De behandeling begint er meestal mee dat iemand geen verslavende middelen meer mag gebruiken, zodat de verslavende stof uit het lichaam verdwijnt. Dat noemen we 'detoxificatie' of 'ontgifting'. Iemand kan thuis proberen te stoppen. Als het daar niet lukt, kan iemand kort worden opgenomen in een ontwenningskliniek.
U gebruikt voortdurend, zelfs wanneer u daardoor in gevaar komt. U gebruikt voortdurend, ondanks het besef dat dit gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt. U heeft continu grotere hoeveelheden nodig om dit effect nog te kunnen voelen.
Je raakt niet zomaar verslaafd. Het is een proces dat soms jarenlang duurt. Er is niet 1 middel of spel dat bij eenmalig gebruik gelijk tot verslaving leidt. Iemand met opzet verslaafd maken, door bijvoorbeeld 'iets' in zijn of haar drankje te doen, bestaat niet.
Iemand met een verslaving kan liegen, manipulatief zijn en in het algemeen ontkennen dat ze een probleem hebben. Dit is typisch gedrag voor iemand die worstelt met een verslaving. Het betekent niet dat uw partner of naaste immoreel of een slecht persoon is, zelfs als ze in problemen komen hierdoor.
Meestal ontstaat een verslaving doordat iemand een middel of een bezigheid al heel prettig vindt. Wanneer iemand verslaafd raakt gebeuren er meerdere dingen tegelijk; het kan zijn dat de omstandigheden van deze persoon zo zijn veranderd dat hij/zij meer behoefte krijgt aan het middel en meer gaat gebruiken.
Voorbeelden van neurotransmitters zijn serotonine, dopamine en noradrenaline. Wanneer je te weinig van deze neurotransmitters over hebt, heeft je lichaam even tijd nodig om ze weer aan te maken. Tot die tijd kun je last krijgen van de naweeën van de drugs.
Het systeem werkt snel, op basis van indrukken, ingevingen en gevoelens. Je moet er niet bewust bij nadenken, het kost dus weinig moeite. Maar het systeem is daardoor soms moeilijk onder controle houden. Het bewuste systeem zet gedrag in gang na een beslissing.
Verslaving aan middelen behoort met een prevalentie van 1 op de 20 tot een van de meest voorkomende psychiatrische stoornissen. Voor mildere vormen van problematisch middelengebruik ligt de prevalentie nog hoger.
Gedragsverslaving. Mensen kunnen niet alleen verslaafd raken aan middelen, maar kunnen ook verslaafd raken aan bijvoorbeeld gokken en gamen, of zelfs aan eten of seks. Deze verslavingen worden gedragsverslavingen genoemd. Bij een gedragsverslaving worden er geen drugs ingenomen.
Wat is junkiegedrag? Typische kenmerken van junkiegedrag zijn: manipuleren, liegen en bedriegen, sociale contacten verwaarlozen en weinig oog hebben voor de eigen gezondheid. Ook het ontkennen van de verslaving komt vaak voor. Je kunt dit gedrag ook in een breder verband plaatsen.
De afbraak
Dat gebeurt via ingewikkelde stofwisselingsprocessen. De lever speelt hierbij de belangrijkste rol. Maar ook bloed en lymfevocht kunnen een rol spelen bij de afbraak. De lever breekt met behulp van allerlei enzymen de drugs af in allerlei afbraakproducten.
Bij veel mensen zorgen drugs voor huiduitslag, zoals felrode vlekken. Ook huidaandoeningen als rosacea, pigmentvlekken en eczeem worden vaak erger door het gebruik van opwekkende middelen. Huiduitslag en speed is ook een bekende combinatie. Denk daarbij aan puistjes.
Coke doet het volgende met je gezicht: het zorgt voor verwijde pupillen en je krijgt een 'strak' gezicht. Omdat cocaïne de bloedsomloop stimuleert, zullen de ogen er bovendien rood en waterig uit komen te zien. Verder zal de persoon vaak de neus ophalen en een slecht gebit en kleine puistjes laten zien.
Psychische factoren
Psychische problemen maken iemand kwetsbaarder voor een verslaving. Zo kunnen mensen die last hebben van angsten of een depressie, zich net even lekkerder voelen als ze een glas alcohol drinken of wat drugs gebruiken.
Een verslaafde ouder maakt je kwetsbaarder
Het kan duiden op een genetische aanleg, het leert je als het ware dat verslavend gedrag “normaal” is en het kan psychische problemen veroorzaken. Daarnaast zijn drugs of alcohol makkelijker beschikbaar, waardoor dit waarschijnlijk zal lijden tot gebruik op jonge leeftijd.
Een tandarts kan een drugsgebruiker soms snel identificeren. Bijvoorbeeld als een patiënt methamfetamine gebruikt, kan er sprake zijn van tandbederf en tandvleesontsteking. Deze patiënten komen dan ook vaak naar de tandarts voor een cosmetische behandeling.
cocaïne (coke): Cocaïne is een stimulerend middel en geeft je een opgewekt en vrolijk gevoel. Coke wordt meestal gesnoven, maar kan ook geinjecteerd en gerookt worden.
Dosering. Een 'recreatieve' dosis ligt tussen de 1 en 1,5 mg MDMA per kilo lichaamsgewicht per gebruiksmoment. Dit betekent dat als je 60 kilo weegt, een recreatieve dosis tussen de 60 en 90 mg MDMA voor de hele avond zal liggen.
Ben je verslaafd geraakt aan harddrugs als cocaïne, heroïne of GHB? Ook dan kun je thuis afkicken. Soms is een korte opname in een kliniek nodig, bijvoorbeeld voor een detoxbehandeling om lichamelijk van het verslavende middel af te komen.
Duidelijk is dat alcohol, tabak, heroïne en crack hoog scoren. Paddo's, LSD en khat scoren relatief laag. In Engeland is een dergelijke rangschikking ook gedaan (Nutt et al., Lancet 2007).
Veel tijd, geld en energie steken in het verslavende middel of de verslavende activiteit. Manipuleren (zelf en omgeving) om te kunnen blijven gebruiken. Liegen over het gebruik. Heftig of boos reageren wanneer aangesproken op gebruik.