Voordat u gaat blussen, moet u weten wat er brandt zodat u het juiste blusmiddel kunt kiezen. Niet alle branden kunnen met dezelfde blusstof worden uitgemaakt. Bovendien kan gebruik van het verkeerde blusmiddel leiden tot gevaarlijke situaties.
Voor je een brand kunt proberen te blussen, moet je eerst vaststellen om welke brandklasse het gaat. Zodat je het juiste blusmiddel kunt gebruiken. Als je het juiste blusmiddel hebt kun je beginnen met het blussen van de brand. Het is namelijk niet mogelijk om met elke blusser alle soorten branden te blussen.
Ook al is het nog zo'n klein brandje, u moet altijd eerst alarm slaan, zodat alle aanwezigen in het pand veilig naar buiten kunnen komen. Nadat alle aanwezigen zijn gealarmeerd, schat u de situatie in en checkt u of u toegang heeft tot de juiste blusmiddelen om het brandje te blussen.
De eerste stap bij brand is altijd jezelf in veiligheid brengen. Laat vallen waar je mee bezig bent en alarmeer iedereen in je huis. Ga absoluut niet in de rook staan, want deze is giftig. Hiernaast is het de noodzaak dat je de situatie beoordeeld.
Sla de blusdeken om het slachtoffer heen waarbij u van boven naar beneden werkt. Zo kan het vuur het gezicht niet bereiken. Met een draagbare brandblusser kunt u open vuur snel en doeltreffend blussen. Blijf echter niet blussen wanneer u daardoor zelf gevaar loopt.
Zonder zuurstof geen vuur. Door de pan af te dekken, verbruikt het vuur de zuurstof die zich nog in de pan bevindt en zal dan doven. Je kunt de pan afdekken met een deksel, een bakplaat of stevig dienblad.
Een beginnende brand is een brand die zich nog bevindt op de plek waar hij ontstaan is. De brand is dus nog niet overgeslagen naar gordijnen, papieren, een kapstok of het plafond om maar wat te noemen.
Voor het werk van de brandweer is de samenwerking met BHV'ers heel belangrijk. Een BHV'er vangt de brandweer op en geeft informatie over wat er precies aan de hand is. Op deze manier heeft de brandweer informatie om goed, snel en veilig te kunnen werken. Bedrijfshulpverleners moeten zich regelmatig bijscholen.
eigen veiligheid eerst! Voor een BHV'er geldt één gouden regel: eigen veiligheid eerst! Als er brand wordt ontdekt in het bedrijf kan de eerste reactie zijn erop af en blussen; zeker als collega's in gevaar lijken.
De 5 fasen van BHV zijn: Alarmeren, Verkennen, Inzet, Nabespreken en Nazorg.
EHBO is natuurlijk één van de belangrijkste taken van een BHV'er. In de meeste gevallen ook de taak die het vaakst wordt uitgevoerd. Een BHV'er is een getrainde EHBO'er. BHV'ers kunnen helpen bij ongevallen, klein en groot, maar hebben ook geleerd om te reanimeren (traditioneel en met behulp van een AED).
Het verschil tussen EHBO en BHV
Een BHV'er kan wel EHBO verlenen, maar alleen levensreddende eerste hulp. Een BHV'er is dus minder goed opgeleid in EHBO, want bij een EHBO-cursus leert u naast levensreddende eerste hulp, ook aanvullende eerste hulp en hoe u een AED moet bedienen.
Als de BHV wordt gealarmeerd om te gaan ontruimen handelt hij volgens de inzetprocedure voor een ontruiming. De BHV'er handelt eerst als werknemer: hij stelt zijn eigen werkplek veilig. De wijze waarop de BHV'er start met ontruimen, verschilt per bedrijf en de gemaakte afspraken.
Als je bemerkt dat de deur/klink warm is, ga je eerst alarmeren en hulp halen. Laat de deur dicht, waarschuw de omgeving, alarmeer meldkamer of hoofd BHV en pak een blustoestel. Ga terug naar de deur met een collega en ga verder met de deurprocedure en wees bedacht op steekvlammen (flashover).
Voor vuur heb je drie dingen nodig: zuurstof, brandstof en warmte. Als je één van die drie dingen weghaalt, dan dooft je vlam. Met het ijsklontje haal je de warmte weg.
Houd het slachtoffer warm met een deken. Waarschuw een dokter bij blaren, een open wond en bij elektrisch/chemisch letsel. Vervoer het slachtoffer, indien mogelijk, zittend. Om zwellingen in de keel te voorkomen moet het hoofd altijd hoger zijn dan de rest van het lichaam.