Bij een hypo moet u voedsel kiezen waarbij de suikers snel beschikbaar zijn, zoals Dextro (druivensuiker) of suikerhoudende limonade. Als u dit niet bij de hand heeft kunt u ook kiezen voor koekjes, boterham met beleg, een banaan of vruchtensap. Deze producten hebben een minder snelle werking.
Bij een hyper wil je lichaam zelf het teveel aan suiker in het bloed kwijtraken met als gevolg: veel plassen. Bij een hoge bloedsuiker is het belangrijk om veel dranken zonder suiker te drinken, het liefst water of thee. Drink geen zoete dranken en alcohol. Ook bewegen is goed, zoals wandelen of fietsen.
Neem 1 dextro van 3 gram per 10 kg lichaamsgewicht. Bijvoorbeeld: als je 50 kg weegt, neem je 5 dextro-tabletten. Ook kun je wat suikerhoudende limonadesiroop drinken (dus geen light-drank). Stap 3: Meet na 15 minuten weer je bloedglucose.
2 staat voor: elke 2 uur uw glucose meten en zo nodig bijspuiten met kortwerkende insuline. 4 staat voor: bij glucosewaarden tussen 15 – 20: 4 eh snelwerkende insuline bijspuiten. 6 staat voor: bij glucosewaarden boven 20: 6 eh snelwerkende insuline bijspuiten.
Glucose, ook wel druivensuiker of dextrose genoemd, werkt het snelst om de bloedglucose te verhogen. Glucose is te koop in de vorm van tabletten en gel. Wij adviseren u om 15-20 gram glucose of snel opneembare koolhydraten (kh) te gebruiken bij een hypo. 20 gram glucose kan de bloedglucosewaarde met ca.
Vermijd suikers, ook suikers in frisdranken en in vruchtensappen. Eet voldoende vezels. Drink liever geen koffie met cafeïne of sterke thee. Kies eerder voor cafeïnevrije koffie en slappe thee.
Mix 1 tablet met 500ml water. En klaar is je laag calorische sportdrank. Drink gemiddeld 1 bidon per uur.
Wat is eigenlijk gevaarlijker: een hypo of een hyper? Op de korte termijn zijn ze allebei gevaarlijk en kunnen levensbedreigend zijn. Uit lange termijn onderzoek is inmiddels duidelijk dat een chronisch hoge bloedsuiker tot meer schade leidt.
Ook tijdens je slaap kun je een hypo krijgen. Op het moment dat dat gebeurt, hoef je het niet door te hebben. Maar 's morgens kun je het merken aan hoofdpijn, een lamlendig gevoel of een hoge bloedglucosewaarde.
Eet voldoende eiwitten en koolhydraten en neem eventueel een gezond tussendoortje om je energie op peil te houden. Dit zorgt er voor dat je langer een verzadigd gevoel en meer energie hebt. Groenten, fruit of een handje ongezouten noten is altijd goed als gezond tussendoortje.
Wat moet u doen? Met voeding kunt u een hyper niet verhelpen. Bij een hyper is het nodig om extra insuline te spuiten. Uw arts of verpleegkundige kan u adviezen geven wanneer en hoeveel u moet bijspuiten.
De klachten waaraan u een hypo kunt herkennen zijn: zweten, trillen, gapen, bleek zien, wazig zicht, hoofdpijn, duizeligheid, hongergevoel, gevoel van kou, hartkloppingen, vermoeidheid en stemmingswisselingen. Het is belangrijk dat u weet hoe u reageert op een lage bloedglucose.
Als u duizelig wordt, span dan uw buik- en beenspieren aan en knijp in uw vuisten. Dit verhoogt uw bloeddruk, wat uw hersenen meer bloed en zuurstof geeft en uw klachten verminderen. Als u toch het gevoel krijgt dat u moet flauwvallen, probeert u te zitten en uw hoofd tussen uw knieën te leggen.
4 ounces (½ kopje) sap of gewone (geen light) frisdrank.1 eetlepel suiker, honing of siroop.Harde snoepjes, jellybeans of gumdrops (zie het etiket voor de hoeveelheid die u mag eten). 3-4 glucosetabletten (volg de instructies).
Wat doet u bij een hypoglykemie: • gebruik 15 tot 20 gram koolhydraten, bij voorkeur in vloeibare vorm of in de vorm van glucose/dextrose tabletten (voor voorbeelden zie achterkant) • wacht 15 tot 20 minuten • controleer opnieuw de bloedglucosewaarde • indien deze nog steeds lager dan 4 mmol/l. is neemt u opnieuw 15 ...
Middellangwerkende insuline gebruikt u over het algemeen 's avonds op een vast tijdstip, met een marge van een half uur eerder of later. U spuit bij voorkeur in uw bovenbeen. Ongeveer 1 á 2 uur na het inspuiten begint de insuline te werken. Het maximale effect wordt 4 á 12 uur na het inspuiten bereikt.
Om een te hoge bloedglucosewaarde te behandelen, kunt u een standaard aanpassingsschema van insuline (bijspuitschema) gebruiken. Dit schema wordt ook wel de 2-4-6 regel genoemd.