Iemand die niet goed spraak kan verstaan, is slechthorend. Daarvoor gelden gradaties: licht slechthorend, matig slechthorend, of ernstig slechthorend. In dit laatste geval spreken we ook wel van doofheid.
Welke klachten kunnen er bestaan? Slechthorendheid is meer dan het niet meer hard genoeg horen van geluiden. Bij gehoorverliezen kunnen de geluiden ook vervormd worden gehoord, soms doffer en soms juist erg scherp.
Slechthorendheid kan aangeboren zijn, maar ook tijdens of na de geboorte ontstaan. Ouderdom, erfelijkheid, gehoorschade of een oorontsteking: slechthorendheid heeft vaak, maar niet altijd, een aanwijsbare oorzaak.
Doofheid is het niet of zeer slecht kunnen horen. Iemand die doof is wordt ook wel auditief beperkt/gehandicapt genoemd. De term gehoorgestoord die vroeger nog weleens werd gebruikt is vanwege de negatieve bijklank (gestoord) niet meer zo gangbaar.
Slechthorende mensen hebben soms last van onbegrip, moeizame sociale contacten en gebrek aan energie. Ze kunnen klachten hebben als somber zijn, nergens zin in hebben, niet kunnen slapen, onrustig zijn, moeilijk kunnen concentreren of zich terugtrekken. Het kan zijn dat zij dan last hebben van een depressie.
Doofheid kan niet genezen worden. Als er sprake is van slechthorendheid, kan er vaak wel gezorgd worden dat het gehoor beter wordt. Bij jonge kinderen kan wel gebruik gemaakt worden van een oorimplantaat om horen mogelijk te maken of gemakkelijker te maken.
Om te oordelen over de mogelijkheid tot erkenning als persoon met een handicap, wordt rekening gehouden met het gehoorverlies over beide oren. Louter oordelend op het gehoorverlies kan een eenzijdig dove persoon niet erkend worden als persoon met een handicap.
Horende mensen kunnen zo'n 400.000 geluiden horen. Oren kunnen kapot gaan als je hard valt of een harde knal hoort. Baby's kunnen ook slechthorend of doof geboren worden. Sommige dove en slechthorende kinderen gaan naar een gewone school.
Matig gehoorverlies (41-60 dB HL): Moeite met het horen en/of verstaan van spraak op een normaal niveau van luidheid, zelfs in een rustige omgeving. Ook een telefoongesprek kan slecht of helemaal niet te horen zijn.
Als u slecht hoort, hoort u geluiden minder goed. Misschien hoort u met 1 oor beter dan met uw andere oor. Ook kunt u 1 of meer van deze dingen merken: Het is moeilijk om een gesprek te volgen.
Als het gehoorverlies aan één oor optreedt, kunt u niet meer aangeven van welke kant het geluid komt. Met behulp van het MRI-onderzoek kunnen pezen, spieren, hersenweefsel, kraakbeen, tussenwervelschijven, organen of bloedvaten zichtbaar worden gemaakt.
Hoe vaak komt het voor? Ongeveer 1 tot 2 van de 1.000 baby's is doof of slechthorend.
Categorieën van gehoorverlies:
0-20 decibel: normaal gehoor. Verlies van 20-40 decibel: licht gehoorverlies. Verlies van 40-60 decibel: matig gehoorverlies. Verlies van 60-90 decibel: ernstig gehoorverlies.
Alleen bij zoogdieren leveren dode haarcellen in het oor permanente schade op, zo lijkt het. De afgelopen jaren zijn er flinke verbeteringen ontwikkeld op het gebied van hoortoestellen, maar de mogelijkheid om gehoorverlies ongedaan te maken is er nog niet.
Bij perceptief gehoorverlies is er iets stuk in het binnenoor, ook wel slakkenhuis genoemd. Dit kan komen door zuurstoftekort bij bijvoorbeeld de geboorte, geluidsoverlast, schadelijke stoffen in medicijnen en ouderdom. Andere oorzaken voor slecht horen zijn: Een verstopt oor, door bijvoorbeeld oorsmeer.
Uit Nederlands onderzoek onder tachtig volwassen doven en slechthorenden blijkt dat rond de 70 procent van hen laaggeletterd is en dus onvoldoende kan lezen en schrijven om helemaal mee te doen in de samenleving. Ter vergelijking: onder de gehele volwassen Nederlandse bevolking ligt dat percentage op 18 procent.
Als het gehoor van iemand op oudere leeftijd achteruitgaat, wordt dat ouderdoms-doofheid genoemd. De belangrijkste oorzaak is slijtage van de haarcellen in het binnenoor. Maar het kan ook te maken hebben met lawaai, medicijngebruik, vaatproblemen of slechte eetgewoonten.
Vormen van gehoorverlies
Als geluid minder goed wordt voortgeleid door buiten- of middenoor is er geen sprake van perceptieve, maar van geleidingsslechthorendheid (conductieve slechthorendheid, geleidingsgehoorverlies), door bijvoorbeeld oorsmeer of vocht achter het trommelvlies.
Als u slechthorend of doof bent, kunt u gewoon deelnemen aan het verkeer. Er gelden geen extra regels als u wilt autorijden. Alle regels over rijden met een aandoening vindt u in de Regeling eisen geschiktheid 2000.
Wanneer er sprake is van een bilateraal gehoorverlies, dus aan beide oren, kan dit verlies voor beide oren gelijk of juist voor elk oor verschillend zijn. Wanneer het verlies aan het ene oor gelijk is aan dat van het andere oor, spreekt men van een symmetrisch verlies.
Zo kun je bijvoorbeeld als kind of als volwassene doof worden als gevolg van een hersenvliesontsteking of door een ongeluk. Veel dove mensen communiceren door middel van gebarentaal. In gebarentaal staan de handen, het gezicht en de ogen centraal. Ook wordt vingerspellen gebruikt of Nederlands met gebaren.
Bij langdurige of chronische stress is er een overproductie aan adrenaline die een verhoogde bloeddruk veroorzaakt. Bij een hoge bloeddruk vermindert de bloedsomloop naar de oren en raken de haarcellen dus beschadigd.