Kun je een hersenbloeding voorkomen? De allerbelangrijkste risicofactor voor hersenbloedingen is een hoge bloeddruk. Aan die risicofactor kan je vaak zelf wel wat doen, met name door niet te veel zout gebruiken en soms ook door medicijnen.
Bij een hersenbloeding kan er plotseling zeer ernstige hoofdpijn ontstaan. De pijn is zo heftig dat duidelijk is dat medische hulp dringend nodig is. Je kunt ook een epileptische aanval (toeval) krijgen. Verder kun je misselijk zijn of niet goed aanspreekbaar.
De aandoening komt niet vaak voor. Er zijn ongeveer duizend patiënten per jaar in Nederland. Dit type hersenbloeding treedt vooral op tussen het veertigste en vijftigste levensjaar. In principe is deze aandoening niet erfelijk, maar in sommige families kan de kans op een aneurysma verhoogd zijn.
De meest voorkomende oorzaak van hersenbloeding is hoge bloeddruk, omdat die de wand van de kleine bloedvaatjes beschadigt. Andere mogelijke oorzaken zijn overmatig alcoholgebruik, aangeboren afwijkingen aan de bloedvaten, hersentumoren en bloedverdunnende behandelingen.
verminderd gevoel, verlammingsverschijnselen langs één kant, verlies van spierkracht, scheefstand van de mond, epileptische aanvallen, bewusteloosheid, vergrote pupillen.
Hoe kun je het herkennen? Kenmerkend voor een hersenbloeding is de plotse, zeer hevige en ondraaglijke hoofdpijn. Deze hoofdpijn gaat gepaard met tekenen zoals misselijkheid, braken, lichtschuw en nekstijfheid.
De belangrijkste klacht is hevige hoofdpijn. Daarnaast kunnen klachten optreden die ook voorkomen bij een herseninfarct of -bloeding. Zoals een scheve mond, verwarde spraak, lamme arm, evenwichtsstoornissen, dubbelzien, epileptische aanvallen, buiten bewustzijn raken en in coma raken (zeldzaam).
Herseninfarct: 80% kans op overleving na 1 maand. Hersenbloeding: 60% kans op overleving na 1 maand. Van de overlevenden met een hersenbloeding heeft ongeveer 50% nog last van een ernstige invaliditeit.
De resultaten laten zien dat patiënten in de jaren na hun beroerte een hoger risico lopen te overlijden. Hoe hoog dit risico is, hangt onder meer af van de aard van de beroerte. Bij mensen met een herseninfarct is het risico op overlijden 5 keer hoger.
De essentie van functionele neurologie is het inzetten van de plasticiteit (aanpassingsvermogen) van het brein om herstel op te laten treden. Neuroplasticiteit is dus essentieel voor het herstel van hersenen en zenuwen. Door het brein op de juiste wijze te stimuleren, kan het brein zichzelf herstellen.
Ruim 80% van een beroerte is een herseninfarct en 20% een hersenbloeding.
Bloedverdunners maken de kans op een bloeding namelijk groter. Bespreek met uw arts of u wel of niet moet stoppen met de bloedverdunners. Misschien kunt u na een tijd weer bloedverdunners gaan gebruiken.
Het bloedpropje sluit het bloedvat even helemaal af. Een deel van de hersenen krijgt even te weinig bloed en daardoor te weinig zuurstof. U krijgt hierdoor klachten, zoals een verlamde arm, een verlamd been, een scheve mond, problemen met praten, niet goed zien of minder gevoel in uw gezicht, arm of been.
Meestal merkt de patiënt op het moment van bloeding acute hoofdpijn en nekpijn, waarbij bovendien bewusteloosheid kan optreden. Vaak is er ook misselijkheid en moet men overgeven. Soms treden er ook epileptische trekkingen van de ledematen op of zijn er acute verlammingsverschijnselen.
Uw lichaam lost dit deeltje vanzelf weer op. Als het niet vanzelf over gaat, blijft het bloedpropje meestromen in de bloedbaan. Zolang het een klein propje is, hoeft ook dit geen klachten te geven. De symptomen van een bloedpropje ontstaan pas zodra het bloedpropje ergens de doorgang van het vloeibare bloed verhinderd.
De arts kan de bloedprop oplossen of weghalen. Dit kan in de eerste uren na het herseninfarct. De bloedprop oplossen gebeurt met een infuus met medicijnen. De bloedprop weghalen kan met een slangetje dat via uw lies naar uw hersenen gaat.
CVA: herseninfarcten en hersenbloedingen
Jaarlijks lopen naar schatting 40.000 mensen in Nederland een CVA op en 20.000 een TIA. In de huisartsenpraktijk lopen per jaar ruim 2 per 1.000 patiënten een CVA op. Onder 65 plussers is dat 14 per 1.000 per jaar.
Hart- en vaatziekten komen vooral voor bij mensen boven de 50 jaar. Maar ieder jaar krijgen toch ongeveer vijfduizend mensen tussen de 18 en 50 jaar een beroerte, dus een herseninfarct of hersenbloeding.
Nervus occipitalisneuralgie (achterhoofd zenuwpijn) is een nek- en hoofdpijn die ontstaat in het gebied van het achterhoofd. Het is een typische aanvallende, schietende, drukkende of stekende pijn vanuit het achterhoofd die uitstraalt over de schedel. Tussen de pijnscheuten door kan een continue pijn aanwezig zijn.
Patiënten met een herseninfarct hebben een vijf keer hogere overlijdenskans. Bij patiënten met een hersenbloeding is de kans op overlijden zelfs meer dan acht keer zo groot.”