Ga NIET tussen de schouders slaan als de cliënt zich verslikt in drinken. Het slaan onderbreekt het hoestritme en dat is niet goed. Geef geen slokje water na het verslikken: dit maakt het alleen maar erger. De hoestprikkel kan dan weer uitgelokt worden.
Dat doen we als volgt: laat het slachtoffer lichtjes naar voor buigen. Met de niet-dominante hand ondersteun je de borstkas, met de andere hand dien je korte krachtige slagen toe, tussen de schouderbladen. Na elke slag controleer je of het voorwerp is losgekomen.
Aspiratie. Wanneer voeding of speeksel in de longen komt en u onvoldoende kracht heeft om het voedsel uit de longen te hoesten, is er sprake van aspiratie. Dat kan gevaarlijk zijn. Wanneer er voeding of speeksel in de longen komt heeft u namelijk een grotere kans op het ontwikkelen van een longontsteking.
Dat wat in de luchtpijp is gekomen, wordt door het hoesten daar als het ware weer 'uitgeblazen'. Als u moeite heeft met hoesten of het niet meer kunt, is het mogelijk dat er voedsel in de longen terecht komt en zo een longontsteking veroorzaakt. Dat kan soms levensbedreigend zijn. Ook is er kans op verstikking.
Zuurstoftekort in het bloed leidt na enkele minuten tot verlies van het bewustzijn en zeer snel tot het uitvallen van vitale organen, met name de hersenen.
Slaapgerelateerde ademdisfuncties zijn korte episodes van geheel of gedeeltelijke obstructie van de luchtwegen tijdens de slaap. De belangrijkste symptomen zijn snurken, benauwdheid, gevoel van stikken, en naar lucht happen.
Oorzaken van vocht in de longen
Bij hartfalen pompt je hart te weinig bloed rond. Hierdoor kan het bloed zich in de longslagaders ophopen. De ophoping zorgt voor druk in de bloedvaten van je longen, waardoor vocht van het bloed uit de kleine bloedvaten wordt geperst. Dit vocht komt daarna in het longweefsel terecht.
Volgens het AMC komt er bij verslikking vloeistof of voedsel in de luchtpijp terecht in plaats van in de slokdarm. Als dit voedsel of de vloeistof in de luchtpijp blijft, kan er een infectie ontstaan.
Maar als je je verslikt, sluit het strottenklepje de luchtpijp niet goed af en kan een deel van het voedsel in je luchtpijp en longen komen. Vorig jaar meldden tussen de 700 tot 1.800 mensen zich op de Spoedeisende Hulp vanwege ernstige verslikkingen en verstikkingen door voedsel en drank.
Het voedsel komt dan in de luchtpijp terecht en in de meeste gevallen leidt dit tot een hoestbui, door het hoesten schiet het stukje voedsel los. Iedereen maakt dit wel eens mee. In enkele gevallen gaat het niet goed, men krijgt het benauwd, kan niet meer praten of hoesten en kan geen lucht meer krijgen.
In het kort
U verslikt zich vaak of het eten blijft 'hangen' in uw mond, keel en/of slokdarm. Slikproblemen komen vooral voor bij spierziekten, na een beroerte, bij de ziekte van Parkinson, bij afwijkingen van de slokdarm en na behandeling van kanker in de mond of keel. Slikproblemen kunnen vanzelf weer over gaan.
Misschien kan er dan ook iets aan gedaan worden. Het is goed om naar de huisarts te gaan als één (of meer) van de volgende beweringen voor jou geldt: Je hoest (opeens) veel en vaak, en voelt je benauwd. Je hoest veel of vaak, en dit duurt langer dan 3 weken.
Doordat de hoestkracht vaak ook minder is, lukt het niet het slijm goed op te hoesten en weg te slikken. Stikken als gevolg van slijm gebeurt echter heel zelden.
Waarom zeggen we dat, wanneer je aan het eten bent, iets in je verkeerde keelgat schiet, terwijl we maar 1 keelgat hebben? Want we hebben namelijk 1 keelholte (keelgat) en 1 luchtpijp.
Bij een verslikking blijft het kind volledig bij bewustzijn, het praat of huilt en hoest flink. Bij een verstikking vermindert het bewustzijn, kan het kind niet praten of goed hoesten en ziet deze steeds blauwer.
U kunt zich verslikken in uw eigen speeksel. Het is dan ook erg belangrijk dat uw mond zo schoon mogelijk is en blijft. Volgt u bij het tandenpoetsen de adviezen van de verpleegkundige goed op. U kunt zich bijvoorbeeld ook verslikken in tandpasta.
stille aspiratie: als de hoestreflex uitblijft of niet krachtig genoeg is, komt voedsel of drank terecht in de luchtweg. Keelschrapen, kuchjes, ademnood en borrelende stem na het slikken kunnen signalen zijn van stille aspiratie.
De pleuraholte is de ruimte tussen het longvlies en borstvlies. Bij een pleuradrainage brengt de longarts een dun slangetje (pleurakatheter) in uw long in de pleuraholte. Met dit slangetje neemt de longarts een teveel aan lucht en/of vocht weg uit de pleuraholte.
Vocht achter de longen verwijderen
Het vocht zit tussen de vliezen van de long en de borstwand. Met een slangetje (drain) kan dit vocht weggehaald worden. Dit heet thoraxdrainage. Hier leest u meer over deze kortdurende behandeling en hoe u zich kunt voorbereiden.
Dit vallende gevoel wordt een hypnagoge schok of slaapstuip genoemd. Het is de fase tussen het wakker zijn en het slapen en kan zich ook uiten in de vorm van een schok die door uw armen of benen gaat. Het is (nog) niet precies duidelijk waardoor een hypnagoge schok wordt veroorzaakt, maar er zijn wel enkele theorieën.
Drink een glas water. Zet een glas water naast je bed en drink deze op zodra de wekker gaat. Hydratatie geeft energie en maakt je productief. Dus als je moeite met wakker worden hebt, en een lusteloos gevoel of weinig energie hebt kan dat komen doordat je gedehydrateerd bent en te weinig water hebt gedronken.
Wanneer mensen aan het sterven zijn is een stokkende ademhaling een teken dat de dood dichterbij komt. De ademhaling kan stil vallen en daarna weer met een diepe zucht op gang komen. De tijd tussen de ademteugen wordt langer en langer, dit kan soms oplopen tot wel 30 seconden.