Loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (loonheffing) Loonheffing is de belasting die een werkgever namens een werknemer betaalt. Loonheffing is de verzamelnaam voor loonbelasting en de premie voor de volksverzekeringen.
Loonheffing is de verzamelnaam van de belasting en premies die van het bruto salaris worden ingehouden. Op het moment dat je loon uitbetaalt, moet je daar loonheffingen op inhouden. Die betaal je vervolgens aan de Belastingdienst.
Loonbelasting is de belasting die door de werkgever op het loon van de werknemer wordt ingehouden. De werkgever draagt deze belasting namens de werknemer af aan de Belastingdienst. Het is een zogeheten voor-belasting. Uiteindelijk rekent iedere individu zelf af met de Belastingdienst middels de inkomstenbelasting.
De Belastingdienst bepaalt het belastingtarief aan de hand van twee belastingschijven. Het tarief tot een inkomen van 68.507 euro is 37,35 procent. Voor het deel van het inkomen boven de 68.507 euro is het tarief 49,50 procent. Bekijk rekenvoorbeelden op de website van de Rijksoverheid.
Als je bij iedere werkgever loonheffingskorting aanvraagt, krijg je namelijk te veel korting op je belasting. Je moet dan waarschijnlijk achteraf belasting aan ons betalen.
Als u te weinig belasting betaalt via de loonheffing, komt dat doordat de belasting over uw totale jaarinkomen hoger is dan de belasting die in totaal op uw loon of uitkeringen is ingehouden. Omdat ons belastingstelsel een oplopend tarief heeft, betaalt u meer belasting als uw inkomen hoger wordt.
Je kunt belasting terugvragen als je meer dan 16 euro aan loonheffing hebt betaald. Je vraagt belasting terug voor elk kalenderjaar waarin je hebt gewerkt. Om het geld ook echt te krijgen, moet je het Aangifteprogramma op Belastingdienst.nl/jongeren doorlopen. Voor ieder jaar is er een apart programma.
Geen loonheffingskorting toepassen
Een andere mogelijkheid is om bij geen van uw werkgevers de loonheffingskorting aan te vragen. U krijgt dan een lager netto loon per maand. U krijgt na de belastingaangifte geld terug of u hoeft minder bij te betalen.
Ga naar de arbeidsrelatie van de medewerker bij wie je de loonheffingskorting wilt aan- of uitzetten. Ga naar het kopje 'Instellingen belasting'. Klik op het plusteken boven het potloodje onder de kop 'Instellingen belasting'. Hier kies je vervolgens de maand wanneer de heffingskorting gewijzigd wordt en klik 'Bewaar'.
Wanneer de heffingskorting hoger is dan de te betalen loonheffing, dan zal er geen loonheffing worden ingehouden op het salaris. Dit is tot een loon van € 729,00 (2021). De grens kun je terugvinden in de witte maandtabel voor de loonheffing (Belastingdienst).
Alle werknemers hebben standaard recht op loonheffingskorting. Sommige bedrijven passen de korting daarom al automatisch toe bij de maandelijkse afdracht van loonheffingen aan de belastingdienst. Maar dat is niet verplicht.
De hoogte van deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. In 2022 is de maximale arbeidskorting € 4.260 (was € 4.205 in 2021). Vanaf een inkomen van € 36.650 (was € 35.653 in 2021) wordt de arbeidskorting steeds lager. Het afbouwpercentage bedraagt 5,86% (was 6,0% in 2021).
In principe ligt de bal bij de werknemer die het principe en recht op loonheffingskorting moet bewaken. Is je medewerker alleen bij jou in loondienst? Dan kan de loonheffingskorting toegepast worden, het mag maar bij één werkgever toegepast worden. Bij meer banen of baantjes kan de situatie anders zijn.
Als je de heffingskorting vaker dan één keer aanvraagt, dan kan de belastinginspecteur je een boete opleggen. En die kan flink oplopen. In "bijzondere omstandigheden" moet je zelfs nóg een keer al je belasting betalen, zegt de Belastingdienst. Een dubbele aanslag dus.
Wie meerdere banen tegelijkertijd heeft, gaat er vroeg of laat mee te maken krijgen: loonheffingskorting. Loonheffing bij 2 banen is niet mogelijk en kost je zelfs geld. Je krijgt loonheffingskorting bij slechts één baan. Wel mag je als werknemer kiezen bij welke van de twee banen je loonheffingskorting ontvangt.
Twee banen betekent in de meeste gevallen meer inkomen, u verdient immers meer geld. Maar als het zo is dat u ook veel meer belasting gaat betalen en netto nauwelijks wat overhoudt, dan is een tweede baan erg onaantrekkelijk.
Hoeveel spaargeld mag je hebben 2021? In het jaar 2021 mag je een heffingsvrij vermogen hebben van € 50.000. Met een partner is het heffingsvrij vermogen vastgesteld op € 100.000.
Aanrechtgeld wordt ook wel aanrechtsubsidie, aanrechttoeslag, huisvrouwensubsidie, of zelfs huisvrouwentoeslag genoemd. Deze benamingen zijn natuurlijk niet meer van deze tijd, daarom wordt het tegenwoordig 'algemene heffingskorting voor minstverdienende partner' genoemd.
Loonheffing is de belasting over je bruto salaris die je iedere maand afstaat aan de belastingdienst. In Nederland is dit verplicht voor iedereen die werkt.
Wie het hele jaar in Nederland woont en in Nederland belasting betaalt, heeft recht op de algemene heffingskorting. Dit is een vast bedrag. Bij een laag inkomen betaalt de Belastingdienst de algemene heffingskorting uit.
Kies jij ervoor om je loonheffingskorting niet te laten toepassen (de loonheffingskorting “uit” zetten)? Dan draag je per maand meer geld af aan de Belastingdienst en verdien je per maand minder, maar krijg je bij de jaarlijkse belastingaangifte in één keer alle teveel betaalde loonheffing terug.
Bij veel jongeren wordt door de werkgever de studenten- en scholierenregeling of loonheffingskorting toegepast; door deze regelingen hoef je over je inkomen geen of minder loonheffing af te dragen, en kan je loonheffing dus 0 zijn.
Twee banen betekent namelijk meestal ook twee werkgevers en dus twee inkomstenbronnen. Waar je op moet letten is dat je niet bij beide banen de loonheffingskorting laat toepassen. De kans is anders groot dat je te weinig loonheffing betaalt en volgend jaar flink terug moet betalen aan de Belastingdienst.
Het enige moment dat je geen recht heb op de uitbetaling van overuren is als je zelf, vrijwillig extra uren hebt gewerkt. Als jij 40 contracturen per week hebt, maar je besluit zonder schriftelijk afspraak met je baas ook in het weekend door te werken, dan is je werkgever niet verplicht dit aan je uit te betalen.