In de BN volkstaal is patate, patat het gewone woord voor 'aardappel'; de uit het Belgisch-Frans ontleende verbinding patates frites 'gefrituurde aardappelen', in Vlaamse dialecten uitgesproken als patat friet, wordt in het NN boven de grote rivieren verkort tot patat; zie ook → friet.
De Vlamingen noemen de gefrituurde aardappel altijd friet. Met patat bedoelen zij de rauwe aardappel. Ook een klap wordt soms een patat genoemd. Pas dus op als een Belg vraagt of je een patat wil!
De Belg zegt friet en de Nederlander patat.
Je ziet het waarschijnlijk al aan de naam, maar de oorsprong van het woord 'patates frites' ligt in de Franse en Vlaamse taal. “Patates betekent aardappel en frites betekent gefrituurd. Het betekent dus letterlijk vertaald aardappel gefrituurd.” Boven de rivieren is de keuze dus op de afkorting patat gevallen.
In Vlaanderen wordt meestal van friet, frieten, frietjes en soms ook fritten gesproken, in de drie zuidelijke provincies van Nederland en in het zuiden van Gelderland spreekt men van friet of frites, in de rest van Nederland wordt vaak het woord patat gebruikt.
In een Zuid-Hollandse snackbar bestel je een patatje flip als je patat met mayonaise en pindasaus zónder uitjes wilt.
De naam 'friet' komt van patates frites, Belgisch-Frans voor 'gebakken aardappelen'. De associatie met Frankrijk stamt mogelijk uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog, toen Amerikaanse soldaten onze friet leerden kennen in de Franstalige regio van België, en daardoor dachten dat ze in Frankrijk waren.
Friet en patat zijn in feite beide juist, aldus Don. Het is regionaal bepaald wat men zegt. Boven de grote rivieren is het meestal patat, en onder de rivieren zeggen ze vaak friet.
Aardappelen eten we in Nederland al vanaf 1593. Maar friet eten we veel minder lang, namelijk nog maar 150 jaar. En dat wordt vandaag gevierd in Houten op het Frituurwereld Event. Anderhalve eeuw geleden werd op een kermis in Breda de eerste portie verkocht.
In een ronde kamer tegen een Belg zeggen dat er een zak friet in de hoek staat. Waarom doet een Belg zijn gulp open als hij zijn friet eet? Dan blijven de vliegen van zijn friet af.
Een patatje oorlog bestaat in de meeste gevallen uit een portie friet met daarover een klodder mayonaise, pindasaus en (vers) gesnipperde uitjes. In het zuiden van het land krijg je er vaak extra curry bij.
In Noord-Nederland noemen we de dik gesneden aardappelen 'patat' en in Frankrijk gaan ze voor de dunner gesneden en knapperige 'pommes frites'.
Britse en Amerikaanse soldaten zouden tijdens de Eerste Wereldoorlog frieten hebben leren kennen aan het Belgische front. Omdat ze overal om zich heen Frans hoorden praten, lanceerden ze de benaming French fries.
Superfriet. Een frietje super is een kleine portie friet geserveerd met mayonaise en een frikandel. Dikwijls wordt een superfriet ook wel een 'supertje' genoemd.
Frietjes worden traditioneel gebakken in dierlijk vet (ossenwit en/of paardenvet). Dat zorgt voor die typische smaak en geur, maar is helaas minder gezond doordat het meer verzadigd vet bevat. Daarom worden frietjes tegenwoordig ook in plantaardige olie gebakken, of in een mengsel van de twee.
Maar wat maakt Belgische friet nou zo lekker? De Belgische friet is gemaakt van een aardappel die speciaal voor het frituren is geteeld. De verse aardappels (bijvoorbeeld een Bindje) worden eigenhandig geschild en gesneden.
“De friet zoals we die vandaag kennen - in staafjes gesneden aardappel, die tweemaal zijn gebakken - zijn uitgevonden in Parijs”, zegt de Franse culinaire historicus Pierre Leclerq. “Rond 1885 zijn de frieten voor het eerst opgedoken in de straten van Parijs.
Frietkotcultuur in cijfers Navefri-Unafri. België telt 4643 frituren. Volgens recent onderzoek van VLAM (*) gaat liefst 95% van de Vlamingen minstens één keer per jaar naar de frituur. 85% van de Vlamingen eet minstens één keer maand frieten en meer dan 60% doet dat minstens wekelijks.
Het woord patat is ontleend aan het Spaanse 'patata', ontstaan als verbastering. Spaanse ontdekkingsreizigers maakten in de zestiende eeuw in de Andes kennis met de zoete aardappel ('batata') en de witte aardappel ('papa'), beide ontleend aan de Indiaanse taal Quechua.
Wie de eerste friet maakte is niet goed te achterhalen. Zowel de Fransen als de Belgen claimen de uitvinding van friet. De belgische historicus Jo Gérard zegt dat hij in een oud manuscript heeft gelezen dat er al friet werd gemaakt in 1680.
“Veel mensen denken dat het stamt van de koloniale oorlog in Nederlands-Indië, en die link is heel begrijpelijk alleen pindasaus deed pas later zijn intrede. De naam staat heel simpel voor 'puinhoop op je bord'. Het is gewoon straattaal.”
Want België is frietland nummer één. In 2016 telde het land maar liefst 4 643 frietkramen – of frietkoten, zoals we eigenlijk moeten zeggen. Voor de lekkerste friet ter wereld, hoef je alleen maar even de grens over te steken naar steden als Antwerpen, Gent en Brugge.
Ossewit - Boodschappen — Jumbo Supermarkten.
'Friet' is een verkorting van het oorspronkelijke 'patates-frites'. In het Zuid-Nederlandse taalgebied lag een verkorting tot 'patat' niet voor de hand, omdat die term er al sinds de 17e eeuw gebruikt werd voor aardappelen.