De belangrijkste benaderingen zijn de descriptieve en de normatieve. De descriptieve grammatica is beschrijvend, de normatieve geeft aanwijzingen en wenken. Hoewel de begrippen prescriptief en normatief elkaar goeddeels overlappen, is het laatste begrip iets ruimer.
Normatief zijn voor een ander betekent dat je jouw zienswijze, mening of norm oplegt aan een ander als zijnde een geschreven of ongeschreven richtlijn of gedragsregel. Wie normatief is geeft aan hoe het hoort, wat normaal gedrag is of wat gewenst c.q. ongewenst gedrag is.
Met descriptief of beschrijvend onderzoek probeer je accuraat en systematisch een populatie, situatie of fenomeen te beschrijven. Met dit type onderzoek kun je wat-, waar-, wanneer- en hoe-vragen beantwoorden, maar geen waarom-vragen.
Normatieve ethiek stelt de vraag wat we zouden moeten of mogen doen en waarom we bepaalde normen en waarden beter of slechter moeten vinden dan andere. Normatieve theorieën geven een perspectief en argumentatie voor hoe in een bepaalde situatie gehandeld of beslist zou moeten worden.
In tegenstelling tot positieve analyse, staat bij normatieve analyse subjectief nadenken over wat we zouden moeten waarderen of welke werkwijze gekozen moet worden centraal, zoals het belang van omgevingsfactoren en de aanpak daarvan.
Bij een normatieve vraagstelling worden normen of beginselen als maatstaf gehanteerd waaraan de empirie (de werkelijkheid) kan worden beoordeeld. Een voorbeeld van een normatieve vraag is: moet Nederland evenveel aan ontwikkelingshulp besteden als België?
Normatieve professionalisering gaat uit van de vooronderstelling dat elk professioneel handelen, behalve technische en communicatieve kwaliteiten, ook een morele kant heeft (normatieve professionaliteit). Anders gezegd: bij professioneel handelen spelen altijd ook normen en waarden een rol.
Bijgewerkt op 1 september 2022 door Shona McCombes. Met descriptief of beschrijvend onderzoek probeer je accuraat en systematisch een populatie, situatie of fenomeen te beschrijven. Met dit type onderzoek kun je wat-, waar-, wanneer- en hoe-vragen beantwoorden, maar geen waarom-vragen.
Eind jaren 70 van de vorige eeuw beschreven de Amerikaanse bio-ethici Tom Beachamp en James Childress de 4 ethische principes die leidend zouden moeten zijn voor ons medisch handelen in de individuele patiëntenzorg. Deze principes zijn: (a) respect voor autonomie; (b) weldoen; (c) niet schaden; en (d) rechtvaardigheid.
De normatieve competentie is een cluster van: Kennis: zoals kennis over hoe het proces van duurzame ontwikkeling voor iedereen anders ingevuld kan worden omwille van waarden van mensen met een andere culturele achtergrond of politiek gedachtegoed. Vaardigheden: zoals kritisch denken.
Descriptieve uitspraak, beschrijvend, feitelijke uitspraak over wat het geval is.
Descriptief onderzoek wordt weleens tweedefase onderzoek genoemd, omdat het idealiter gebruik maakt van de gegevens uit kwalitatief onderzoek, zodat je weet welke productattributen, welke emoties en attituden of welke stappen uit het koopbeslissingstraject van toepassing zijn om te worden gemeten.
Descriptieve Grammatica - Beschrijvende grammatica.De regels worden opgesteld op basis van hoe mensen taal gebruiken. Zie ook >prescriptieve grammatica.
De Normatieve sociale invloed is de invloed die anderen op ons uitoefenen die ervoor zorgt dat wij ons conformeren, om aardig gevonden en geaccepteerd te worden. Een voorbeeld van beïnvloed gedrag is roken om 'erbij te horen'.
Men omschrijft op deze site normatieve reflectie als: "wat vind ik als hulpverlener, wat zijn mijn dilemma's en keuzes, hoe kijk ik en hoe verantwoord ik – waar loop ik vast?" (Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk, z.d.-a).
= de vraag of een bepaalde handeling, regel, toestand, maatregel toegelaten (mogen), verplicht (moeten) of verboden (niet mogen) moet worden. DUS: problemen die je dagelijks in de krant leest, die veel mensen bezighouden en waar je met kennissen over discussieert.
De 10 meestvoorkomende waarden wereldwijd zijn: vrijheid, eerlijkheid, respect, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, gelijkheid, vrede, vriendelijkheid, liefde, en veiligheid.
Ethiek is de wetenschappelijke of systematische studie van de moraal. Anders gezegd is ethiek 'kritisch nadenken over wat (moreel) goed is om te doen'. Van oudsher wordt de ethiek gezien als een onderdeel van de filosofie.
Wat is een moreel dilemma? Wanneer er in een bepaalde situatie conflicterende waarden zijn, kun je te maken krijgen met een moreel dilemma.Het kiezen voor de ene waarde gaat dan ten koste van de andere waarde. Denk aan een patiënt die dreigt iemand anders iets aan te doen.
Bij Kant en de utilitaristen gaat het om het volgen van een regel die buiten jezelf ligt: de plicht of het genotsprincipe. Omdat het hier gaat om regels, worden deze vormen van ethiek ook wel 'normatief' genoemd. De deugdethiek is niet normatief. Zij kijkt naar de mens zelf en zijn bedoelingen bij een handeling.
De constructie van een set van ethische normen en waarden, noemen we normatieve of prescriptieve ethiek. Willen we de ethische normen echter neutraal en onderzoeksgericht beschrijven, dan hebben we het over descriptieve ethiek.
De descriptieve grammatica houdt zich bezig met het beschrijven, indelen, klassificeren van allerlei typen van woorden, hun bouw en hun gebruiksmogelijkheden in grotere gehelen, woordgroepen of zinnen. Behalve een beschrijving leveren wil men tegenwoordig ook dat een grammatica kan 'verklaren'.
Het begrip normatieve professionaliteit verwijst naar de praktische wijsheid die professionals gebruiken in hun werk; en ook naar de waardegeladenheid van hun professionele keuzes. “Professionals “doen” waarden”, volgens Jacobs, Meij, Tenwolde en Zomer (2008).
“Normatieve professionalisering begint wanneer mensen stilstaan bij de morele lading van hun dagdagelijkse keuzes en in hun professioneel handelen bewust ruimte maken voor echte aandacht in hun contact met anderen en voor humanisering van de organisatie waarbinnen zij hun werk verrichten.”
Normatieve professionalisering helpt ons om helder te krijgen hoe wij op cliënten reageren vanuit onze eigen normen, waarden en overtuigingen, en in hoeverre moraliteit in ons vak een rol zou moeten spelen.