De digitale matrix-ledkoplampen zijn de geavanceerdste koplampen die Audi te bieden heeft. Met deze innovatieve koplamptechnologie zijn bijzondere lichtanimaties mogelijk, zoals de projectie van een duidelijk zichtbaar rechthoekig lichtvlak op de rijstrook voor de auto, binnen de gebruikelijke lichtbundel.
Audi Matrix LED-koplampen produceren een helder licht en zorgen zo voor een beter zicht. Deze vernieuwende verlichtingstechniek werkt met behulp van een camera, LEDs en nauwkeurige optische systemen om het licht volledig adaptief te regelen.
Bij LED Matrix-koplampen bestaat het grootlicht uit meerdere segmenten die naar wens in- of uitgeschakeld kunnen worden. Het systeem deactiveert het deel van de lichtbron dat een andere weggebruiker verblindt. De andere segmenten blijven aan en verlichten de weg. Het systeem kan meerdere objecten tegelijk 'ontzien'.”
Met de IQ. Light koplampen bepalen je snelheid, locatie en eigen voorkeuren de juiste lichtfunctie. De matrix LED koplampen bestaan uit afzonderlijk dimbare LEDs per lamp, die de richting van de weg én je stuur volgen. Dus of je nu in de stad rijdt of juist op de snelweg, je zicht is altijd optimaal.
Wat is Wat zijn adaptieve koplampen? Adaptieve koplampen zijn koplampen die gesynchroniseerd zijn met je besturing. De koplampen bewegen mee met de stuurbewegingen die je als bestuurder maakt.
De projectiekoplamp is ingebouwd in een frame dat om de verticale as kan worden gedraaid. De draaihoek in een bereik van +/– 15 graden is bedoeld voor bochten tot ongeveer 200 meter. In een bocht met een radius van 190 meter verlicht het dimlicht gewoonlijk slechts een gebied van 30 meter.
Meet de afstand van het licht tot het plakkertje
Schijnen ze ver onder het plakkertje of zie je je koplampen niet eens op de muur, dan moeten ze wat naar boven. De koplampen moeten idealiter ongeveer 10cm (bij een afstand van 10 meter) onder het streepje uit komen.
De lichten die we het vaakst gebruiken, zijn de dimlichten. Deze lichten steken we aan wanneer de avond valt of het donker is. Ook bij regenweer, sneeuw, mist en andere omstandigheden waarbij het onmogelijk is om verder te kijken dan 200 meter is het verplicht om de dimlichten aan te steken.
Hoewel het mogelijk is de koplampen zonder speciaal apparaat af te stellen, kunnen gemakkelijk fouten worden gemaakt. In een gespecialiseerde garage kan de afstelling meestal binnen enkele minuten worden uitgevoerd en kost deze tussen de 10 en 40 euro.
In het donker is het dimlicht verplicht. De dimlichten hoeven niet aan als de mistlichten branden. Branden de dimlichten en mistlichten aan de voorkant van de auto tegelijk? Dan bestaat de kans dat de reflectie van uw eigen dimlicht u verblindt.
Als uw richtingaanwijzer is ingeschakeld en u afslaat of in een parkeerplek rijdt, verlicht een lamp in het mistlicht (aan de zijde waar u afslaat) automatisch de kant van de weg, zodat u een beter zicht hebt tijdens het afslaan.
Def.: lichten ter ondersteuning van de voorgeschreven fluitseinen bij het manoeuvreren. Toelichting: Wit licht, rondom zichtbaar op een afstand van tenminste 5 zeemijlen, in hetzelfde verticale vlak als het toplicht, ten minste twee meter hoger dan het toplicht.
Bij adaptieve bochtverlichting draaien de lampen mee met de stuurbewegingen. Dit betekent dat wanneer u een bocht maakt, de verlichting dezelfde kant op wijst als de richting waarin u rijdt. Op deze manier krijgt u duidelijker zicht en rijdt u verlicht de bocht in.
Bochtverlichting dient om de berm en/of de zijkant van de weg beter zichtbaar te maken bij het nemen van een bocht. Het is geen mistlamp of richtingaanwijzer. Bij sommige auto's worden de mistlampen wel ingezet als bochtverlichting, maar hebben ze oorspronkelijk dus een andere functie.
In de huidige wet staat dat dagrijverlichting verplicht is, maar er staat niet dat het verplicht is dat de achterlichten automatisch moeten aangaan. Als de achterlichten niet automatisch aangaan, moet er een signalering aanwezig zijn die de bestuurder erop attendeert dat de achterlichten niet branden.
De interieurverlichting weerspiegelt in de autoruit waardoor de bestuurder lastiger naar buiten kan kijken. Hoewel het dus zeker niet illegaal is om met de interieurverlichting aan te rijden, is het niet verstandig.
Op je dashboard kun je altijd zien welke verlichting je hebt ingeschakeld. Dit zijn de symbolen die daarvoor worden gebruikt: Stadslicht is niet hetzelfde als dagrijverlichting. Bij dagrijverlichting branden de achterlichten niet.
Gebruik dan je dimlicht. Dit zijn de 'standaard' lichten die je inschakelt in de avond. Zo creëer je meer zicht en ben je voor anderen beter zichtbaar. Er is wel een uitzondering: als je de mistlichten aanhebt, hoef je de dimlichten niet in te schakelen.
Een auto moet zijn voorzien van drie remlichten, waarvan er één op het midden van de achterzijde van de auto is aangebracht (auto's in gebruik genomen vóór 1-10-2001 moeten minimaal twee remlichten voeren).
Doe alleen de normale (dimlicht) verlichting aan. Schijnwerpers reflecteren in de mist waardoor je tegen een witte muur aankijkt. Zorg dat je de achterlichten van je voorligger blijft zien. Hou een dusdanige afstand tot je voorligger dat je nog bij kunt remmen of nog op tijd kunt stoppen bij je rijsnelheid.
Je mag neon of ledverlichting wel onder de auto hebben op de openbare weg, zolang je het maar niet aanzet, maar ja, het is natuurlijk wel leuk. Een neon auto kit bestaat uit twee lange en twee korte buizen, er zijn kits met een externe transformator inclusief bevestigingsbeugels.
Het is verboden mistlampen te voeren op grond van 34 van het RVV. Het voeren van mistlichten terwijl de weersomstandigheden daar geen aanleiding toe geven mag niet. Het mistlicht mag alleen maar branden bij mist, sneeuwval of regen die het zicht ernstig belemmert.
Is Xenon of LED toegestaan in mijn voertuig? U mag alleen Xenon en LED lampen plaatsen in uw voertuig als de licht unit hiervoor gemaakt is. Alle LED en Xenon verlichting met een H-fitting dus: H7, H4, H1, etc. zijn niet bestemd voor op de openbare weg.
Zet bij het parkeren op een helling altijd je auto op de handrem. Eventueel kun je je auto ook nog in de eerste versnelling zetten. Op hele steile hellingen of bij gladheid (bijvoorbeeld in de sneeuw) kan het verstandig zijn om stenen of een wielkeg achter je wielen te schuiven. Dan gaat de auto niet zomaar rollen.