Een inhoudsopgave geeft in een logische volgorde weer hoe uw boek is opgedeeld aan de hand van hoofdstukken en de bijbehorende paginanummers in cijfers. Vaak worden de paragrafen en sub paragrafen van een hoofdstuk ook meegenomen in de inhoudsopgave, met de daarbij horende paginanummers in cijfers.
De inhoudsopgave maken
Ga naar verwijzingen > inhoudsopgave. en kies een automatische stijl. Als u wijzigingen in uw document aanbrengt die de inhoudsopgave beïnvloeden, werkt u de inhoudsopgave bij door met de rechtermuisknop op de inhoudsopgave te klikken en Veld bijwerken te kiezen.
De inhoudsopgave mag maximaal 2 pagina's lang zijn. Als je je tekst volgens de APA-stijl schrijft, zijn er specifieke richtlijnen voor de APA-inhoudsopgave.
Als de eerste pagina van uw document een voorblad is, de tweede pagina een inhoudsopgave is en u 'Pagina 1' wilt weergeven op de derde pagina, gaat u naar Paginanummering laten beginnen op pagina 3 - dubbelzijdig afdrukken.
Schakel het vak Inclusief paginatelling net boven de galerie in.Klik op de gewenste optie voor de indeling van paginanummers. Word voor het web voegt het totaal aantal pagina's toe aan elke pagina van uw document op een pagina X van Y-indeling, zoals pagina 3 van 10.
Plek in je scriptie
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Een inhoudsopgave is een overzicht van alle hoofdstukken en paragrafen van een papieren boek, tijdschrift of document of van een niet-papieren document, waarbij de bladzijdenummers vermeld zijn.
Op de eerste pagina van de bijlagen in een scriptie geef je alle bijlagen weer in een inhoudsopgave. De bijlagen krijgen een eigen (volg)nummer en titel. Doorgaans wordt voor de nummering van de bijlagen romeinse cijfers gebruikt, maar conventionele cijfers of letters zijn tegenwoordig ook toegestaan.
Inhoudsopgave is standaardtaal in het hele taalgebied. Beide betekenen 'overzicht van de inhoud van een boek of tijdschrift, met daarin de titels van de hoofdstukken of artikelen en het paginanummer'.
Voor de nummering bestaan er twee basissystemen: 1. De hoofdstukken krijgen de cijfers 1 tot en met n; de paragrafen en eventuele subparagrafen krijgen diezelfde cijfers, gevolgd door een punt en een tweede of (bij een subparagraaf) derde cijfer enzovoort.
In een scriptie of proefschrift wordt de inhoudsopgave na de samenvatting en het voorwoord geplaatst. Een eventuele figuren- en tabellenlijst wordt meestal na de inhoudsopgave geplaatst.
Je plaatst de inleiding direct na de inhoudsopgave. De inleiding is bedoeld om de interesse van de lezer te wekken, en de focus, het doel, de relevantie en de richting van je scriptie te bepalen. Een goede inleiding bestaat meestal uit de volgende onderdelen: Aanleiding.
Ga naar Verwijzingen >Tabel bijwerken. Selecteer een van de volgende opties: Alleen paginanummers bijwerken Hiermee worden alleen de pagina's bijgewerkt waar de koppen op staan en worden wijzigingen in de koptekst genegeerd.
Ga naar Verwijzingen > Inhoudsopgave > Aangepaste inhoudsopgave. Selecteer wijzigen. Als Wijzigen grijs wordt weergegeven, wijzigt u Opmaak in Van sjabloon. Klik in de lijst Stijlen op het niveau dat u wilt wijzigen en klik op Wijzigen.
De inhoudsopgave speelt een belangrijke rol bij de opbouw van je verslag. Het geeft immers de structuur van je verslag weer. De hoofdstukken moeten genummerd zijn.
Na het voorwoord komt de inhoudsopgave en daarna de inleiding. Het doel van een inleiding is, zoals de naam al zegt, om de lezer in te leiden in het onderwerp.
register (zn) : bladwijzer, blafferd, index, inhoudsopgave, kohier, lijst, rol, tabel, tableau. inhoud (zn) : inhoudsopgave, inhoudstafel.
Een inleiding of intro geeft weer waar de inhoud over gaat, terwijl het voorwoord iets vertelt over hoe u het schrijven heeft ervaren. Tijdens het lezen van de inleiding, maakt de lezer kennis met de inhoud van het boek of het verslag. Tijdens het lezen van het voorwoord maakt de lezer kennis met de schrijver.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
De paginanummering start meestal na het voorblad. Als je gebruikmaakt van een informatiepagina start de paginanummering vaak na de informatiepagina.
Ga naar Koptekst en voettekst > Paginanummer > Opmaak paginanummers om de opmaak te kiezen of om het beginnummer te wijzigen.
Klik op Verwijzingen > Inhoudsopgave > Aangepaste inhoudsopgave. Klik in het dialoogvenster Inhoudsopgave in de lijst Niveaus weergeven op het aantal niveaus dat u wilt weergeven en klik op OK. Wanneer u bijvoorbeeld op 2 klikt, wordt alle tekst met de stijl Kop 1 of de stijl Kop 2 toegepast op de inhoudsopgave.