Primaire bronnen worden ook wel oorspronkelijke bronnen genoemd, en hierin wordt bijvoorbeeld een originele, empirische studie beschreven. Een secundaire bron is een bron over een bron, bijvoorbeeld een literatuuronderzoek over die originele empirische studie.
Primaire bronnen komen in geschreven en ongeschreven vorm voor. Een voorbeeld van een geschreven primaire bron is een dagboek, maar ook labjournaals en bepaald archiefmateriaal vallen in deze categorie. Een voorbeeld van een ongeschreven primaire bron is bijvoorbeeld een vuistbijl.
Een primaire bron bevat nieuwe informatie: een auteur doet voor het eerst verslag van een ontdekking of levert voor het eerst een bewijs voor een hypothese. Voorbeelden van dergelijke bronnen zijn tijdschriftartikelen, dissertaties, rapporten en congresverslagen.
Een secundaire bron is een historische bron die voortbouwt op informatie die eerder is opgeslagen in een primaire bron.
Historische bronnen kunnen ingedeeld worden in primaire en secundaire bronnen, naargelang de afstand tot de onderzochte gebeurtenis. Er zijn verschillende soorten bronnen. De drie hoofdgroepen zijn: materiële voorwerpen (alle bronnen die niet geschreven of gesproken zijn), geschreven en gesproken bronnen.
Bij secundair onderzoek worden reeds bestaande gegevens voor een ander doel gebruikt dan waarvoor ze oorspronkelijk verzameld zijn.
Bijvoorbeeld: een dagboek van een Middeleeuwse monnik waarin hij zijn dagelijkse leven beschrijft. Dit noemen we een directe bron. Een indirecte bron is gemaakt na de gebeurtenis of na de persoon waarover hij informatie geeft. Bijvoorbeeld een boek over het leven van Middeleeuwse monniken dat geschreven in is 1900.
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling. Het woord voor 'bijkomstig' of 'in tweede instantie' wordt meestal gespeld als secundair.
Primaire bronnen zijn gemaakt door mensen die direct bij een kwestie betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld ooggetuigen), secundaire bronnen zijn gemaakt door mensen die niet direct bij de kwestie betrokken zijn geweest.
Het verzamelen van primaire gegevens heet primair onderzoek (field research). Het is onderzoek waarvoor men 'het veld in moet'. Bij primair onderzoek komt de informatie van respondenten of proefpersonen.
Wat zijn secundaire data? Secundaire data, oftewel secundaire gegevens, zijn daarentegen wel eerder verzameld (en eventueel geanalyseerd) door (een) andere onderzoeker(s). Secundaire data kun je bijvoorbeeld vinden in publicaties zoals een boek, tijdschrift of onderzoeksrapport.
Online encyclopedieën als Wikipedia, maar ook Encycolopedia Britannica, zijn zogenaamde tertiaire bronnen, oftewel overzichtswerken. Een andere tertiaire bron is bijvoorbeeld een woordenboek. Tertiaire bronnen zijn dus vooral handig als je je oriënteert op je pws-onderwerp.
Geschreven en ongeschreven bronnen
Allereerst zijn er ongeschreven bronnen. Dit zijn voorwerpen uit het verleden zoals wapens, schilderijen, foto's, beelden enzovoort. Dit type bron maakt dus niet gebruik van tekst en zijn dus overblijfselen uit het verleden die terug zijn de vinden in het heden.
Het is belangrijk dat je de kwaliteit van bronnen kritisch beoordeelt. Hoe hoger de kwaliteit van de gebruikte bronnen, hoe steviger jouw eigen onderzoek staat. De kwaliteit van een bron kun je checken aan de hand van: achtergrond van de auteur: Is de auteur een autoriteit op het gebied waar de bron over gaat?
Check het colofon van de site of zoek meer op over de auteur, bijvoorbeeld in de bibliotheek. Vuistregel: Hoe duidelijke de herkomst van de informatie en de schrijver, hoe beter. Is de bron van de informatie vaag, wees dan op je hoede. Zorg in dat geval voor verschillende bronnen die hetzelfde zeggen.
Een bron is een voorwerp of getuigenis uit of over het verleden waarop de historicus steunt om een beeld te scheppen. Een (historisch) werk is het resultaat van die scheppingsdaad. De bron levert ons bewijs voor het voorkomen van een gebeurtenis, een historisch werk is een bewijsvoering over een gebeurtenis.
Dat werkt als volgt: Je gebruikt alleen de achternaam van de eerste auteur, gevolgd door “et al.”, een komma en het publicatiejaar. Een voorbeeld is: (Verstraten et al., 2020).
Geschreven bronnen zijn geschreven. Ongeschreven bronnen zijn nooit opgeschreven. Verhalen die in familie's blijven circuleren. Tekeningen en schilderijen waar iets opstaat, kunnen ook als ongeschreven bron aangemerkt worden.
bijkomend, ondergeschikt, secondair. als synoniem van een ander trefwoord: ondergeschikt (bn) : bijkomend, bijkomstig, inferieur, minder, onbelangrijk, oninteressant, secundair, van ondergeschikt belang.
Wanneer je primair reageert, heb je snel een weerwoord, ben je ad rem, laat je jouw gevoelens zien. Wanneer je secundair reageert, heb je meer tijd nodig, weet je soms even niet wat je moet zeggen en kun je zelfs het gevoel hebben dat je soms met de mond vol tanden staat. Dat is een eerste duiding van primair reageren.
Als er 2 gebeurtenissen zijn die meteen achter elkaar komen is dat een directe gebeurtenis. Als er nog een stap tussen zit is het een indirect gevolg.
Voorbeelden van geschreven bronnen: een dagboek of een brief; voorbeelden van ongeschreven bronnen: een kasteel of een tempel. Bronnen kunnen we ook onderverdelen in primaire ( op de eerste plaats komende) en secundaire ( op de tweede plaats komende) bronnen.
Bruikbare bronnen, zijn bronnen die informatie geven voor het onderzoek dat de historicus doet. Hetzelfde geldt voor een onderzoek dat je op school doet. Het kan zijn dat je tijdens het zoeken een mooi aantal bronnen hebt gevonden, maar deze gaan over een volledig ander onderwerp. Dan zijn deze bronnen niet bruikbaar.