Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. Iemand met een lichte verstandelijke beperking heeft een IQ tussen 50-70 en beperkingen in het aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode.
(ZB) of lichte verstandelijke beperking (LVB)
Zo'n 15% van de mensen in Nederland scoort een IQ onder de 85. Het grootste deel van deze groep (13,6%, dat zijn 2,4 miljoen mensen) heeft een IQ tussen 70 en 85. Dat noemen we zwakbegaafd.
Een licht verstandelijke beperking uit zich in een IQ-score tussen de 50 en 70. In Nederland kunnen mensen met een IQ-score tussen de 70 en 85 die eigenlijk zwakbegaafd zijn en (ernstige) bijkomende problematiek hebben, eveneens gebruik maken van de zorg voor mensen met een LVB.
De grootste categorie betreft de mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Zij hebben vaak problemen met communiceren, abstract denken, plannen en geld beheren. Mensen met een matig verstandelijke beperking (MVB) hebben vaak ondersteuning nodig op gebied van school, werk en persoonlijk leven.
Personen met een IQ tussen 70 à 75 en 85 à 90 (zwakbegaafdheid) behoren niet tot de groep van personen met een verstandelijke handicap.
Bij (jong)volwassenen kunnen bijvoorbeeld een laag opleidingsniveau, een klein sociaal netwerk, een gebrek aan concrete vaardigheden als klokkijken en het hebben van wat meer kinderlijke hobby's en voorkeuren tekenen zijn dat er sprake is van een lvb of zwakbegaafdheid.
Een lvb kan ontstaan door verschillende biologische factoren, zoals een genetische afwijking, ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap, en blootstelling aan giftige stoffen als alcohol, drugs en medicijnen tijdens de zwangerschap.
We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50-70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
Classificatie op basis van ernst
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Een licht verstandelijke beperking is deels erfelijk. Het komt ook voor dat er een spontane mutatie is in de genen van het baby. Dat leidt uiteindelijk tot een afwijking. Die afwijking komt dus niet voor in beide kanten van de familie.
Mensen met een LVB kunnen zich moeilijk inleven in een ander
Ze kunnen anderen moeilijk lezen, niet goed begrijpen wat iemand bedoelt en zich ook minder goed verplaatsen in een ander.
Vanwege hun beperkte begrip hebben mensen met een LVB behoefte aan zekerheid en duidelijkheid. Daarom zijn ze gebaat bij een gestructureerde, overzichtelijke en voorspelbare leefomgeving. Steun van de omgeving kan leer- en gedragsproblemen helpen verminderen.
Uit haar onderzoek blijkt dat de post traumatische stressstoornis (PTSS) het vaakst voorkomt onder mensen die zwakbegaafd zijn of een LVB hebben.
Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden.
Kinderen en jongeren met een lvb hebben moeite met het onthouden en verwerken van informatie. Zij hebben een achterstand in het werkgeheugen, een relatief zwak verbaal kortetermijngeheugen en een laag denktempo.
Lichte verstandelijke beperking: IQ 50/55-70. Matige verstandelijke beperking: IQ 35/40-50/55. Ernstige verstandelijke beperking: IQ 20/25-35/40. Diepe verstandelijke beperking: IQ lager dan 20/25.
Mensen met een psychische stoornis en ZB/LVB bevinden zich overal in de maatschappij en zijn – soms onopgemerkt – in beeld of in zorg bij meerdere instanties en hulpverleningssectoren. Deze mensen bevinden zich binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.
Voor iemand met een LVB is het belangrijk dat de zorg en hulp die hij of zij krijgt goed op elkaar is afgestemd. Zorg- en hulpverleners moeten dus goed met elkaar samenwerken en afstemmen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd wil de kwaliteit van deze zorg voor mensen met een LVB stimuleren.
Bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking (IQ < 50) is er meestal een genetische oorzaak. De meerderheid hiervan wordt verklaard door de-novo-genmutaties en chromosoomafwijkingen.
Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) lopen een groot risico om in de schulden terecht te komen. Zij zijn vaak laag opgeleid, hebben dikwijls wisselend of laagbetaald werk en zijn vaak niet financieel zelfredzaam.
Niet iedereen kan even slim zijn. Naast heel slimme mensen bestaan er ook mensen die laag scoren op een IQ-test.
Bijvoorbeeld heel erg boos worden of heel verlegen reageren. Of slecht de aandacht bij een gesprek kunnen houden. Ook het niet nakomen van afspraken hoeft geen onwil te zijn. Dit kan een teken van een licht verstandelijke beperking zijn.
Een hoogbegaafde heeft een IQ van 130 of meer. Een laagbegaafde heeft een IQ tussen de 70 en 85.