Patiënten met anorexia nervosa of boulimia nervosa kunnen proberen gewichtstoename door vreetbuien te compenseren door purgeren: braken of het gebruik van diuretica, laxantia of dieetpillen. Purgeren kan het gewicht doen dalen door volumedepletie, maar vermindert de opname van voeding nauwelijks.
Anorexia, het purgerende type
Hierbij wordt weinig eten afgewisseld met eetbuien, die vervolgens worden gecompenseerd door braken, het gebruik van laxeermiddel of andere vormen van compensatie. De fasen van eetbuiten en compenseren wisselen elkaar af. Deze vorm van anorexia heeft veel overeenkomsten met boulimia.
Problemen kunnen ontstaan door onder- of overgewicht, of door purgeergedrag (braken, laxeren …). Er dient steeds een arts (kinderarts, huisarts … ) betrokken te worden voor de somatische opvolging. De lichamelijke problemen kunnen doelen geven in de behandeling, zoals stoppen met braken of laxeren bij een eetstoornis.
anorexia nervosa. boulimia nervosa. eetbuistoornis (BED) eetstoornis Niet Anders Omschreven (NAO)
Er worden 2 types anorexia onderscheiden: het beperkende type en het purgerende type. Bij het beperkende type anorexia ligt de nadruk op het onder controle houden van het gewicht door (te) weinig te eten en overmatig te sporten. Het purgerende type staat ook wel bekend als het gemengde type.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5. Eten en gewicht zijn een obsessie voor je.
Anorexia is een psychische stoornis die niet van de één op de andere dag ontstaat. Vaak begint het onschuldig: iemand wil een paar kilo kwijt en gaat daarom lijnen of laat het lekkers staan. Een eetprobleem sluipt er vervolgens stilletjes in. Ook kan anorexia nervosa ontstaan vanuit psychische problemen.
Als je een hele zak chips eet wanneer je je rot voelt, dan ben je misschien een emotie-eter. Wil je afvallen, dan is het belangrijk dat je niet meer naar 'troosteten' grijpt. Overheerst eten je leven? Dan is er misschien sprake van een eetstoornis.
Een eetstoornis kan zich heel geleidelijk ontwikkelen. Het begint met afwijkend eetgedrag. Je bent bang om dik te worden en je voelt je onzeker over je lichaam. Je piekert steeds wat je wel of niet mag eten en telt elke calorie.
Een vrouw heeft alle kenmerken van anorexia, maar blijft wel regelmatig menstrueren. Iemand is in korte tijd veel afgevallen en vertoont alle kenmerken die passen bij anorexia nervosa. Maar deze persoon heeft geen ondergewicht, dus het gewicht is normaal.
We spreken van een ruminatiestoornis als je gedurende een maand of langer regelmatig het voedsel in je maag oprispt. De aandoening komt voornamelijk voor bij (jonge) kinderen, maar ook volwassenen kunnen deze stoornis hebben. De naam ruminatiestoornis is afgeleid van het Latijnse woord ruminare, wat herkauwen betekent.
Anorexia nervosa kan, evenals andere eetstoornissen zoals boulimia, OSFED en BED (eetbuistoornis), verschillende oorzaken hebben. Vaak ligt er een combinatie van factoren aan ten grondslag, zoals 'aanleg' in de persoonlijkheid, opvoeding, negatieve ervaringen, cultuur en de invloed van (sociale) media.
Anorexia nervosa
Met anorexia heb je geen goed beeld van je eigen lichaam: je vindt jezelf te dik, maar je bent heel erg mager. Je hebt wel eetlust, maar die negeer je het grootste deel van de tijd. Je lichaam luistert niet naar signalen van honger, of voelt geen honger meer.
Bij anorexia vermager je meestal, terwijl je gewicht bij boulimia dikwijls niet veel verandert. Bij boulimia wisselen diëten, eetbuien en braken of laxeren elkaar af. Tijdens een eetbui eet je in een korte tijd overmatig veel. Hierna voel je je vaak schuldig.
Anorexia bij ouderen
Eetproblemen op latere leeftijd kunnen ook leiden tot anorexia. De link tussen die problemen en anorexia wordt niet snel gelegd. Sommigen wisten niet eens dat op latere leeftijd nog anorexia kon ontwikkelen. Die signalen die kunnen wijzen op anorexia zijn vergelijkbaar met die van jongere mensen.
Genezen van een eetstoornis is wel degelijk mogelijk. Wie niét in herstel gelooft, kán niet optimaal herstellen. En uit geen enkel onderzoek blijkt dat een eetstoornis chronisch, onbehandelbaar, hopeloos, te complex of wellicht enkel genetisch bepaald is.
Vaak is het handig om afleiding te zoeken. Bel iemand op, ga een stukje wandelen of houd een dagboek bij. Regelmatig eten, nooit een maaltijd overslaan en gezonde snacks meenemen kunnen ervoor zorgen dat de bloedsuikerspiegel stabiel blijft en eetbuien worden voorkomen.
Vier manieren om emotie-eten te herkennen
Denk aan producten als chocolade, kaas, snoep, ijs, patat of bijv. pizza. De honger zit nu niet in je maag (een normale behoefte), maar in je mond. Bij emotie-eten komt er vaak een plotselinge sterke drang naar 'dat ene product'.
Tegen iemand met een eetprobleem zeggen dat hij of zij "gewoon even moet eten" heeft geen enkele zin. Ook complimentjes geven wanneer iemand weer aangekomen is, kan verkeerd uitpakken.
Een eetprobleem is niet hetzelfde als een eetstoornis. Het grootste verschil is dat een eetstoornis je hele leven en functioneren negatief beïnvloedt en in de weg staat, terwijl dit bij een eetprobleem niet het geval is. Bij iemand met een eetprobleem gaat veel aandacht uit naar eten of vermijden van eten.
Oorzaken van een eetstoornis. Voor de ontwikkeling van een eetstoornis is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen. Men gaat uit van een combinatie van erfelijke, karakteristieke, psychologische, biologische of lichamelijke, opvoedkundige, familiaire en sociaal-culturele factoren.
De belangrijkste symptomen van anorexia
Je eet veel minder dan je nodig hebt en/of beweegt overdreven veel met als doel gewichtsverlies. Vaak ben je daardoor erg mager. Je hebt extreme angst om dik te worden of aan te komen. Je lichaamsbeeld is verstoord.
De anorexiapatiënten bleken een grotere orbitofrontale cortex en insula te hebben. De orbitofrontale cortex heeft te maken met het krijgen van een verzadigd gevoel na het eten van een bepaald type voedsel. Vermoedelijk zorgt een grotere orbitofrontale cortex ervoor dat mensen met Anorexia sneller stoppen met eten.