Zo kost een leerling in het so ongeveer gemiddeld 18.000 euro per jaar, een leerling in het speciaal basisonderwijs (sbo) circa 9.000, en een `gewone´ ongeveer 6.000 euro per jaar. De onderwijskosten van rugzakleerlingen variëren tussen de 12 en 24 duizend euro per jaar.
Volgens de bijlagen van “Bekostiging (V)SO onder passend onderwijs” van september 2020 (hier te downloaden) is de basisbekostiging voor vso in 2020-2021 € 5.840,66 (personele bekostiging) + € 1.273,07 (materiële bekostiging) dus samen € 7.100 per vso-leerling.
Elke school krijgt een vaste som geld voor het onderwijs aan een kind. Dat geldt voor gewone scholen en voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Daarnaast krijgt een school via het samenwerkingsverband een deel van het landelijk budget voor (extra) ondersteuning.
Hoeveel bekostiging ontvangen schoolorganisaties per leerling? Als je kijkt naar alle kosten van het primair onderwijs op de begroting 2022 van het ministerie van OCW, (excl. apparaatskosten OCW), dan kom je uit op een bedrag van €9.100 per leerling in 2022.
Het speciaal onderwijs ontvangt ruim 1000 euro per leerling, net als het praktijkonderwijs en middelbare scholen voor vmbo-leerlingen in het derde of vierde leerjaar. Het voortgezet speciaal onderwijs krijgt 1400 euro per leerling.
Zorgleerlingen zitten steeds meer op relatief dure vormen van zorgonderwijs, zoals het speciaal onderwijs (so), of hebben een rugzak. Zo kost een leerling in het so ongeveer gemiddeld 18.000 euro per jaar, een leerling in het speciaal basisonderwijs (sbo) circa 9.000, en een `gewone´ ongeveer 6.000 euro per jaar.
De 700 euro per leerling wordt in één keer in november 2021 uitbetaald. De rest van de middelen volgt in het voorjaar van 2022. Ook hier geldt dat scholen met een groter risico op onderwijsachterstanden bovenop het basisbedrag extra geld krijgen op basis van de CBS-indicator.
Verdeling geld primair onderwijs
Het schoolbestuur krijgt ieder schooljaar geld voor personeelskosten. Daarnaast krijgen sommige schoolbesturen extra geld. Bijvoorbeeld kleine scholen of om onderwijsachterstanden aan te pakken. Het schoolbestuur krijgt ook geld voor materieel.
Naast de lumpsum krijgen scholen ook op andere wijzen geld binnen. Dit kan zijn via de vrijwillige ouderbijdrage, ten behoeve van de leuke, extra activiteiten, zoals sportdagen, schoolreisjes, excursies, de sinterklaas- en kerstviering. Ook kan een school sponsorgeld ontvangen en rente uit eigen vermogen.
De bekostigingsbedragen voor de programma's van eisen (pve) voor de materiële instandhouding (Londo) voor 2021 zijn vastgesteld. De prijsbijstelling bedraagt 1,20%.
Het SBO is voor leerlingen die het op een reguliere basisschool (een gewone basisschool) niet redden. Deze leerlingen hebben een lichtere problematiek dan leerlingen op een SO-school.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) is bedoeld voor leerlingen die het niet redden op de gewone basisschool. Leerlingen die leerproblemen en|of gedragsproblemen hebben. Kinderen kunnen meerdere hulpvragen tegelijk hebben. Kinderen die het te moeilijk vinden om het op de gewone school bij te benen.
Als ouder betaalt u geen lesgeld voor uw kind in het voortgezet onderwijs. De meeste boeken krijgt uw kind van school. Sommige lesmaterialen moet wel u zelf betalen. De school kan ook een ouderbijdrage vragen.
De vrijwillige ouderbijdrage voor extra activiteiten buiten de lessen om is niet verplicht. Extra activiteiten zijn bijvoorbeeld schoolreizen of sportdagen. Kinderen van ouders die hiervoor niet betalen, mogen altijd meedoen.
Per 1 augustus 2021 is de wet vrijwillige ouderbijdrage van kracht. Ouders die het bedrag niet kunnen of willen missen, zijn niet meer verplicht om het te betalen. Scholen moeten zelf een oplossing vinden als ouders geen financiële bijdrage leveren aan schoolreisjes, uitjes en activiteiten.
Middelbare scholen zijn langer dicht geweest dan basisscholen en dat heeft ertoe geleid dat de vertragingen in het voortgezet onderwijs groter zijn. Het basisbedrag per leerling in het voortgezet onderwijs is volgend schooljaar daarom circa 820 euro, voor het primair onderwijs is dit 500 euro per leerling.
Een lump-sumbelasting is een heffing met een vast bedrag, ongeacht wie de belastingplichtige is of in welke situatie de belasting verschuldigd is. De belastingbetaler kan de hoogte van de belasting dus niet beïnvloeden door zijn gedrag.
Alle instellingen in het hoger onderwijs krijgen 1 bedrag van het Rijk: de lumpsum. Zij beslissen zelf hoe zij het geld uitgeven. Er gaat ongeveer € 11 miljard aan bekostiging naar het hoger onderwijs.
In het voortgezet onderwijs verdienen leraren beter. Een starter (tweedegraads) begint met 2747 per maand voor 36,87 uur (zo staat dat in de cao), na 10 jaar zit hij op 3773. Een tweedegraads docent met extra taken zit na 10 jaar op 4353 euro per maand. Na 12 jaar zelfs op 4878.
Als startend leerkracht op een basisschool verdien je volgens onze Salaris Check gemiddeld een maandloon van € 2.680 bruto. Netto houd je daarvan € 2.053 over.
Een leraar in het primair onderwijs (po) verdient tussen € 3.500 en € 7.190 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Het primair onderwijs bestaat uit het (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Voor het speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en de bovenbouw van het vmbo kregen scholen al een hoger bedrag, dat blijft zo. Ook wordt het budget niet specifiek gericht op scholen in achterstandswijken, maar wordt breder gekeken waar de basis verder moet worden versterkt.
Scholen kunnen de subsidie onderwijsassistenten aanvragen. In de jaren 2021 (€ 4 miljoen) en 2022 (€ 4 miljoen) komt er een bedrag van in totaal € 8 miljoen beschikbaar. In 2020 kon in totaal € 11 miljoen subsidie worden aangevraagd. In 2019 was er € 1 miljoen beschikbaar.
Scholen in het primair en voortgezet onderwijs ontvangen via het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) 700 euro per leerling in het schooljaar 2021-2022.