Als peuter maakt je kindje ontzettend veel ontwikkelingen door: hij leert steeds beter praten, kan soepeler bewegen, wordt socialer, ontwikkelt een persoonlijkheid en vergroot zijn wereld. Dit gaat met vallen en opstaan.
Hij kan ronddraaien, een bal naar voren schoppen en hij kan plotseling stilstaan. Hij kan een voorwerp in een bepaalde richting gooien en hij kan nu zelf eten met een vork (of een lepel). Alle bewegingen van een 2-jarige worden steeds vloeiender en minder houterig. De fijne motoriek ontwikkelt zich natuurlijk ook.
kunnen lopen, springen, hinkelen, klimmen, glijden en rollen (grove motorische vaardigheden) kunnen tekenen, kleuren, knippen, prikken en kralen rijgen (fijne motorische vaardigheden)
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Een taalachterstand kan ontstaan als een kind zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod, haalt het kind de achterstand vaak weer in. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er meer aan de hand. Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren.
Tweejarigen zijn nog vooral gericht op wat er 'hier en nu' is, dus op wat ze daadwerkelijk zien en meemaken. Ze hebben nog weinig beelden in hun hoofd, nog weinig informatie in het geheugen. Ze kunnen zich ook nog niet inleven in wat andere mensen weten, denken en voelen.
SchrijvenKinderen leren dat geschreven taal een dagelijks communicatie- en expressiemiddel is. Kleuters 'schrijven' in groep 1 en 2 vooral via tekenen, krabbelen, letterachtige vormen, letter-tekenreeksen en spontane spelling. Maar ze stempelen en schrijven ook woorden en teksten na en oefenen met typen op de computer.
Je peuter probeert de wereld om zich heen te begrijpen, maar realiteit en werkelijkheid lopen nog door elkaar heen. Datgene wat hij niet begrijpt, vult hij aan met zijn fantasie. Die fantasie brengt op deze leeftijd ook een nieuwe dimensie in het spel van je kleine. Bij het spelen wordt je kindje steeds socialer.
Uw peuter leert de eigen gevoelens en die van een ander herkennen en begrijpen. Ook leert hij of zij hoe u met bepaalde gevoelens en situaties om kan gaan. Wanneer uw kind tussen de twee en drie jaar is maakt hij of zij grote sprongen op sociaal-emotioneel gebied.
Een peuter leert stap voor stap luisteren. Dat leert hij vooral door regels te overtreden. Peuters verzetten zich daarom vaak tegen regels. Door zich te verzetten, oefent je kind zelfstandigheid en leert het wat wel en niet mag.
Denken tussen 2 en 3 jaar
Op deze leeftijd gaan kinderen steeds duidelijker beseffen dat ze zelf dingen kunnen veroorzaken. Ze onthouden ervaringen beter en gebruiken die informatie dan in andere situaties. Als je kind bijvoorbeeld weet waar de afstandsbediening voor is, weet het dit niet alleen thuis maar ook bij oma.
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op. groepjes herkennen van 2 en 3 zonder te tellen.
Peuterpuberteit: symptomen
Niet luisteren naar wat je vraagt of zegt. Wegrennen. Zeuren en jammeren om de eigen zin door te drijven. Agressie (slaan, schoppen, duwen, trekken, met dingen gooien) in reactie op frustraties en grenzen.
* In Een goede leesstart van Lidy Ahlers 'moeten kinderen ongeveer tien letters kennen voordat zij naar groep 1 gaan' (p. 16).
Aanvankelijk lezen
In groep 2 maken kleuters al een beginnetje met lezen. Hoewel dit volgens het SLO niet tot de leerstof van groep 2 behoort, leren ze in groep 2 vaak de letters kennen en de klanken die erbij horen. Letters spreken de kinderen uit zoals ze klinken. De E is 'eh', en de R is een 'rrrrr'.
Hun kindje lacht zelden, vermijdt oogcontact, zoekt geen troost, vertoont weinig sociale interactie, heeft weinig variatie in zijn gezichtsuitdrukkingen of is overgevoelig voor geluid. Hoe sneller autisme wordt herkend, hoe beter dit uiteindelijk is voor het kind.
Een kind van 2, 3 of 4 jaar laat vaak agressief gedrag zien, zoals slaan, duwen, bijten of schoppen. Bijna alle kinderen zijn wel eens opstandig of agressief. Je kunt ervan schrikken en het is niet leuk. Toch is het bij jonge kinderen normaal en hoort het bij de ontwikkeling.
Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Kenmerken TOS
Het kind heeft moeite om op een woord te komen. Het kind is niet goed te verstaan. Het kind wordt boos als hij of zij niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt. Het kind maakt korte zinnen of veel fouten bij het maken van zinnen.
Kinderen met een TOS laten bijvoorbeeld nooit repeterend of compulsief gedrag zien, terwijl dit kenmerkend is voor ASS. In haar lezing onderscheidt Ingrid Feiter sociale communicatieve taalvaardigheden van pragmatische taalvaardigheden.
Het thoracic outlet syndroom (TOS), ook wel het schoudergordelsyndroom genoemd, is een verzamelnaam voor aandoeningen die veroorzaakt worden door beknelling van de vaatzenuwbundel in het schoudergebied.