U mag na een klaplong 6 weken niet tillen en geen zwaar werk doen.
Zorg ervoor dat je de eerste 24-48 uur na de behandeling niet alleen bent. Bedrust is niet nodig. Het kan zelfs misschien je herstel vertragen. Als je geen klachten meer hebt, mag je je gewoon weer inspannen en weer aan het werk gaan.
Is je long niet ver ingeklapt, dan is rust meestal voldoende om je klaplong te genezen. Je lichaam zorgt zelf dat de klaplong goed geneest. Heb je pijn? Vraag je arts dan gerust om pijnstillers.
Heb je een benauwd gevoel, koorts en spierpijn?Hoest je en ben je vermoeid? Dat zijn vervelende symptomen die horen bij longontsteking. Gelukkig is een longontsteking vaak goed te behandelen.
Er zijn verschillende manieren om een longabces te behandelen: Antibiotica: De meeste mensen krijgen antibiotica via een ader toegediend gedurende 3-8 weken . Daarna kunt u overstappen op orale antibiotica. U neemt ze totdat een röntgenfoto van de borstkas laat zien dat het abces verdwenen is.
Spontane genezing: Een kleine klaplong hoeft niet te worden behandeld en herstelt spontaan. De klachten zijn vaak ook minimaal. Na 24 tot 48 uur wordt beoordeeld of verdere behandeling nog nodig is. Thoraxdrain: Bij een grotere klaplong moet er wel behandeld worden.
De drain wordt aangesloten op een zuigsysteem met een waterslot zodat de lucht wél naar buiten maar niet meer het lichaam ín kan. Hierdoor bent u aan uw bed en/of stoel gekluisterd. Gemiddeld duurt een opname voor een klaplong één week, maar dit verschilt sterk per patiënt.
Spontane genezing: Een kleine klaplong hoeft niet te worden behandeld en herstelt spontaan door rust te nemen. Meestal zijn er weinig klachten. Na 24 tot 48 uur wordt beoordeeld of verdere behandeling nog nodig is. Thoraxdrain: Bij een grotere klaplong moet er wel behandeld worden.
Het verschilt per persoon hoelang het duurt voor een klaplong genezen is. U moet de eerste maanden rust houden: De eerste drie maanden niet vliegen. De eerste zes weken geen zwaar huishoudelijk werk zoals ramen zemen of stofzuigen en niks zwaars tillen.
Veelvoorkomende oorzaken zijn spier- en gewrichtsproblemen, zoals spierspanning in de borstkas of ontsteking van het kraakbeen dat de ribben met het borstbeen verbindt (costochondritis). Longaandoeningen zoals pleuritis (ontsteking van de longvliezen) kunnen ook pijn veroorzaken bij het ademhalen.
Als u een geperforeerde long heeft, kunt u pijn op de borst voelen . Meestal treedt de collaps maar aan één kant op, en daar zou de pijn optreden. U zou ook moeite hebben met ademhalen.
Een klaplong kan een of meer van de volgende klachten geven: Een korte, scherpe pijn die verergert bij het ademhalen.Pijn bovenin uw rug of schouderbladen waardoor u het gevoel heeft niet goed te kunnen zuchten.Benauwdheid (afhankelijk van hoe ver de long is ingeklapt; dit wordt vaak vanzelf minder).
U kunt met uw longarts overleggen of uw aandoening of behandeling consequenties heeft voor het uitoefenen van uw beroep. Roken Als u rookt en een klaplong heeft gehad, krijgt u het dringende advies om niet meer te roken.
Maar de kans op een volgende klaplong is vrij hoog: zo'n 40%. “Vaak gebeurt dat dan binnen een jaar, maar het kan ook jaren later nog plaatsvinden”, vertelt Van Steenwijk.
Als een groter gebied van uw long is ingeklapt, is het waarschijnlijk dat een naald of thoraxdrain wordt gebruikt om de overtollige lucht te verwijderen . Naaldaspiratie. Een holle naald met een kleine flexibele buis (katheter) wordt tussen de ribben ingebracht in de met lucht gevulde ruimte die op de ingeklapte long drukt.
Als de long niet ver is ingeklapt, is rust meestal voldoende. Uw lichaam zorgt zelf dat de klaplong goed geneest. De lucht die tussen de 2 vliezen zit, wordt door het lichaam opgenomen en afgevoerd. De arts bepaalt of u dit thuis kunt afwachten of opgenomen moet worden.
Zo krijgt de long weer ruimte om mee te doen met de ademhaling. Deze drain blijft meestal drie tot vijf dagen zitten.
Er is een piek in het voorkomen in de leeftijd tussen 16 en 25 jaar. Lange, dunne mensen hebben een verhoogd risico op een klaplong, net zoals rokers. Een klaplong kan ook ontstaan door een verwonding van buitenaf, door bijvoorbeeld een ongeluk, een messteek of een operatie.
Leven met één long
Ook als een long deels of geheel is verwijderd, kan je kind normaal opgroeien en meedoen aan alle activiteiten. De overgebleven long neemt voldoende zuurstof op om alle weefsels van zuurstof te voorzien. Alleen bij grote lichamelijke inspanning zal je kind sneller kortademig zijn.
Longkneuzing: bij een longkneuzing ('longcontusie') functioneert de long minder goed door zwelling en vochtophoping in de longblaasjes. Hier kan echter met een operatie niet veel aan worden gedaan. Wel krijgt de patiënt pijnstilling en ademhalingsoefeningen van de fysiotherapeut.
Nee, kapotte longblaasjes in de longen kunnen niet meer verbeteren. Als een longblaasje eenmaal kapot is, blijft het kapot. Maar de longblaasjes die niet kapot zijn, gaan weer beter werken als iemand stopt met roken. En er gaan geen extra longblaasjes meer kapot door het roken en hoesten.
Een zorgverlener zal pus verwijderen via thoracentese in de vroege stadia van empyeem. Ze zullen een dunne naald gebruiken om een plaatselijke verdoving in uw huid en dieper weefsel te injecteren. Ze zullen dan een grotere naald/katheter bevestigen om de pus en drainageslangen te verwijderen zodat de pus uit uw lichaam kan stromen.
Neem voldoende tijd voor het uitblazen. Diep in- en uitademen: Luchtstroming in de longen brengt het slijm in beweging. Breng slijm dat vastzit in beweging door diep in- en uit te ademen. De lucht moet vooral langs de plaats stromen waar het slijm vastzit.