Omgevingshygiëne is belangrijk. Het helpt bij het voorkomen dat je ziek wordt door een virus, bacterie of schimmel. Het schoonhouden van je leefomgeving is, naast persoonlijke hygiëne, een must. Voor jezelf en je gezin.
Het omgevingsdomein zorgt dat vertrekkende treinreizigers het station veilig, soepel en gemakkelijk kunnen vinden en arriverende treinreizigers hun fiets, auto en het aansluitende lokaal en regionaal openbaar vervoer. Een van de vier stationsdomeinen uit het Stationsconcept.
Levensdomein: Woon- en leefomstandigheden
Denk daarbij aan: bewegingsmogelijkheden, meubilair, gebruiksgemak op de kamer/in de woning/in het appartement.
Het Omaha System is een classificatie die zorgprofessionals helpt bij het identificeren en vastleggen van aandachtsgebieden, acties en uitkomsten van en voor cliënten.
Het Omaha System is opgebouwd uit drie samenhangende componenten; een assessment op basis van aandachtsgebieden, acties en uitkomsten. Inmiddels wordt het ook in Nederland veelvuldig gebruikt, vooral door thuiszorgaanbieders.
Vier levensdomeinen in het zorgleefplan
Het zorgleefplan is geordend volgens vier levensdomeinen. - Woon- en leefomstandigheden; - Participatie; - Mentaal welbevinden; - Lichamelijk welbevinden en gezondheid.
Maakt voor cliënten helder waar gezamenlijk aan gewerkt wordt. Maar ook wat ieders rol is. Het biedt ook aan de cliënt woorden en inzicht over dat wat nodig is en hoe daaraan gewerkt wordt door de formele en informele zorg samen.
Omaha System is een classificatiesysteem, terminologie- en codestelsel voor zorg en welzijn. Het is een gids in de dagelijkse praktijk van zorgverleners en een hulpmiddel om de acties en uitkomsten van de zorg voor cliënten beter te kiezen, sorteren en vastleggen.
Het Omaha System zorgt voor eenheid van taal en het gebruik van de voorbeeldzorgplannen stimuleert dit nog verder. Maar geen cliënt is hetzelfde, dus het blijft zaak dat verpleegkundigen en verzorgenden goed kijken naar de cliënt en blijven nadenken over de zorg.
Het accent ligt op dit moment vooral op toepassing binnen de extramurale zorg (zorg thuis). Het systeem kent vier domeinen (analoog aan de methodiek van het zorgleefplan) waarbinnen 42 aandachtsgebieden worden onderscheiden: Het omgevingsdomein -> 4 gebieden. Het psychosociale domein -> 12 gebieden.
Deze 4 domeinen bestaan uit de woon-en leefomstandigheden, participatie (het sociale leven van de cliënt), mentaal welbevinden en autonomie, en het lichamelijk welbevinden en gezondheid. Met behulp van de vier domeinen wordt uw levenskwaliteit gewaarborgd.
Levensgebieden of domeinen zijn onder andere: Werk, scholing, relatie, financiën, wonen.
Een zorgwoning is een geschikte woning als u veel zorg nodig hebt. Een zorgwoning biedt meer zorgmogelijkheden dan een aanleunwoning. In een aanleunwoning woont u in een beschermde woonomgeving waar diensten worden geleverd vanuit een zorginstelling of een dienstencentrum.
De Mikzo®methode is de classificatie waarmee de professional, zoals de eerst verantwoordelijk verzorgende, (wijk)verpleegkundige en/of behandelaar, samen met de cliënt en zijn of haar netwerk een zorgplan maakt. De Mikzo®methode is toegelaten voor de thuiszorg en de verpleeghuiszorg.
De SAMPC/SFMPC staat voor Somatisch, Algemene dagelijkse levensverrichting/Functioneel, Maatschappelijk, Psychisch en Communicatief. Deze methodiek dient als hulpmiddel om de zorgproblematiek van een patiënt te ordenen en in kaart te brengen.
Psychosociale zorg is een verzamelterm, het bestaat uit psychosociale ondersteuning en psychologische zorg. Psychosociale ondersteuning is vooral gericht op emotionele en praktische ondersteuning bij (relatief) eenvoudige problemen van psychische en sociale aard.
In de elf gezondheidspatronen ordent Gordon de diagnoses van de NANDA in een logisch geheel. De 11 patronen zijn te overzien en logisch voor verpleegkundigen. Veel dossiers in de zorg zijn opgebouwd rond deze gezondheidspatronen.
Nanda NIC NOC ondersteunt de verpleegkundige in het volledige zorgproces, van anamnese tot evaluatie en zo nodig aanpassen van de zorg. Samen bieden Nanda NIC en NOC een structuur om voortdurend zorgresultaten te toetsen en te bespreken met de patiënt/cliënt.
Het zorgplan beschrijft welke zorg en/of begeleiding u van uw zorgaanbieder krijgt. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met uw wensen. Bijvoorbeeld: hoe laat u op wilt staan, bij welke handelingen u hulp nodig heeft, welke doelen u wilt bereiken. Het zorgplan moet realistisch zijn.
Classificatiesystemen
Er bestaan diverse verpleegkundige classificatiesystemen. Elk systeem heeft zijn eigen ordeningsprincipe. In dit hoofdstuk beschrijven we in het kort enkele veelgebruikte systemen: International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF), Nanda-I/NIC/NOC en Omaha System.
Er bestaan allerlei classificatiesystemen om zorggerelateerde diagnoses te stellen, aandachtsgebieden en interventies te bepalen en zorgresultaten te meten. Zorgorganisaties maken zelf de keuze voor een of meerdere specifieke classificatiesystemen die binnen hun organisatie gebruikt worden.
Een classificatiesysteem, ook wel een typologie, categorisatie, rubricering of kortweg een classificatie (hoewel deze laatste term ook voor de activiteit van het classificeren wordt gebruikt) is een schema volgens welke men objecten kan indelen naar een of meer eigenschappen of kenmerken.
Wat sinds een jaar of dertig thuiszorg heet, heette eerder kruiswerk en gezinsverzorging en daarvoor armenzorg. In de negentiende eeuw kregen armen bij ziekte, zwangerschap en ouderdom hulp van de kerken, van particuliere cha- ritatieve organisaties of van de gemeentelijke overheid.
Dit nieuwe classificatiesysteem, ontwikkeld in overleg met experten en de omroepen, biedt een duidelijke en herkenbare classificatie van inhoud, zodat ouders en voogden weloverwogen keuzes kunnen maken. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van minderjarigen."