Vwo-leerlingen volgen meer vakken en meer onderwerpen per vak. Dit komt vooral tot uiting in de bovenbouw. In de onderbouw zijn de inhoudelijke verschillen klein en bestaat er een grote overlap in de tussendoelen voor havo en vwo.
Vwo staat voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het vwo duurt 6 jaar. Met een vwo-diploma kan je kind doorstromen naar de universiteit of het hbo. Doorstromen naar het mbo kan ook, mits je kind een overgangsbewijs heeft van 3 naar 4 vwo.
Leerling-kenmerken die te versterken zijn, zijn onder andere: leren leren, metacognitieve vaardigheden, motivatie, feedback vragen, voorkennis, vakkennis en -vaardigheden, beleving van een leersituatie, zelfstandig werken, concentratievermogen, adequaat om hulp vragen, schoolbeleving, relaties met medeleerlingen, ...
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) bereidt leerlingen voor op een studie aan de universiteit. Het vwo duurt 6 jaar.
Het schoolbestuur van de middelbare school bepaalt of uw kind wordt toegelaten. Daarbij kijkt het schoolbestuur onder meer naar het schooladvies van de basisschool. Hierin staat welk niveau het beste bij uw kind past. Bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Het definitieve schooladvies wordt havo/vwo.Dit kan alleen als de basisschool vindt dat de bijstelling naar vwo niet in het belang van de leerling is. De school moet dit besluit motiveren. De school stelt het advies niet bij.
De kindkenmerken bestaan enerzijds uit stimulerende factoren oftewel alles dat helpend is bij de ontwikkeling van leerlingen, en anderzijds uit belemmerende factoren. Hiermee doelen we op alles dat de ontwikkeling afremt.
De grootste inhoudelijke verschillen in het programma tussen havo en vwo zitten in het extra leerjaar voor het vwo, de hoeveelheid stof en de manier waarop de stof onderwezen wordt. Vwo-leerlingen volgen meer vakken en ook zijn daar meer onderwerpen per vak. Dit komt vooral tot uiting in de bovenbouw.
Waarom zou je eigenlijk vwo gaan doen? De meest voorkomende reden om vwo te gaan doen is dat je daarna naar de universiteit kan. Zo wilde Jaimie bijvoorbeeld Sterrenkunde studeren en was Wouts voorkeur Biologie. Er zijn ook leerlingen die het nog niet weten en vwo doen om straks meer keuze te hebben.
Vwo is net wat moeilijker en biedt meer uitdaging voor mensen die havo heel makkelijk vinden. Qua vakken is het hetzelfde, maar alle stof is moeilijker en op de toets is de beoordeling wat strenger. Vaak is het op havo: 70% goed is een 6, bij vwo is dat iets strenger, dus iets als 75% goed is een 6.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
In 2021/2022 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,2 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo. Tien jaar eerder ging het om respectievelijk 21,5 procent en 20,7 procent.
Vwo (Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs): VWO is het hoogste niveau in het voortgezet onderwijs en biedt leerlingen een breed theoretisch curriculum, inclusief atheneum en gymnasium.
Wat goede voorspellers zijn voor succesvolle opstroom naar vwo van leerlingen met een havo-advies, is nauwelijks onderzocht. Basisschoolleerlingen met een hoger Cito-eindtoetsadvies dan het schooladvies blijken wel vaker op te stromen in de vierde klas van het voortgezet onderwijs.
Het vwo bestaat uit twee opleidingen: het gymnasium en het atheneum. Beide opleidingen hebben hetzelfde niveau, duren allebei zes jaar en bereiden je voor op het wetenschappelijk onderwijs (WO), de universiteit. Het belangrijkste verschil tussen de twee opleidingen is dat je op het gymnasium Grieks en Latijn leert.
Het voortgezet onderwijs heeft zes verschillende niveaus: vwo, havo, vmbo-t (mavo), vmbo basis, vmbo kader en praktijkonderwijs. Het schooladvies in groep 8 bepaalt op welke niveau de leerling instroomt in het voortgezet onderwijs.
Het antwoord bevestigt het cliché: burgerlijk ingenieurs hebben gemiddeld het hoogste IQ. Bio-ingenieurs, wiskundigen, natuurkundigen en informatici staan op de tweede plaats. Daarin wordt de studieloopbaan van zo'n tienduizend jongeren die rond 1996 in het laatste jaar secundair onderwijs zaten, onder de loep genomen.
Een hoog IQ of uitstekende prestaties in specifieke vaardigheden zoals taal of wiskunde. Een snelle verwerking van informatie en een goed geheugen. Een grote nieuwsgierigheid en een sterk verlangen om te leren. Creativiteit en verbeeldingskracht.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
Het vwo duurt 6 jaar (leeftijd: 12-18 jaar) en bestaat uit atheneum, tweetalig onderwijs (tto), gymnasium, vwo-technasium en vwo-plus.
Met vavo kun je gewoon je vwo-diploma behalen door de benodigde vakken te volgen en het examen opnieuw te doen. Je kunt in één of twee jaar vwo-5 en 6 behandelen doordat bij VISTA college elk profiel wordt aangeboden op het vavo.