Het kunnen omkeren van de auto, doormiddel van;Bocht achteruit, halve draai en steken. Hierbij gaat het om de veiligheid en handigheid met het voertuig.
Bij de bijzondere verrichtingen (Omkeren door middel van steken) moet je het overige verkeer voor laten gaan. Kijk eerst voordat je besluit om te gaan keren of het wel mag en/of kan.
Schakel de versnelling in de achteruit. En kijk of de weg vrij is en je geen verkeer hindert. Je kijkt voor, links, rechts en duidelijk naar achteren (je gaat achteruit rijden, dus kijk waar je heen rijd!) Laat de koppeling langzaam opkomen en geeft wat gas bij zodat je genoeg snelheid krijgt om de overkant te halen.
Uitvoering van het straatje keren
Schakel in de 1ste versnelling. Laat de koppeling rustig opkomen, geef een weinig gas, zodat de auto in beweging komt. Stuur vlot geheel naar links, zodra de auto in beweging komt en rijd rustig door.
Als je je stuur naar links stuurt terwijl je naar achter rijdt zal de achterkant van de auto naar links gaan, en vice versa. Breng de auto tot stilstand als je niet zeker weet welke kant je opstuurt, en ga pas weer rijden als je het sturen weer onder controle hebt.
Ronden van de bocht
Staat de auto bijna recht ten opzichte van de wegas, dan stuur je vlot anderhalve slag terug (naar links) totdat de auto weer recht achteruit rijdt. Handel vlot en kijk en 'voel' wat de auto doet terwijl je de stuurhandelingen uitvoert.
Keren op de rijbaan d.m.v. 3 x steken
Rijd met slippende koppeling vooruit en stuur volledig in naar links. Bij het denkbeeldig raken van de stoeprand met de rechter koplamp, stuur 2 slagen terug naar rechts zodat de wielen in de rechtstand staan. Raak met de voorwiel(en) zachtjes de stoeprand.
De hellingproef
En tot slot, de gevreesde hellingproef! Dit is één van, zo niet dé moeilijkste bijzondere verrichting die er is. Gelukkig heb je hem daarom ook al meerdere malen geoefend tijdens je rijlessen. Blijf rustig en raak niet in paniek dan moet alles helemaal goedkomen.
Alleen kun je niet slagen of zakken. Wel kun je wennen aan de examensituatie. Je krijgt handige tips van de examinator, waar je iets aan hebt voor het examen. En je kunt vrijstelling verdienen voor de bijzondere verrichtingen op het examen.
De 6 bijzondere verrichtingen zijn: Recht achteruitrijden, bochtje achteruitrijden, omkeren door middel van steken, omkeren door middel van een halve draai, hellingproef en fileparkeren.
Om veilig in te voegen, is het belangrijk dat u even hard rijdt als het andere verkeer op de snelweg. Gebruik de invoegstrook daarom om op snelheid te komen, zodat u er makkelijk tussen kunt komen. Rijdt u te langzaam, dan moeten andere weggebruikers op de rem trappen.
De examinator zal vragen om je wagen evenwijdig ten opzichte van de weg rechts te parkeren. Je gaat naast het voertuig staan waarachter je moet parkeren, om daarna achterwaarts te parkeren, in een continue S-beweging, tussen twee voertuigen. Hetzelfde manoeuvre, maar dan links ten opzichte van de rijrichting.
Met een slippende koppeling achteruitrijden. Hierbij is het belangrijk je koppeling alleen met de bovenkant van je voet te bedienen en je hak op de grond te houden. Houdt de koppeling zo laag mogelijk. Doel van de oefening; 20 meter achteruit rijden in een zo recht mogelijke lijn.
Van de 28 inzichtvragen moet je er 25 goed hebben. Je mag in dit onderdeel dus maximaal drie vragen fout beantwoorden. Bij gevaarherkenning krijg je 25 vragen waarvan je er 13 of meer goed moet hebben. Hier mag je dus maximaal twaalf fouten maken.
Prijs voor 20 uren rijles = € 1300. Je leert rijden met je eigen begeleider. Wens je eerst enkele lessen te volgen om met een goede basis te beginnen oefenen, dat kan! Er is geen minimumaantal uren dat je moet volgen... je neem vrijblijvend rijles in functie van de behoefte.
Na het volgen van minimum 20 uur rijles kunt u het voorlopig rijbewijs M18 afhalen. Hiermee mag je alleen de baan op (dus zonder begeleider)! De stage duurt minimum 3 maanden en maximum 18 maanden, want dan vervalt het voorlopig rijbewijs M18.
Te dicht langs geparkeerde auto's, obstakels of fietsers rijden. Niet of onvoldoende voorsorteren. Te ruime of te krappe bochten (soms door nonchalant sturen). Te veel links blijven rijden bij tegenliggers op smalle wegen.