De letters B en L verwijzen naar het sportief niveau (dressuur of jumping) van de combinatie ruiter-paard. B staat voor Beginneling, L staat voor Licht, M voor Midden en Z voor Zwaar.
Voor reining zijn er de niveaus novice, beginner, medium, advanced, high and top level.
INTERMEDIAIR: Een ruiter die zelfverzekerd en in controle is in alle gangen (inclusief lichtdraven, tweepuntsgalop en galop), maar niet regelmatig rijdt . STERKE INTERMEDIAIR: Een intermediaire ruiter die momenteel regelmatig rijdt en zich comfortabel voelt in het zadel gedurende ten minste 6 uur per dag.
Het B-brevet dressuur, nodig voor de dressuurlicentie, bestaat enkel uit de praktijk dressuur en de theorie van het B-brevet (zonder de praktijk springen dus). Dit dient de ruiter ook duidelijk te melden bij de inschrijving voor een brevetexamen.
Bij paarden
Er bestaan verschillende klassen. Deze zijn als volgt: B: De B staat voor beginners, de hindernissen zijn hier 1,00m hoog. L: De L staat voor licht, hier zijn de hindernissen 1,10m hoog.
B = De B staat voor 'beginners', hierbij wordt gesprongen over hindernissen van max.1,00 meter. L = De L staat voor 'licht', hindernissen van 1,10 meter. M = De M staat voor 'middelzwaar', hindernissen van 1,20 meter.
categorie B: pony's met een stokmaat van 1,17 m en minder dan 1,27 m. categorie C: pony's met een stokmaat van 1,27 m en minder dan 1,37 m. categorie D pony's met een stokmaat van 1,37 m tot en met 1,48 m.
De proeven van de basissport dressuur worden ingedeeld naar moeilijkheidsgraad. Je begint bij de klasse B (beginners), via de L1 en L2 (licht) naar de M1 en M2 (middel) tot de klasse Z1, Z2 en ZZL (zwaar). Hierna volgt de subtop. In elke klasse moet je minimaal 60% van de punten behalen om een winstpunt te behalen.
- Je haalt zelfstandig een paard, bindt het vast en poetst het. · 3 sprongen over 2 hindernissen (rechte en oxer): in draf een rechte en 2 sprongen in galop (rechte en oxer). De hoogte van de sprongen zijn voor een paard minimum 60 cm en maximum 70 cm, voor een pony worden de hoogtes aangepast naargelang de stokmaat.
De regel voor wat een paard aankan
Een paard kan doorgaans zo'n 15 tot 20 procent van zijn eigen gewicht dragen. Een groot paard weegt gemiddeld 600 kilo, dus dat betekent dat hij 105 kilo kan hebben. Een zadel is zo'n 10 kilo, waardoor de ruiter 95 kilo mag zijn.
RIJVAARDIGHEID - NIVEAU 4
De gevorderde ruiter rijdt regelmatig, heeft een goede fysieke conditie, heeft zachte handen en kan lange afstanden galopperen zonder moe te worden .
“Als je gedurende drie kwartier in stap, draf en galop rijdt, verbrand je al zo'n 200 calorieën. Als je iets doet wat meer inspanning vraagt, zoals reining of cutting, dan kun je zelfs zeven calorieën verbranden per minuut, gedurende de tijd dat je rijdt.”
Rider 7 Overzicht
Ruiters op niveau 7 moeten rijden op consistent contact ondersteund door het been dat ritme, soepel contact en rechtlijnigheid handhaaft . Ruiters zijn zich nu bewust van laterale en longitudinale soepelheid en geschikte soepele oefeningen. Ze zullen eenvoudige laterale bewegingen uitvoeren in stap.
Op de Iberian Masters in Parijs, de Europese Kampioenschappen voor Iberisch gefokte paarden, heeft Britt Dekker goud gewonnen. Met George zette ze in level 3 (Z2-niveau) de hoogste score neer. Bij de vier- tot en met zesjarige paarden was er goud voor Denise Zeinstra en Redactor II.
COMPLETE BEGINNER : Geen ervaring tot een ruiter die leert hoe hij lichtrijdend kan draven. BEGINNER: Een ruiter die zelfstandig begint te stappen en draven en in staat is om lichtrijdend te draven. BEGINNER: Een ruiter die zelfstandig kan stappen en draven met beperkte ervaring of die balans/controle ontwikkelt met korte galop.
De klassen In de dressuursport zijn verschillende klassen. Hier staat de B voor Beginners, de L voor Licht, de M voor Midden en de Z voor Zwaar: B, L1, L2, M1, M2, Z1, Z2, ZZ-licht, ZZ-zwaar, Lichte Tour, Midden Tour en Zware Tour.
Vooral de B-brevetten zijn erg nuttig aangezien je er één nodig hebt om: Aan wedstrijden van een hoger niveau deel te nemen. Een door de Vlaamse Trainersschool (VTS – Bloso) erkende trainerscursus te volgen. Een kaderbrevet – Begeleider, Gids, Meester-Trekruiter – binnen het recreatief paardrijden (VVR-LRV) te behalen.
Het A-brevet is vereist om officiële wedstrijden te rijden vanaf 11 jaar. Je moet in het bezit zijn van het A-brevet om je B-brevet te mogen afleggen.
Veel moderne inductiekookplaten en sommige elektrische kookplaten vereisen een 2-fase aansluiting met een speciaal perilex stopcontact en een perilex stekker. Dit type stekker en stopcontact zorgt voor een veilige aansluiting op de juiste groepen in je meterkast, zodat je de apparaten zonder problemen kunt gebruiken.
De letters B en L verwijzen naar het sportief niveau (dressuur of jumping) van de combinatie ruiter-paard. B staat voor Beginneling, L staat voor Licht, M voor Midden en Z voor Zwaar.
Een dier heeft geen enkele intrinsieke motivatie om een spring- of dressuurwedstrijd te winnen. Een paard wordt door de mens onderdrukt en met pijnlijke dwangmiddelen gedwongen tot extreme prestaties. Weigeren wordt bestraft; stress en pijnsignalen van het dier worden genegeerd of niet eens herkend.
In de KNHS instructeursopleiding wordt een leidraad van 17 procent gehanteerd, want het gewicht van het zadel komt hier nog bovenop. Een paard van 600 kilogram mag dus een ruiter dragen die 102 kilogram weegt. Maar dat is niet meer dan een leidraad, want er spelen meer factoren mee.