Het vlokvissen volgens ouderwetse methode is met ongeveer 0,12 of 0,14mm nylon, maar daar moet ik niet meer aan denken, je verspeelt dan veel te veel vis!! De eenvoudige montage bestaat een uit vlokdobbertje met een centraal gat, een klein korrelloodje strak boven de dobber en een klein korrelloodje eronder.
Grote rietvoorns hebben een relatief grote bek waardoor je niet echt bang moet zijn om een behoorlijke vlok te gebruiken. Kneed in eerste instantie een vlok van ongeveer 2 centimeter groot. Komen er alleen kleine rietvoorns op je aas af of sla je steevast mis, schakel dan over op een kleinere haak en dito vlok.
Goede droge vliegen voor de ruisvoorn zijn bijvoorbeeld de Red Tag, Adams, Sedge en Palmer gebonden op een haak maat 12 tot 14. Goede nimf patronen zijn bijvoorbeeld goudkopnimfen of een Phaesant Tail.
Maar schijn bedriegt, Nederland is een land met vele mogelijkheden op vliegvis gebied. Wij hebben onze noord zee, polder, vijvers, meren, zand-of grindgaten, beken en rivieren. Unieke viswateren zoals het Oostvoornse Meer en het Veerse Meer. Met alleen al een vispas kom je hier in Nederland al een heel eind.
Bruggetjes, dammen, gemalen, rietkragen en kruisingen van sloten zijn vaak echte hotspots voor snoek. Vliegvissen kun je het hele jaar door doen, dus ook in de winter. De beste stekken zijn dan de jachthavens waar veel blankvoorns en windes overwinteren.
Wanneer het best vissen op voorn? In principe is het bijna het hele jaar door goed mogelijk om op voorn te vissen. Het moet alleen gezegd dat de beste vangtijd de maanden maart en april zijn. Dan begint het water op te warmen waardoor blankvoorns het diepe water verlaten om naar het ondiepe te zwemmen.
Maar zonder twijfel is brood, ja een simpel wit brood, nog steeds één van de beste aassoorten op deze aardkloot. Brood is een klassieker, die misschien door alle moderne aassoorten een beetje in de vergetelheid is geraakt. Het is echter een enorm breed inzetbaar aas.
Op de meeste goede dobbers staat trouwens reeds een aanduiding van hoeveel lood hij draagt, Bv. 4xAA of 5x0.2gr, of het draagvermogen staat gewoon vermeld bv. 1gram. In veel gevallen zal je echter zelf willen beslissen welke en hoeveel loodhagels je op de lijn wil zetten.
Vissen met een stuitje op de lijn
Op diep water kiezen matchvissers graag voor een schuivende dobber, deze worden ook wel sliders genoemd. Deze schuifdobbers laat je vrij over de lijn glijden, totdat een stuitje hem op de gewenste diepte tegenhoudt. Dit stuitje kan je maken van nylon of van ander draad.
Op brasem is goed te vissen met een vaste hengel en een lijn van 12/00 tot 16/00 millimeter dik. In stilstaand water kan je een slanke dobber voor 1 à 1,5 gram lood gebruiken; in stromend water heb je een zwaardere pen nodig. Als haakjes zijn de nummers 10 tot 14 geschikt.
Goed voor brasem, baars en paling. Kaas Is een goed vangend aas, zeker voor barbelen, kopvoorns en karpers, maar ook voor andere vissen die in dit aas een lekkere hap zien. Dat getuigen de talrijke bijvangsten. Mijn favoriete kaas is het Babybel-mini kaasje.
Broodsoorten. Het maakt de vis niet uit of je nu met wit, bruin, vers of oud brood vist. Door de visser moeten de verschillende broodsoorten echter wel tegen elkaar afgewogen worden. Oppervlaktevissen: om aan de oppervlakte te vissen, heb je broodkorsten nodig.
Maïs is de meest klassieke partikel voor het vissen op karper en grotere witvis. Maïs is gigantisch zoet en zit hierdoor bomvol koolhydraten. Dit lichtverteerbare zoete aas kun je het gehele jaar prima mee uit de voeten. Maïs is verkrijgbaar in verschillende soorten en maten.
De diepte van je dobber hangt af van de diepte van het water. In de meeste gevallen is het verstandig om 20 tot 30 centimeter boven de bodem te vissen. Als het een warme zomerdag is, en je de voorns vaak ziet zwemmen, is het verstandig om wat hoger in het water te vissen.
Grote meren.
Ook op de grootse wateren van Nederland zwemt witvis, zoals op het Markermeer of het Haringvliet. Kanalen: vanzelfsprekend zwemmen op de vele kanalen die onze landen rijk zijn, zoals het Kanaal door Voorne of bijvoorbeeld de Urkervaart ook witvissen.
Vaak zijn witvissen te vinden op de relatief warme plekken in het water: in havens, in grindgaten langs de rivieren of op plekken waar warmer water met koud water wordt gemengd (bijvoorbeeld bij fabrieken, die koelwater lozen).
Voor de meeste vissers is de blankvoorn een goede bekende. Dat geldt zeker voor de jeugdige hengelaars. Vrijwel iedere visser begint met het vissen op “witjes”, met als hoofdmoot de blankvoorn. Niet zo vreemd overigens: de blankvoorn is vrij gemakkelijk vangbaar.
Het meest gebruikt aas om te vissen op harder is wit brood. Je kan het brood als een bolletje kneden en op je haak doen, ook een vlok of een korstje werkt soms goed. Naast brood kun je bijvoorbeeld ook met maden op harders vissen. Soms negeert de harder een bepaalde aassoort namelijk.
Zoek een paar grote korrels uit. Druk nu met de korrel tussen duim en wijsvinger het binnenste uit de mais, en de vel blijft over. Zet dit op een kleine haak (preston PR490, drennan silverfish of tubertini 808). Stop de haak tot het einde in de vel en trek de punt er doorheen.
Slecht voor de vissen én het water
In brood zitten veel voedingsstoffen waar algen goed op gedijen en algen onttrekken zuurstof aan het water. Daardoor wordt de waterkwaliteit slechter en kunnen vissen overlijden. Om dit soort situaties in te voorkomen, roepen ecologen op geen brood meer in het water te gooien.
De eenvoud zelfde, een flinke brood vlok als aas.
Gewoon met een drijvende korst brood of hondenbrokje. Zeker op smalle watertjes is er vaak niet meer nodig dan een haak aan de lijn beaasd met een broodkorst of drijvende hondenbrok.
Maïs. De maiskorrel kan uitstekend gebruikt worden voor brasem, voorn, winde, zeelt en karper en zijn net zoals doperwten vanuit blik direct te gebruiken. De zachtere mais doet het goed op de haak terwijl de wat hardere korrels ook op een hair gebruikt kunnen worden.
Maïs. Bij maïs wordt vaak gedacht aan karpervissen, maar ook voor de witvis heeft maïs een grote aantrekkingskracht vooral bij de grotere brasems. Maïs kan je kant-en-klaar kopen in de plaatselijke supermarkt en voor speciale varianten kun je terecht bij de hengelsportzaak.
18 – CASTERS
Sommige vissers denken dat casters vooral een voornaas zijn. Het tegendeel is waar: brasems zijn verzot op casters. Ze zijn ideaal om te gebruiken in welk voertje dan ook en ze kunnen ook perfect als haakaas worden gebruikt.