De molaire concentratie (of de molariteit) is een maat voor de sterkte van een oplossing van een stof. Ze wordt gedefinieerd als het aantal mol opgeloste stof per liter oplossing. Van alle manieren om de sterkte te meten is dit de bekendste.
Je gaat van mol naar volume door het aantal mol te vermenigvuldigen met het molair volume. Als je het volume van een stof weet en je wil het aantal mol weten, dan doe je het tegenovergestelde, dus dan deel je door het molair volume.
Het molair volume is het volume van 1 mol ideaal gas bij een bepaalde temperatuur en druk. Met dit molair volume kan dus het volume van een bepaalde hoeveelheid mol gas of het aantal mol in een bepaald volume gas worden berekend. Het molair volume bij 0 °C (273,15 K) en 1 atm druk is 22,41 L/mol.
Water heeft bijvoorbeeld een molecuulmassa van 18,016 u, dus een molaire massa van 18,016 g/mol. Ofwel: 1 mol water heeft een massa van 18,016 gram.
Als we het aantal mol vermenigvuldigen met de molaire massa krijgen we de massa: 0,6 mol NaCl x 58.5 g/mol = 35,1 g. Om de concentratie te krijgen delen we het aantal gram door het aantal liter: 35,1 / 5 = 7,02 g/L.
Water heeft bijvoorbeeld een molecuulmassa van 18,016 u, dus een molaire massa van 18,016 g/mol. Ofwel: 1 mol water heeft een massa van 18,016 gram.
Ze wordt gedefinieerd als het aantal mol opgeloste stof per liter oplossing. Van alle manieren om de sterkte te meten is dit de bekendste. Deze maat van concentratie heeft mol per liter (mol/L) als eenheid, en wordt vaak met zijn eigen eenheid molair (M) aangegeven. Strikt genomen is dit geen SI-eenheid.
De scheikundige mol is een eenheid die staat voor het aantal deeltjes, dus het aantal moleculen of atomen. Hierbij bevat 1 mol 6,022 × 1023 deeltjes, oftewel 6,022 × 1023 deeltjes per mol (mol-1). Dit getal wordt de constante van Avogadro genoemd en wordt aangeduid met het symbool NA.
Mol is een eenheid van hoeveelheid deeltjes. Deze eenheid is zo gekozen dat 1 mol waterstofatomen(het kleinste atoom) precies 1 gram aan massa heeft. Het precieze aantal kun je vinden als het getal van Avogadro.
De concentratie kun je berekenen door de hoeveelheid opgeloste stof te delen door de hoeveelheid oplossing. De formule is dan Hoeveelheid opgeloste stof ÷ Hoeveelheid oplossing.
10 milliliter is 1 centiliter, 10 centiliter is een deciliter en 10 deciliter is een liter. Een milliliter is één duizendste van een liter, dus 0,001 liter.
1.000 ml is 1 liter. 500 ml is 0,5 liter. 1 liter en 0,5 liter is 1,5 liter.
Molprocent. Het molprocent geeft aan hoeveel mol van een stof aanwezig is op 100 mol van een mengsel. Molprocent is de molfractie × 100%.
Om de inhoud uit te rekenen, vermenigvuldig je de lengte, de hoogte en de breedte met elkaar. De lengte en hoogte staan in centimeter, maar de breedte niet. Daarom moet je als eerste de breedte omrekenen van meter naar centimeter. Daarna kan je de drie getallen met elkaar vermenigvuldigen en krijg je de inhoud.
➢ De molaire massa van O = 16 u. ➢ De molaire massa van H = 1 u. ➢ Ik heb in water 1 deeltje O (van 1u) en 2 deeltjes H (van 1u per stuk) ➢ De totale molecuul weegt dus 16 + 1 + 1 = 18u. ➢ 1 Mol water heeft dus een massa van 18 gram.
De mol onder de grond
De mannetjes mollen zijn groter dan de vrouwtjes en worden ongeveer 140 millimeter groot. De mol leeft voornamelijk onder de grond en is continue heel actief met het graven van gangen. Gelukkig hebben deze dieren een vacht waar hij gemakkelijk mee vooruit en achteruit kan in zijn gangen.
De molair (M) is de verouderde naam voor de eenheid van molaire concentratie of (verouderd) molariteit en komt overeen met 1 mol per liter: 1 M = 1 mol/liter. De molair is geen SI-eenheid. De SI-eenheid van molaire concentratie is de millimolair (mM), die overeenkomt met 1 mol per kubieke meter: 1 mM = 1 mol/m³.
De mol heeft kleine, slecht ontwikkelde ogen, maar hij is niet blind. Hij heeft een spitse, slurfvormige roze snuit met gevoelige snorharen en tastzenuwen en een klein staartje. Hij heeft geen uitwendige oren en ook zijn nek is niet te zien doordat die zo gespierd is.
Onthouden: om de sterkte in mmol in een %-oplossing uit te kunnen rekenen per 1 ml, dien je het percentage x 10 te doen.
- De verhouding tussen de hoeveelheid (vaste) stof ten opzichte van de hoeveelheid vloeistof noemen we concentratie. - Concentratie = massa (vaste stof) / hoeveelheid vloeistof. - De grootheid van concentratie is de de kleine letter c. - Voor de eenheid van concentratie wordt vaak g/L of ml/L gebruikt.
Je moet berekenen hoeveel gram 0,40226 mol Cu is. Om van mol naar gram te gaat moet je vermenigvuldigen met de molaire massa. De massa staat in het periodiek systeem, dus die molaire massa kan je overnemen: 63,55 g/mol. 0,40226*63,55=26 gram koper.
500 ml water weegt zo'n 500 gram, en dat is voor de meeste mensen een optimaal gewicht om vast te houden.
namelijk 18.016 gram per mol. Om de molmassa van water te berekenen hebben we twee gegevens nodig. Die kan je terugvinden in je Binas, in tabel 7B vind je hoeveel de massa van één u is. Namelijk één u is 1.660538921 maal tien tot -27 kilogram.