Voorbeelden van maatregelen die bijdragen aan verantwoorde stikstofbalans zijn minder eiwitrijke voeding, veel weidegang, en herstel van het bodemleven zodat er minder kunstmest nodig is. Nu tijd maken voor lange termijn oplossingen zal uiteindelijk effectiever en goedkoper zijn.
Door te veel stikstof wordt de grond zuurder.
Als er meer stikstof in de grond komt wordt de bodem zuurder. De structuur van de bodem verandert en er komen bijvoorbeeld giftige metalen los. Door regen komen deze giftige stoffen in de sloten terecht. De planten en dieren die in deze sloten leven gaan dan dood.
De vermenging van mest en urine in de stallen en het gebruik van kunstmest zijn de belangrijkste oorzaken van het ontstaan van ammoniak. Stikstofoxide en ammoniak verspreiden zich in de lucht en komen -vaak vele kilometers verderop- weer op de grond terecht.
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem.
Boeren gebruiken mest van dieren en kunstmest om hun land te bemesten. Een deel van die mest verdampt als ammoniak en komt zo in de lucht. Om de zogenaamde 'stikstofproblematiek' goed te begrijpen, zijn drie termen belangrijk: Concentratie (hoeveel zit er in de lucht)
Alleen Malta kent per vierkante kilometer hogere emissies van stikstofoxide en ammoniak door de landbouwsector: 8,6 ton zwavel-equivalent tegenover 6,4 ton. Malta is ook het enige land in de EU dat dichter bevolkt is dan Nederland. In het dunbevolkte Finland en Zweden stoot de landbouw relatief het minst uit.
Dat zit zo: Duitsland mag net als Nederland niet te veel stikstof uitstoten rondom 'Natura 2000'-gebieden.Dat zijn natuurgebieden die door de Europese Unie beschermd worden. Een bedrijf mocht in Nederland niet zorgen voor meer dan 14 gram (per hectare per jaar) extra stikstofuitstoot rond een Natura 2000-gebied.
Teveel stikstof is slecht voor de natuur. Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mensen en de natuur.
Het grootste deel kwam van de veeteelt, de stikstofuitstoot van dieren was goed voor 94 miljoen kilo. Daar komt volgens het RIVM nog 12 miljoen kilo stikstof bovenop, hoofdzakelijk door energieverbruik in de landbouw, bijvoorbeeld door kassen en andere bronnen.
China, India en Verenigde Staten vormen de absolute wereldtop met zeventig keer zo veel stikstofuitstoot en zelfs Duitsland passeert Nederland met een factor vier. Maar Nederland is klein, meldt ook het persbericht van Natuurmonumenten.
Wat is het probleem? Dagelijks regent het stikstof op onze natuur: 24 kilo per hectare per jaar. Dat is véél meer dan gezond én toegestaan is. In heel Vlaanderen is er een stikstofoverschot, meer dan 80% van onze (vaak Europees beschermde) natuur lijdt eronder.
Stikstof is ook slecht voor de mens. Maar de stikstofcrisis van nu gaat daar opvallend genoeg weinig over. De stikstofverbindingen veroorzaken smog en fijnstof. Daardoor kunnen gezondheidsproblemen ontstaan, zoals astma.
Stikstofoxiden komen vooral door verbranding van fossiele brandstoffen door verkeer, de energiesector en de industrie. Schiphol en Tata Steel zijn de grootste bronnen van stikstofoxiden. Alle sectoren, dus ook verkeer, industrie en de luchtvaart moeten bijdragen aan de oplossing.
Koeien zijn de grootste stikstofproducenten. Zodra hun plas en mest samenkomt ontstaat ammoniak en dit is een vorm van stikstof. Sinds 2020 zijn boeren verplicht om minder krachtvoer met eiwitten aan hun koeien te voeren. Daardoor produceren die koeien minder ammoniak en dus stikstof.
Toch zijn er drie mogelijkheden waarop stikstof wordt gebonden uit de lucht en in de stikstofcyclus terechtkomt. Stikstofbindende bacteriën en fotochemische stikstofbinding zorgen voor een natuurlijke binding van stikstof. Daarnaast is er industriële stikstofbinding mogelijk door middel van het Haber-Boschproces.
De meeste planten kunnen alleen stikstof verkrijgen uit de bodem en zijn daardoor afhankelijk van dure stikstofhoudende mest. Een klein aantal planten, vooral peulvruchten, bezit het vermogen om stikstof te lossen uit de atmosfeer met behulp van stikstoffixerende bacteriën.
Voor het wegvangen van gasvormige verontreinigingen, zoals stikstof (NOx) en ozon (O3) zijn juist loofbomen het meest geschikt. De gassen worden via de huidmondjes in het blad opgenomen, om door stofwisselingsprocessen in het blad te worden verwerkt. Door het bredere bladoppervlak zijn loofbomen hiervoor effectiever.
Organisch materiaal bestaande uit dood plantenmateriaal (bladeren, stengels en wortels) wordt afgebroken door microben, waardoor stikstof weer in de bodem komt in de vorm van ammonium. Vlinderbloemigen, zoals klaver (Trifolium), kunnen stikstofgas uit de lucht halen.
“Het probleem is er minder groot dan in Vlaanderen maar het verschil is helemaal niet van die aard dat er geen probleem is. In Vlaanderen gaat het om 23,8 kilogram reactieve stikstof per hectare per jaar, in Wallonië gaat het over een 18 kilogram. Dat is nog steeds ver boven wat Europa toe laat.”
Heeft alleen Nederland een stikstofprobleem? Nee, de Habitatrichtlijn van de EU verlangt van iedere lidstaat dat die zijn biodiversiteit beschermt. De uitspraak van het Europees Hof over de Nederlandse aanpak geldt voor alle EU-landen.
De stikstofnorm uit dierlijke mest bedraagt in heel Vlaanderen maximaal 170 kg N/ha.
Engie-Electrabel, Total, ArcelorMittal, BASF en ExxonMobil. Deze 5 multinationals nemen 20% van de totale uitstoot van broeikasgassen in België voor hun rekening.
Bevindingen over de meest vervuilde landen van Europa
Volgens deze studie is Turkije het meest vervuilde land van Europa, met een score van 6,1/10. Haar concentratie van PM 2.5-deeltjes is 41 µg/m3 en de CO2-uitstoot is een zorgwekkende 4,33 ton per hoofd van de bevolking.
De zes grootste uitstoters zijn: China, Verenigde Staten, EU27, India, Rusland en Japan [1]. De daaropvolgende acht landen met de grootste broeikasgasuitstoot zijn Brazilië, Indonesië, Iran, Canada, Saoedi-Arabië, Australië, Mexico en Zuid-Korea.