De lente is hét ideale seizoen om groene groenten te planten zoals: erwten, asperges, komkommers, spinazie, prei, sla en boontjes. Maar ook andere klassiekers zoals wortels, paprika, aubergine, witloof, rode bieten, radijzen of koolrapen kunnen perfect een plekje toegewezen krijgen in dit seizoen.
Wat zijn typische groenten voor de serre? Typische groenten voor in de serre zijn groenten die van oorsprong groeien in mediterrane of tropische oorden. Bijvoorbeeld tomaten, komkommers, aubergines, paprika's en pepers zijn exotische groenten. Op een warm plekje laten zij zich van hun beste kant zien.
In de serre zaaien in maart
Artisjok, asperges, bietjes, bloemkool, bladkolen, bleekselderij (tot midden deze maand) broccoli, erwten, herfstprei, knolselderij (tot midden maart), koolrabi, ui, peultjes, rodekool, spitskool, sla, savooi, spruiten en wittekool.
Volgende groenten kan je kweken tijdens de herfst en de winter: Broccoli, spruiten, wortels, koolraap, selder, erwten, rabarber, bloemkool en spinazie. Let wel op. Deze plantjes houden niet van hitte of te veel warmte, plant ze dus best in het najaar als het kouder is.
De lente is hét ideale seizoen om groene groenten te planten zoals: erwten, asperges, komkommers, spinazie, prei, sla en boontjes. Maar ook andere klassiekers zoals wortels, paprika, aubergine, witloof, rode bieten, radijzen of koolrapen kunnen perfect een plekje toegewezen krijgen in dit seizoen.
Het kan allemaal. Dek je af in de serre hou er dan rekening mee dat overdag de temperatuur gevoelig kan oplopen richting 20 à 25 graden Celsius bij stralend zonnig weer overdag.
In februari kun je kasgewassen zoals tomaten, erwten, tuinbonen, aubergines, radijs, sla, spinazie, broccoli, uien, prei, bloemkool, paprika's, pepers, spruitkool, meloenen en komkommers zaaien. Dit kan je het beste doen in een verwarmde broedstoof of zaaibak met deksel en bodemwarmte.
Een onverwarmde kas/serre wordt meestal gebruikt om voor kas- of serredruiven, maar is ook bruikbaar om andere fruitsoorten in te leiden. FRUITSOORTEN. Druiven, aardbeien, passievruchten, vijgen, kiwi's, perzik, nectarine en vroege pruimen. De eerste 3 fruitsoorten zijn op gemakkelijk op een beperkte plaats te houden.
Een goede ventilatie is minstens even essentieel in een serre. Zonder verluchting loopt de temperatuur te hoog op wat de planten kan beschadigen. Tot in mei staan overdag de ramen en deur (een beetje) open en zijn ze 's avonds toe. In volle zomer blijft de serre best dag en nacht open staan.
De vraag wordt dus terecht gesteld. Het antwoord hierop is gelukkig: nee, een serre is in de winter niet koud. De serre wordt bij uw huis ingebouwd, dit betekent dat de serre dezelfde temperatuur heeft als uw woonkamer of keuken.
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Je kan sla, vroege worteltjes, rucola, tuinkers, tuinbonen, snijbonen en uiteraard ook radijzen zaaien, maar ook diverse koolsoorten, prei, knoflook, erwten en selderij. Ook tijm en tomaten kunnen prima.
Het belangrijkste waar je op moet letten bij de inrichting van je serre is dat je het zonlicht dat door al het glas binnenvalt goed tot zijn recht laat komen. Houd vast aan de slogan 'less is more'. Wanneer je je serre vol zet met meubels, planten en lampen, zorg je ervoor dat je serre optisch kleiner lijkt.
Veel ervaring heb je alvast niet nodig, om je eigen fruit te kunnen kweken. Appels, peren, pruimen, kersen en krieken zijn prima beginnersbomen. Planten doe je van november tot maart. Appelbomen houden van volle zon en losse, rijke grond; op arm zand, zware klei of winternatte en zure bodems plant je beter wat anders.
Fruitbomen die normaal geen snoei nodig hebben zijn abrikozen, pruimen en walnoten. Het beste is met houtig kleinfruit zoals trosbessen, kruisbessen, frambozen, bramen en taybessen te starten.
In maart kun je de volgende gewassen al in de moestuin zaaien: spruitjes, raapstelen, radijs, rapen, snijbiet, spinazie, tuinkers, herfst- en winteruien, wortelen, kapucijners, doperwten, peultjes, postelein en prei. Tip: Sommige planten kun je beter wel, of juist beter niet naast elkaar zetten.
Veldsla is de eerste groentes die je direct in je bak zaait. Als de grond niet bevroren is, zou je dat nu al kunnen doen. Peultjes, sugarsnaps en wintererwten kunnen vanaf volgende week. In een koude kas of bak kan je ook al winterpostelein en spinazie zaaien.
Ook met een draagbare gaskachel of zelfs een gaskanon (voor grotere serres) kan je vlot en eenvoudig je serre verwarmen bij vrieskou. Er bestaan zowel gaskachels op propaangas, butaangas als LPG. Je kan ook kiezen tussen modellen met blauwe vlammen (blue flame-gaskachel) of infrarood gaskachels.
Driedubbel glas is een vereiste
Driedubbel glas isoleert maar liefst twee keer zo goed als dubbel glas, onder meer door de aanwezigheid van meer spouwen tussen de verschillende ruiten. Hierdoor komt kou van buiten minder makkelijk binnen en ga je ook condensvorming in je serre effectief tegen.
Dit kan simpelweg door ze te verven met een mengeling van kalk en water. Dit laagje filtert het zonlicht waardoor je serre minder snel opwarmt.