Wat moet u doen? Met voeding kunt u een hyper niet verhelpen. Bij een hyper is het nodig om extra insuline te spuiten. Uw arts of verpleegkundige kan u adviezen geven wanneer en hoeveel u moet bijspuiten.
Met een hypo is er te weinig suiker in het bloed, met een hyper te veel. In beide gevallen voelt de zorgvrager zich niet fijn. Bij een hypo kan iemand last hebben van onder andere zweten, beven, bleekheid en/of duizeligheid.Bij een hyper kan iemand veel plassen, dorst en een droge tong hebben.
U heeft een hyper als uw bloedsuiker hoger is dan 10mmol/l. U kunt dan last krijgen van klachten zoals: veel plassen en dorst.zich vermoeid en zwak voelen.
Ga bewegen! Hierdoor daalt de glucose in je bloed. Ga niet bewegen als je bloedglucosewaarde boven 15 mmol/l zit, dan is er kans dat je bloedglucosewaarde stijgt. Water drinken voorkomt mogelijke uitdroging bij een hyper.
Diabetische neuropathie tast de zenuwen aan; vaak onmerkbaar, maar ook met tintelingen, pijn of juist gevoelloosheid aan de voeten als voornaamste klachten. Voetzweren zijn een gevolg van vaat- en/of zenuwschade; deze wonden kunnen gemakkelijk ontsteken.
Na een hypo heeft je lichaam tijd nodig om te herstellen. Dit kan wel 24 uur duren.
Als je bloedsuikerspiegel vaak te laag is (hypo's) kan dat schade aan je zenuwstelsel opleveren. Daardoor heb je bijvoorbeeld vaker last van hoofdpijn, duizeligheid of bewustzijnsverlies. Een langdurig teveel aan glucose in je bloed (hypers) kan je bloedvaten beschadigen.
Bij een suikerdip ervaar je weinig energie en een drang naar voedsel met (veel) suiker. De verleiding om naar iets zoets te grijpen is groot. Als je hieraan toegeeft, ervaar je een snelle, maar korte energie boost. Ook wel de suikerpiek genoemd.
Is je glucose voor het slapen lager dan 4 mmol, neem dan je voorgeschreven dextro's in volgens het hypo-advies en neem 15 gram koolhydraten. Bij lichamelijke activiteiten in de avond zoals sport, wandelen kan het zijn dat je je langwerkende insuline aan moet passen en/of dat je glucose boven de 8 mmol is.
Bijspuiten met snelwerkend insuline (deze kan door de arts achtergelaten worden bij patiënt voor vervolgbehandeling. Bijspuiten volgens 2-4-6-regel: - 2: Bloedglucode om de 2 uur controleren (en eventueel bijregelen tot waarde < 15 mmol/l bereikt is. - 4: > 15 mmol/l: 4IE bijspuiten. - 6: > 20 mmol/l: 6IE bijspuiten.
Hoe te handelen? Bij een hypo is het belangrijk dat de bloedsuikerspiegel weer stijgt. Laat het slachtoffer dus rustig zitten en geef iets zoets zoals druivensuiker, koek, of een glas zoete limonade. Bij een hyper kan het gebeuren dat het slachtoffer niet meer normaal ademhaalt.
Bij bloedsuikerglucose tussen 15 en 20 mmol en geen bijspuitschema; veel water later drinken en bloedsuikercontrole na 1 uur. Indien dan nog >20 mmol overleg met arts.
Patiënten zonder diabetes mellitus die tijdens ziekenhuisopname hyperglykemie hebben, hebben een grotere kans om in het ziekenhuis te overlijden.
Al vrij snel na het eten van een maaltijd met koolhydraten begint het bloedglucosegehalte te stijgen. Bij gezonde personen wordt een piek in bloedglucosegehalte bereikt na circa 30 tot 60 minuten. Daarna daalt het weer geleidelijk tot het niveau van voor de maaltijd. Dit niveau is na 90 tot 180 minuten bereikt.
Wolbrink: 'Mensen vinden het vaak raar dat hun bloedsuiker 's nachts stijgt. Ze gaan naar bed met een waarde van 8 en worden wakker met een waarde van 10. Dat kan komen doordat je lichaam 's nachts ongevoelig kan zijn voor insuline. Hierdoor lopen de glucosewaarden op, ook al eet je niets.
Bij een te hoge bloedsuikerwaarde (10 mmol/l of hoger) zit er te veel glucose (suiker) in je bloed.Daardoor kun je een hyper krijgen, en dat is niet goed voor je gezondheid. Dit voorkom je door handmatig of met een pompje insuline toe te dienen.
Eet voldoende vezelrijke producten. Na een maaltijd kan de bloedglucose snel of langzaam stijgen. Het eten van veel vezels (bijvoorbeeld uit volkorenproducten, groente en fruit) zorgt ervoor dat het bloedglucosegehalte niet te snel stijgt na de maaltijd. Wees zuinig met toegevoegde suikers.
Een hyper geeft aan dat je te weinig of geen insuline in je lichaam hebt zitten. Oorzaken kunnen zijn te weinig insuline je lijf inbrengen ten opzichte van het aantal koolhydraten dat je hebt gegeten, stress of ziekte.
Neem 1 dextro van 3 gram per 10 kg lichaamsgewicht. Bijvoorbeeld: als je 50 kg weegt, neem je 5 dextro-tabletten. Ook kun je wat suikerhoudende limonadesiroop drinken (dus geen light-drank).
Uw bloedsuikerwaarden zijn te hoog (een hyper) of te laag (een hypo). U voelt zich niet lekker en kunt allerlei klachten hebben. Af en toe te hoge of te lage bloedsuiker is niet erg.