Een aardlekschakelaar meet de stroom die een installatie via de fase (de zogenaamde "hete" ofwel de spanningvoerende draad) opneemt, en de hoeveelheid stroom die via de nul (ook wel de "koude" of spanningsloze draad) terug komt.
Een aardlekschakelaar is een schakelaar die automatisch in werking treedt wanneer hij lekstroom meet.De schakelaar springt om en schakelt de gehele groepenkast uit. Dit wordt ook wel het spanningsloos maken van het systeem genoemd. In een elektrische installatie is er meestal sprake van een stroomkring.
Voor woningen geldt tegenwoordig de regel dat 30mA lekstroom de elektrische installatie achter de aardlekschakelaar moet uitschakelen. U heeft bij een woning dus een component met 30mA lekstroom nodig. De 300mA aardlekschakelaar is verplicht bij: Tijdelijke installaties in fabrieken.
De maximale stroom die mag lekken is 30 mA, dwz. als er meer dan 30 mA lekt, wordt de stroom uitgeschakeld van de groepen die op de aardlekschakelaar staan aangesloten.
In de meeste woningen en bedrijfspanden is een aardlekschakelaar aanwezig. Zodra er een lekstroom ontstaat dat boven de 30 milli-Ampère (mA) uit komt voor een aantal milliseconden zal de aardlekschakelaar zich uitschakelen.
De aardlekautomaat schakelt zichzelf automatisch uit, wanneer je het apparaat/het lichtpunt dat kortsluiting heeft veroorzaakt weer inschakelt. Verwijder dit defecte apparaat of laat het lichtpunt repareren en schakel de aardlekautomaat weer in. De stroomstoring zou nu verhopen moeten zijn.
De aardlekschakelaar kan eruit klappen door een storing.Dit kan veroorzaakt worden omdat de aarde op de aarding van het electriciteitsnet is aangesloten. Als dit niet het geval is, dan is hoogstwaarschijnlijk de trafo in uw schrikdraadapparaat kapot.
Slechte aardingssystemen: Als de aardverbinding niet van voldoende kwaliteit of weerstand is, kan er stroom naar aarde vloeien. Gebruik van defecte apparatuur: Defecte elektrische apparatuur, zoals een beschadigd apparaat, kan aardlek veroorzaken. Menselijke fout: Onjuiste installatie kan aardlek veroorzaken.
Het belangrijkste voordeel van een aardlekautomaat is dat deze bij een te hoge lekstroom alleen de groep uitschakelt waar de storing zich bevindt. De overige groepen worden niet uitgeschakeld. Een aardlekschakelaar schakelt bij een storing alle groepen uit waarop de aardlekschakelaar is aangesloten.
Wanneer je 5 of meer eindgroepen hebt is de som van de maximale acceptabele lekstroom zo hoog, dat deze waarde de schakelaar kan doen afslaan. Dit is de reden dat uit veiligheid en betrouwbaarheid er maximaal 4 groepen achter een aardlekschakelaar mogen.
De meest voorkomende oorzaak van lekstroom is een fysiek lek van de fase of de nul naar aarde door vocht of een slechte isolatie, maar kan ook veroorzaakt worden door harmonischen. Met lekstroomtangen kunt u door de fase en nul tegelijkertijd te meten of alleen de aarddraad te meten, de lekstroom opsporen.
Op de aardlekschakelaar hoort een testknop te zitten, vaak aangegeven met de letter “T” of “ TEST” . Deze knop moet worden ingedrukt om te testen. Als het goed is wordt de achterliggende installatie uitgeschakeld. Na het testen moet de aardlekschakelaar weer normaal kunnen worden ingeschakeld.
Om de lekstroom te meten kan je een ampere meter (multimeter) tussen je aarde draad plaatsen. Je meet dan de stroom die dus via je je apparaten lekt naar de aarde. Je kan heel makkelijk meten welke apparaten er lekken door ze in of uit te schakelen.
Bij een lekstroom is de hoeveelheid stroom die de elektrische installatie in gaat groter dan de stroom die er weer uitgaat. Lekstroom wordt meestal veroorzaakt door kapotte isolatie of slecht geaarde apparatuur. Als de lekstroom groot genoeg is, kan het elektrische schokken of zelfs brand veroorzaken.
Tegenwoordig moeten alle stopcontacten verplicht worden beveiligd met een aardlekschakelaar. Het is niet verstandig om alle groepen achter één aardlekschakelaar te plaatsen. Dit, omdat dan de gehele installatie spanningloos raakt bij een aardlek. Het beste is dan ook om minimaal twee aardlekschakelaars toe te passen.
Als hoofdschakelaar werd vaak een of meer aardlekschakelaars gebruikt. Sinds 2005 mag dit dus niet meer en moet je altijd een hoofdschakelaar in je groepenkast plaatsen.
Een goed functionerende polige aardlekschakelaar is essentieel voor uw veiligheid. Als u een gevoelige aardlekschakelaar heeft, zal deze snel afslaan wanneer u verschillende zware elektrische apparaten tegelijk gebruikt.
Voor woningen geldt tegenwoordig de regel dat de maximale stroom die mag lekken 30 mA is. Dat wil zeggen dat als er meer dan 30 mA lekt, de stroom wordt uitgeschakeld van de groepen die op de aardlekschakelaar staan aangesloten. Kort gezegd heeft een aardlekschakelaar in een woning dus 30mA nodig.
Wat is het verschil tussen een B16 en een C16 installatieautomaat? Een B16 automaat schakelt direct uit indien er een kortsluitstroom van 80A wordt gemeten (5*In).Een C16 schakelt uit bij 160A kortsluitstroom (10*In). Een C16 wordt vaak toegepast bij machines met een hoge aanloopstroom.
De meeste lekstromen vinden plaats in batterijen, oplaadbare batterijen, condensators, loodaccu's, transofrmators, isolators, halfgeleiders kabels, etc.
Schade door onweer
De stroom van uw huis wordt dan vervolgens uitgeschakeld waardoor de rest van uw apparaten niet worden beschadigd. Probeert u vervolgens de aardlekschakelaar weer aan te zetten dan zal deze uit zichzelf weer uit gaan. Het is mogelijk dat er andere apparaten kapot gaan door het onweer.
Mocht je twijfelen over welke groep je precies uit moet schakelen, dan kun je ook gewoon de aardlekschakelaar uitschakelen. Zo is in de hele woning de stroom van het net. Dit is ook de meest praktische oplossing wanneer je in verschillende ruimten aan de slag gaat.
Als er een zekeringsschakelaar uitgevallen is, hebben we 2 mogelijkheden: Er is een kortsluiting. Je verbruikt te veel.
Hoe lang gaat een aardlekschakelaar mee? Een model kan ongeveer tien jaar meegaan. Wanneer je deze aan het einde van zijn levensduur is, is het belangrijk om deze te vervangen.
U bent zelf verantwoordelijk voor: De meterkast (volg de eisen en richtlijnen waaraan de meterkast moet voldoen) De aardlekschakelaar. De hoofdschakelaar.