Indirecte kosten zijn kosten die niet direct kunnen worden toegerekend aan een product of dienst van een bedrijf op grond van een directe technische of organisatorische verhouding. Voorbeelden van indirecte kosten van een bedrijf zijn: de huur. telefoonkosten.
Indirecte kosten zijn alle kosten die niet onder de directe kosten vallen. Directe kosten zijn kosten die vrij gemakkelijk (direct) zijn toe te wijzen aan een product, dienst of project. Dit zijn kosten voor bijvoorbeeld materiaal, grondstoffen en uren van direct personeel.
Directe kosten: staan direct met uw product in verband, zoals inkoop- of productiekosten. Als u bijvoorbeeld een schoen maakt, dan heeft u kosten voor de lijm, voor leer en voor naaigaren. Indirecte kosten: hebben indirect met het product te maken.
De indirecte kosten worden uitgedrukt in een percentage van het totaal van de variabele kosten (of van één van de variabele kostensoorten, bijvoorbeeld de directe loonkosten). De kosten per product wordt nu berekend door over de variabele kosten een opslagpercentage voor indirecte kosten 'in rekening te brengen'.
De indirecte bouwkosten van een opgeleverd gebouw zijn alle kosten die niet behoren tot de directe kosten, maar toch door de eigenaar of door de aannemer moeten worden gemaakt. De indirecte kosten zijn grotendeels tijdsafhankelijk en bestaan o.a. uit: De bouwsnelheid. De (te late) ingebruikname.
Wat zijn indirecte kosten
Andere voorbeelden van indirecte kosten zijn: telefoonkosten, huurkosten, autokosten, afschrijvingskosten, verwarming, opleidingskosten, reclamekosten enz ...
De bouwkosten worden onderverdeeld in directe en indirecte kosten. De directe kosten zijn kosten die direct en specifiek voor de productie van de in het project onderscheiden objecten gemaakt worden. Ze zijn een optelsom van man- en materieeluren, materiaalkosten, onderaannemingskosten etcetera.
De btw wordt door de verkoper of dienstverlener toegevoegd aan de prijzen van hun goederen of diensten. Bijvoorbeeld wanneer een product of dienst zonder btw 100 EUR kost, dan kost dit 121 EUR na de toeslag (de BTW bedraagt 21 EUR). Het wordt echter meer verwarrend voor een kostprijs van 100 EUR inclusief BTW.
Wat is dan de verkoopprijs inclusief btw? De belasting komt bovenop de verkoopprijs exclusief btw. Als er 21% bij een prijs van € 100 op komt, wordt de prijs inclusief btw: 100 × 1,21= € 121,00. De bruto prijs is hier € 100 en de netto prijs € 121.
Dan kan je de overhead kosten percentage berekenen. De berekening ziet er als volgt uit: indirecte kosten / directe kosten * 100%
Een directe oorzaak is aanwijsbaar. Je kunt echt zeggen: DAARDOOR kwam het. Een indirecte oorzaak is niet echt aanwijsbaar. Iets is gebeurd als gevolg van deze oorzaak.
Overheadkosten zijn bijvoorbeeld kosten van leidinggeven, van administratie, ICT, marketing/ verkoop, P&O, facilitaire zaken, kosten voor de accountant en fiscalist, de advocaat, leasekosten, energie- en communicatiekosten, vergunningen, verzekeringen, maar ook vermogenskosten (rente), etc.
Er is dan géén sprake van vaste kosten, aangezien alleen salariskosten voor vast personeel vallen onder de noemer (vaste) kosten'.
Informatie » Boekhouden » Wat is het verschil tussen directe en indirecte kosten? Kosten kunnen een direct of een indirect karakter hebben. Directe kosten kunnen eenvoudig aan bepaalde goederen of diensten worden toegewezen en bij indirecte kosten moet je dan weer een verdeelsleutel en journaalposten gebruiken.
Als er 2 gebeurtenissen zijn die meteen achter elkaar komen is dat een directe gebeurtenis. Als er nog een stap tussen zit is het een indirect gevolg.
Als de inkoopprijs € 100 bedraagt en je hanteert een winstmarge van 30% van de verkoopprijs, moet de verkoopprijs € 142,90 zijn. (100 x 10/7). Als je nu 30% korting geeft, speel je quitte. Dit rekent niet alleen makkelijker, maar jouw marge is ook groter en leidt tot een hogere omzet.
De verkoopprijs van uw goederen is dan € 100 + 21% btw = € 121. U vermenigvuldigt de verkoopprijs (inclusief btw) met 21/121 of 9/109. Op die manier berekent u het btw-bedrag in de verkoopprijs.
Kostprijs = De kostprijs van een product geeft de inkoopprijs plus de vaste en variabele kosten weer.
Op laptops en andere elektronica zit het hoog btw-tarief van 21%.
Winstmarge in de verkoopprijs berekenen: Winstmarge in de verkoopprijs = (verkoopprijs – inkoopprijs) / verkoopprijs.
Algemene kosten omvatten alle indirecte kosten die op grond van het ontbreken van een (direct of indirect) verband met het bouwwerk, dan wel uit overwegingen van praktische doelmatigheid, niet aan bouwwerken kunnen worden doorberekend.
Materiaalkosten zijn kosten die rechtstreeks verband houden met de te verwerken materialen in een project. De materialen worden uitgetrokken per soort en vermenigvuldigd met de prijs per eenheid. De vraag welk materiaal moet worden aangeschaft, kan meestal niet door de ondernemer worden bepaald.
Onder de Algemene Kosten (AK) worden de eigen apparaatskosten van de aannemer of de ontwikkelaar verstaan. De Algemene Kosten zijn ter dekking van het eigen apparaat en worden zowel door de aannemer als de projectontwikkelaar gehanteerd.