Wat kan er fout lopen bij de zindelijkheidstraining? Het hanteren van te strikte hygiëne thuis kan ervoor zorgen dat het kind vies wordt van andere toiletten. Het kind is thuis vaak gewoon van in een paleis naar het toilet te mogen gaan, maar op school is dit meestal niet het geval.
Heeft je kind moeite om op het potje of op de wc te gaan zitten, ga dan vooral niet pushen. Hou het leuk en begeleid hem op een respectvolle en liefdevolle manier naar de wc of het potje. Blijf erbij als hij zijn behoefte doet. Geef duidelijk aan wat je van hem verwacht en zorg dat het leuk is.
Er zijn drie domeinen waar je als ouder toch een beetje een beroep moet doen op de goodwill van je lieve zoon of dochter: eten, slapen en, jawel, zindelijk worden.
Als je kind heel expressief is over "poepen" of "plassen" of gromt en hurkt, kan dit erop wijzen dat hij klaar is om met zindelijkheidstraining te beginnen. Je kind kan verlegen zijn en liever alleen worden gelaten op zulke momenten, dat is een ander teken dat hij er klaar voor is.
Het verschilt per kind hoe lang het duurt voor de zindelijkheidstraining werkt. Zoals bij alle ontwikkelingen pakken sommige kinderen het heel snel op, terwijl andere er meer dan 3 maanden voor nodig hebben. Over het algemeen geldt: hoe jonger je kindje, hoe langer het duurt voor hij zindelijk is.
Laat je peuter niet te lang op het potje zitten. Enkele minuten is voldoende. Geef complimentjes, bijvoorbeeld als je kind tegen je gezegd heeft dat het naar de wc moet, iets gedaan heeft of het heeft geprobeerd.
Het is belangrijk te voorkomen dat het plassen en poepen op het potje een machtsspelletje wordt. Dit doe je door rustig en neutraal te reageren wanneer je kindje niet op het potje wil. Leidt je kindje even af met iets anders en probeer het later opnieuw. Dwing je kind niet om op het potje te gaan.
Begin bijvoorbeeld met één tot drie keer per dag. Kijk wat het beste past in het ritme van jouw gezin. Doordat je kind regelmatig op het potje zit, zal hij niet zo vaak nog een keer extra hoeven. Moet hij toch een keer, dan geeft hij dat waarschijnlijk zelf aan, bijvoorbeeld door het potje naar je toe te brengen.
Het is goed en gezond als je kind ongeveer zes tot zeven keer op een dag plast. Vaker is geen probleem, minder vaak liever niet. Deze plasmomenten zijn te verdelen over de dag – het beste is 's ochtends twee keer, 's middags drie keer en 's avonds nog eens twee keer.
Overigens zijn er mensen die dit om die reden juist geen goed idee vinden, want een kind half slapend laten plassen betekent dat hij zich er niet bewust van is, en dat werkt dan dus niet bevorderlijk voor het proces. Echter, het vergroot de kans op een droge nacht aanzienlijk.
Wat is een oefenbroekje? Een oefenbroekje is een speciaal broekje dat tussen een luier en een gewone onderbroek in zit. Het is wat dikker dan een onderbroek en kan wat plas opnemen. Toch zijn ze dunner dan een luier en nemen ze meestal geen hele plas op.
' Waanders raadt aan om het even twee á drie weken los te laten: "Laat je dochter gewoon in haar luier poepen. Geef een compliment dat ze dit zo goed zelf aangeeft. Want ook dit is al een stap: ze signaleert dat ze moet, benoemt het én kan het ophouden tot jij de luier aangeeft.
Een half uur na het eten is een goed tijdstip om het kind naar de wc te sturen omdat de darmen dan gestimuleerd zijn. Bij het toepassen van de toilettraining is het meestal goed ook een beloningssysteem toe te passen. Het beste is het dan om het poepen op de wc te belonen.
Je voelt de inco bij de eerste plas al zwaarder worden en daardoor is het gevoel ook anders. Hoe meer je plast, hoe harder en zwaarder de inco lijkt te worden.
Veel kinderen moeten een half uur nadat ze iets gedronken en gegeten hebben plassen. Dit zouden momenten kunnen zijn om even op het potje te gaan. Andere momenten zijn als het tijd is om de luier te verschonen. s'Morgens als hij net uit bed is en s'avonds voor het slapen gaan.
Zet 'm gewoon neer op een handige plek, in de badkamer of naast de wc, en laat je kind het potje zelf ontdekken. Het is wel belangrijk dat je kind het leuk vindt om op het plaspotje te gaan zitten. Leg daarom niet de nadruk op het plaspotje, door te zeggen: 'Je gaat nu op het potje'. Maar maak er iets gezelligs van.
Ervan uit gaande dat een kind normaal drinkt is 6 tot 8 keer plassen normaal. Kinderen met een overactieve blaas hebben vaak ook moeite met 's nachts zindelijk worden omdat er maar kleine plasjes in de blaas passen.
Bij angst voor poepen kunt u structuur bieden door na ieder eetmoment het kind minimaal vijf minuten op de wc te laten zitten. Op deze manier wordt het normaal. Als uw kind wel aangeeft dat het moet poepen maar het niet durft op de wc kunt u afspreken dat het dan tijdelijk een luier om mag tijdens het poepen.
Zindelijk worden heeft te maken met het voelen van je eigen lichaam, je moet erop letten wat je bij jezelf voelt. Voor het eerst komt er een soort scheiding tussen het boven- en onderlichaam. Wat er van boven ingaat is lekker en goed. Wat er van onderen uitkomt is vies en moet weg.
Hoeveel oefenbroekjes heb je nodig? Een oefenbroekje kan tot maximaal twee plasjes absorberen. Een oefenbroekje is daarnaast snel gewassen en weer droog. Het aantal oefenbroekjes dat je nodig hebt hangt dus af van het stadium van zindelijk worden waarin jouw kind zich bevindt.
Een plaswekker leert uw kind om wakker te worden van een volle blaas. U kunt een plaswekker kopen of huren bij de thuiszorgwinkel of via internet. Uw kind draagt een speciale onderbroek. Als die nat wordt, gaat de wekker.