Peuter van 2 jaarRond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'. Dit kan betekenen dat jij aan het eten bent, maar ook dat je kindje eten wil. Hij kan daarnaast zinnetjes met drie woorden al goed begrijpen.
Een tweejarig kind zegt minimaal vijf tot tien woordjes. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen). Bijvoorbeeld: een kind zegt ete.
Vanaf 2 jaar leert je kind in korte tijd veel beter praten en de taal begrijpen. Om andere mensen te kunnen begrijpen is het belangrijk dat je kind veel woorden leert en ook zelf dingen kan zeggen. Daarbij kun je je kind op allerlei manieren helpen.
Als jouw kind van 2 of 3 jaar nog niet praat, dan kun je jouw zorgen uitspreken op het consultatiebureau. Zij kunnen het dan samen met jou in de gaten houden. Bij elke afspraak zal aan je gevraagd worden welke woordjes je kind zegt en wat je kind al begrijpt.
Je kind gaat gesprekken nadoen door klanken na te zeggen. Dit zijn vaak nog geen bestaande woorden, maar stukjes ervan, of iets wat erop lijkt. Je kind gaat steeds meer echte woorden gebruiken, tussen zijn gebrabbel door. De meeste kinderen zeggen hun eerste woorden wanneer zij één tot anderhalf jaar oud zijn.
Ergens tussen de 18 en 24 maanden zal ze haar eigen naam leren zeggen – voornaamwoorden volgen later pas. Hier kun je meer lezen over voornaamwoorden gebruiken.
Op verschillende manieren: vertellen, voorlezen, zingen,... Je kan de taalontwikkeling van je kind op verschillende manieren stimuleren. Een liedje zingen voor je kind, gezellig een boek lezen, een verhaal vertellen of samen spelen zijn allemaal leuke manieren om samen met je kind bezig te zijn met taal!
Je peuter leert vooral taal door na te doen wat hij hoort en veel te oefenen. Voer dus zoveel mogelijk gesprekjes met hem, en geef hem ook de ruimte om te reageren. Soms gaat dit wat langzaam, maar als je geduld hebt, kom je tot de leukste gesprekken. Probeer regelmatig voor te lezen.
Niet of nauwelijks spreken
Elk kind ontwikkelt zich in z'n eigen tempo. Het kan echter zijn dat er een oorzaak is waarom het leren spreken moeizaam gaat. Mogelijke redenen kunnen zijn: een gehoorprobleem, een oorontsteking, een ontwikkelingsstoornis (bijvoorbeeld autisme) of een te klein aanbod van taal.
Het is heel belangrijk dat je je kind aankijkt als hij of zij tegen je praat. Maak oogcontact en luister goed naar wat je kind zegt. Hierdoor laat je je kind zien dat je zijn of haar verhaal belangrijk vindt. Het kan helpen om op ooghoogte te gaan zitten.
Je kind leert steeds meer bij. Natuurlijk heeft ieder kind zijn eigen tempo. Maar de meeste peuters van tweeënhalf jaar gaan zinnen van drie woorden begrijpen en maken zelf woordcombinaties, zoals: 'Kijk, poes! ' Als je kind drie jaar is, dan gebruikt het 'drie- tot vier-woord-zinnen'.
Een taalachterstand kan ontstaan als een kind de moedertaal weinig hoort of spreekt of middenoorproblemen heeft. Door meer taal aan te bieden, haalt het kind de achterstand vaak weer in. Bij TOS is er meer aan de hand; er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren.
Kinderen met autisme hebben problemen met het communiceren met andere mensen. Sommige kinderen praten helemaal niet.Andere kinderen gaan wel praten, maar doen dit pas op een latere leeftijd dan gebruikelijk.
Praat veel tegen je baby
Als je veel met je kind praat, leert het je steeds beter te begrijpen en leert het uiteindelijk ook zelf te praten. Het is belangrijk om rustig, lief en vooral veel tegen je baby te praten. Bijvoorbeeld: Benoem de personen en de dingen in de omgeving: 'Daar is (papa) mama!'
Je kind kan zich steeds beter bewegen. Ook fijne bewegingen lukken steeds beter, zoals het vasthouden van een potlood of krijtje of het bladeren in een boek. Je kind leert de eigenschappen van voorwerpen: of iets hard is, zacht, glad, zwaar of licht.
De ontwikkeling verloopt in sprongen, en gaat niet op alle gebieden tegelijk even snel vooruit. Loopt een kind ver voor op leeftijdsgenootjes kun je spreken van een ontwikkelingsvoorsprong. Een kind kan voorlopen op het gebied van taal maar achterlopen op motorisch gebied.
Als je kind niet praat in bepaalde situaties
Als dit langer dan een maand duurt, is het een angststoornis. Die heet selectief mutisme. Dit begint bij de meeste kinderen voordat ze 5 jaar zijn.
Kinderen met selectief mutisme krijgen vaak therapie op school, de situatie waarin veel kinderen het moeilijk vinden om te praten. Met behulp van kleine opdrachten wordt het kind geleerd om op school wel te gaan praten.
Als je bepaalde dingen niet goed begrijpt of niet goed duidelijk kunt maken, kan dat leiden tot misverstanden in de communicatie.Die frustraties worden soms vertaald in agressief of juist teruggetrokken gedrag. Een stoornis in de mondelinge taal kan ook negatieve gevolgen hebben voor het lezen en schrijven.
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de hersenen taal minder goed verwerken. Een kind met TOS heeft daardoor bijvoorbeeld veel moeite met praten of het begrijpen van taal. De gevolgen van een taalontwikkelingsstoornis zijn voor ieder kind anders.
De meeste kinderen gaan tussen de 1 en 1,5 jaar 'papa' en 'mama' zeggen. Als dit niet het geval is, kan het zijn dat een kind een taalontwikkelingsstoornis heeft. "Het is dan belangrijk om aan de bel te trekken bij een consultatiebureau of een logopedist", aldus Amber Bech, logopedist bij Auris in Goes.
De meeste baby's gebruiken 'mama' of 'dada' als naam voor hun ouder rond de leeftijd van 7 tot 12 maanden. De eerste woordjes (anders dan 'mama' of 'dada') zeggen veel baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kind 2 jaar is, zegt hij zinnen van 2 tot 4 woorden.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.