Als je op de klok 16:15 ziet, dan is het kwart over vier in de middag. Als je op de klok 16:30 ziet, dan is het half vijf in de middag. Als je op de klok 16:45 ziet, dan is het kwart voor vijf in de middag.
Deze cijfers worden weergegeven met sprongen van 5: 5 - 10 - 15. Een kwartier = een vierde deel ( 1⁄4 ) van een uur. Een kwartier = 15 minuten. Een kwartier = 3 stukken van 5 minuten.
05:45 → Het is kwart voor zes 's morgens.
Kwart voor is gelijk aan 3 kwartier (45 minuten) over het hele uur. Kwart over: De minuten op de klok geven 15 aan.
Laat de klok zien en vertel dat er 9 uren op staan en 45 minuten. Het is dus kwart voor 10 's ochtends. Leg uit dat een uur uit 60 minuten bestaat, een half uur uit 30 minuten en een kwartier uit 15 minuten. Laat met behulp van de klok zien dat het 7 uren zijn en 15 minuten (een kwartier).
De 9 staat voor een kwart voor de 12 en de 3 is een kwart over de 12.
Dus kwart voor 2 op de analoge klok is 01:45 uur. Kwart voor 3 op de analoge klok is 02:45 en zo verder.
Laat met behulp van de klok zien dat het 4 uren zijn en 15 minuten (een kwartier). Het is dus 15 minuten over 4 uur oftewel kwart over 4. Leg uit dat je bij tijden met kwart voor, 15 minuten terug telt van het hele uur. Je haalt dus 15 minuten van de 60 minuten af.
Het verwijst naar hele en halve uren, naar 'voor' en naar 'over'. Bovendien moeten leerlingen tot veertien kunnen tellen; na veertien minuten over drie wordt het kwart over drie.
08:45 → Het is kwart voor negen.
Op deze analoge klok is het kwart voor 7 's avonds. Het is 6 uur geweest. Het is 45 minuten later dan 6 uur 's avonds. In digitale tijd is het dus 18:45 uur.
We tellen tot 14 over 8 en daarna heet het kwart over 8. Vervolgens begint het weer met 14 voor half 9 totdat het half 9 is.
Laat met behulp van de klok zien dat de grote wijzer helemaal rond is gegaan als er één uur voorbij is. Geef vervolgens aan dat een half uur bestaat uit 30 minuten (30 stukken). Laat zien dat bij een half uur de grote wijzer een half rondje gaat. Bespreek daarna dat een kwartier bestaat uit 15 minuten (15 stukken).
Het woord kwartier gaat terug op het Franse woord quartier, dat 'vierde deel (van een geheel)' betekent. Vroeger werd het woord gebruikt in de tijdsaanduiding een kwartier uurs ('een vierde deel van een uur'). Kwartier uurs is later verkort tot kwartier.
Kwart is de benaming voor het breukgetal 1/4 (¼), dus een gedeeld door vier. Deelt men iets in vier gelijke delen, dan is elk deel een kwart. Letterlijk betekent kwart 'een vierde deel' (uit het Latijn quartus 'vierde').
Dat is kwart voor. Bij kwart over tel je 15 minuten verder dan het hele uur.
Jaartallen in de eenentwintigste eeuw worden door de meeste mensen met 'tweeduizend' uitgesproken: 2001 ('tweeduizend (en) een'), 2012 ('tweeduizend (en) twaalf'), 2020 ('tweeduizend twintig') enzovoort.
De klok kan kwart over (een heel uur) aangeven en kwart voor (een heel uur) aangeven.
Het is dus 10 minuten voor 9 uur oftewel 10 minuten voor 9. Leg uit dat je bij tijden met 5 en 10 voor de minuten terug telt van het hele uur.
Dus kwart voor 2 op de analoge klok is 01:45 uur. Kwart voor 3 op de analoge klok is 02:45 en zo verder.
Volgens de Taalunie is beide correct.
Zo is half 8 's avonds 20:30 op de digitale klok. Laat met behulp van het voorbeeld zien hoe je half 5 's middags op de digitale klok zet.
Als iemand 's middags aan je vraagt hoe laat het is (en het is 15:30), dan kan je gewoon zeggen: it is half past three.