Bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kunnen individuen, groepen, organisaties en landen een klacht indienen tegen een lidstaat, door een beroep te doen op het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een ander gerecht dan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Dat is de overkoepelende term voor het Hof van Justitie, het Gerecht en diverse gespecialiseerde rechtbanken van de Europese Unie.
De uitspraken van het Hof zijn definitief (er is geen hoger beroep mogelijk) en bindend voor de betrokken staten.
Dat is nog een verschil tussen UVRM en EVRM: de UVRM wordt nooit gewijzigd; de EVRM is herhaaldelijk aangepast. Landen die voor 1984 al lid waren van de Raad van Europa, konden lid blijven - ook al hebben ze de doodstraf nog wel in hun wetboeken staan; als ze de doodstraf maar niet uitvoeren.
Thans zijn dat er 461. De rechters hebben op persoonlijke titel zitting in het Hof en vertegenwoordigen geen enkele staat. Bij de behandeling van verzoekschriften wordt het Hof bijgestaan door een griffie die in hoofdzaak bestaat uit juristen afkomstig uit alle lidstaten (ook wel aangeduid als “referendarissen”).
Bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kunnen individuen, groepen, organisaties en landen een klacht indienen tegen een lidstaat, door een beroep te doen op het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens baseert zijn uitspraken op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof bestaat uit 46 rechters, één namens elke lidstaat van de Raad van Europa.
Eenieder, wie door arrestatie of detentie zijn vrijheid is ontnomen, heeft het recht voorziening te vragen bij het gerecht opdat dit spoedig beslist over de rechtmatigheid van zijn detentie en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de detentie onrechtmatig is.
Tegen wie kunnen zaken worden ingediend? De verzoekschriften kunnen alleen worden ingediend tegen een of meer staten die het Verdrag hebben geratificeerd. Ieder verzoekschrift dat is gericht tegen een andere staat of tegen een privépersoon, zal niet-ontvankelijk worden verklaard.
Artikel 8 EVRM beschermt een viertal grondrechten die nauw samenhangen met de persoonlijke levenssfeer, de individuele en relationele vrijheid en de menselijke waardigheid. Uitdrukkelijk genoemd in artikel 8 worden het recht op respect voor het privéleven, het familie- en gezinsleven, de woning en de correspondentie.
Hoewel alle EU-lidstaten partij bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) zijn, is de Europese Unie dat nog niet. Het Europees Hof voor de rechten van de mens (EHRM) in Straatsburg is dan ook niet bevoegd om na te gaan of EU-handelingen en -bepalingen overeenstemmen met het EVRM.
Ja, iedere burger heeft de mogelijkheid zich tot het Hof van Justitie of het Gerecht te wenden, en wel op twee manieren: indirect of direct. Om te beginnen bestaat die mogelijkheid, wanneer een zaak door de nationale rechter wordt behandeld.
In het hoger beroep heet de aanklager van het OM niet de officier van justitie, maar de advocaat-generaal.
Bij een juridisch conflict beslist de rechter. Is 1 van de partijen het niet eens met het vonnis, dan kan deze in hoger beroep bij het gerechtshof of 1 van de bijzondere colleges van beroep of de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De raadsheren zijn de magistraten aan het Hof van Cassatie, het hof van beroep of het arbeidshof.
Landsadvocaat Artikel 13 EVRM bepaalt dat ieder die kort gezegd stelt dat zijn door het EVRM beschermde rechten zijn geschonden, recht heeft op een daadwerkelijk rechtsmiddel voor een nationale instantie.
Mensenrechten omvatten burgerlijke en politieke rechten, zoals het recht op leven, vrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Daarnaast zijn er ook de sociale, culturele en economische rechten, waaronder het recht op deelname in de cultuur, het recht op voedsel, het recht op werken en op onderwijs.
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), officieel Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, is een Europees verdrag waarin mensen- en burgerrechten voor alle inwoners van de verdragsluitende staten zijn geregeld.
Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen. 1. Niemand mag in slavernij of dienstbaarheid worden gehouden.
Het EVRM dat in 1950 door de Raad van Europa is ondertekend, is een internationaal verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden in Europa.
In het EVRM staan onder andere het recht op vrijwaring van slavernij, verbod op foltering, het recht op vrijheid van persoon, het recht op een eerlijk proces, het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, en het recht op bescherming van het privé- en gezinsleven.