruikbare vloeroppervlakte (ook de bruto-vloeroppervlakte genoemd) is de som van de bruto-vloeroppervlakten van alle vloerniveaus (= vloerverdiepingen) binnen het beschermde volume.
De definitie van gebruiksoppervlakte (GO) volgens NEN 2580 is: de vloeroppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.
Het BVO van een gebouw wordt bepaald door gemeten bruto-vloeroppervlakten van tot het gebouw behorende binnenruimten op alle bouwlagen van een vastgoedobject bij elkaar op te tellen. Ook de oppervlakte van een trapgat, leidingschacht en liftschacht op elk vloerniveau moet tot de BVO van een gebouw gerekend worden.
Wat is de bruto vloeroppervlakte van het bouwwerk in m2 voor uitvoering van de bouwwerkzaamheden? - Voor nieuw te bouwen bouwwerken is de bruto vloeroppervlakte 0 m2 voor uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
De gebruiksoppervlakte van een woning is de oppervlakte binnen de buitenste muren, gemeten op vloerniveau. Een buitenmuur kan ook een scheidingsmuur van een buurpand zijn. Let op: de oppervlakte die een binnenmuur inneemt telt dus mee als gebruiksoppervlakte.
De woonoppervlakte is gelijk aan de som van de netto-vloeroppervlakten van de vertrekken van een woning. Tot de vertrekken behoren huiskamers, eetkamers, slaapkamers, werk-, eet- en woonkeukens en voorts andere binnenruimten, geschikt voor bewoningsdoeleinden, indien ze ten minste 4 m2 groot zijn.
Zo telt bijvoorbeeld een garage, berging of kelder niet mee, vermits je daar veelal niet woont. Een afgewerkte zolder is dan wel inbegrepen in je woonoppervlakte, tenzij er sprake is van een bergzolder, een zolder waar je enkel op kan met een niet-vaste trap en/of een zolder met onvoldoende daglicht.
De gebruiksoppervlakte wordt bepaald volgens NEN 2580. De GO is in feite het totale vloeroppervlak tussen de omsluitende wanden van de gebruiksfunctie minus de vaste obstakels van enige omvang: dragende binnen wanden; schalmgat, vide, liftschacht als oppervlakte > 4 m2.
NEN 2580 is de norm waarin richtlijnen zijn opgesteld voor het opmeten van de inhoud en gebruiksoppervlakte van woningen en gebouwen. Op die manier kan er geen discussie over ontstaan. Door een NEN 2580 meting te laten uitvoeren zorgt u dat de ruimte nauwkeurig wordt opgemeten volgens deze normering.
De perceeloppervlakte is de oppervlakte van de grond(en) waar de woning op staat, ook wel perceel genoemd. Het Kadaster meet en registreert alle percelen in Nederland. De makelaar neemt vervolgens de gegevens over vanuit het Kadaster en plaatst de info op funda.
Wat is het netto vloeroppervlakte (NVO)?
Het netto vloeroppervlakte (NVO) van een ruimte of gebouw is de oppervlakte gemeten op vloerniveau tussen de bouwmuren. Netto betekent dan ook dat onbruikbare delen niet meegerekend worden.
Een ruimte is gebouwgebonden buitenruimte indien deze ruimte niet of slechts gedeeltelijk is omsloten door vaste wanden en daardoor geen vaste buitenomgrenzing heeft. Er is alleen sprake van gebouwgebonden buitenruimte voor zover het gedeelte naast, op, tegen of aan het hoofdgebouw (de woning) is gelegen.
De netto vloeroppervlakte (NVO) van een kantoor bestaat in tegenstelling tot het BVO niet uit liften, trapgaten en schalmgaten groter dan 4 m2 grondoppervlak. Ook de oppervlakte van delen die minder dan 1,5m hoog zijn, worden niet meegerekend in het NVO.
De Gebruiksoppervlakte is de oppervlakte in uw woning (het aantal vierkante meters) dat gebruikt kan worden om te wonen. Hierbij moet de stahoogte minimaal 1,5 meter zijn. Aangebouwde delen die dicht zijn (zoals een garage, berging, erker, aanbouw of dakkapel) horen ook bij de Gebruiksoppervlakte.
De gebruiksoppervlakte wonen (in de volksmond ook wel woonoppervlakte genoemd) stelt de makelaar vast aan de hand van de uniforme meetinstructie. Deze meetinstructie zorgt voor eenduidige vermeldingen van de gebruiksoppervlakte bij de woningen op funda. Hierdoor kan je woningen goed met elkaar vergelijken.
De WOZ-waarde wordt bepaald door een woning te vergelijken met vergelijkbare woningen die rondom de waardepeildatum zijn verkocht. Het verschil in grootte van een woning is bepalend voor de waarde van een woning. Daarom wordt van iedere woning de gebruiksoppervlakte bepaald.
Wanneer u een afweging maakt tussen huur of koop is het goed te weten dat in een huursituatie doorgaans wordt uitgegaan van Verhuurbaar Vloeroppervlak (VVO), terwijl in een situatie van koop of nieuwbouw wordt uitgegaan van Bruto Vloeroppervlak (BVO). Voor de verhouding BVO/VVO kan globaal 1: 0,85. worden gehanteerd.
Als uitgangspunt geldt dat de bewoonbare oppervlakte wordt berekend door de oppervlakte van alle woonvertrekken samen te tellen, gemeten vanaf en tot de binnenkanten van de opgaande muren (dus de binnenmuren zelf niet meerekenen).
Het bebouwingsgebied bestaat uit het achtererfgebied plus de grond onder het hoofdgebouw en toegevoegde aan- en uitbouwen, met aftrek van de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw. De grond die onder later aan het hoofdgebouw toegevoegde aan- en uitbouwen ligt telt dus mee.