Een ijskap is een koepelvormige, aaneengesloten ijsmassa van grote omvang. Een ijskap onderscheidt zich van een gletsjer doordat hij op het landschap ligt en wordt in principe niet door topografie beperkt. Op Aarde bevinden zich twee grote ijskappen, te weten Groenland en de Antarctica.
Een gletsjer is een bewegende ijsmassa die gevormd wordt uit sneeuw die op land terechtkomt. Sneeuw vormt een gletsjer als de sneeuw lang genoeg blijft liggen en dik genoeg wordt om in ijs te veranderen. Kenmerkend voor gletsjers is dat ze bewegen onder hun eigen druk, als heel langzaam stromende rivieren.
Een gletsjer is een ijsmassa die ontstaan is uit gevallen sneeuw. Wanneer de temperatuur laag genoeg blijft, de sneeuw niet meer smelt en de laag dik genoeg wordt, verandert deze langzaamaan in ijs. Dit ijs vormt een gletsjer. De perfecte omstandigheden voor gletsjers bevinden zich in de hooggebergten en poolgebieden.
Definitie: Een bewegend lichaam bestaande uit ijs dat zich op het land vormt door de accumulatie en verdichting van sneeuw, en dat naar beneden glijdt als gevolg van de zwaartekracht en van zijn eigen gewicht.
Bij warme gletsjers ligt de temperatuur van het ijs overal op het smeltpunt, ongeveer 0 graden. Zelfs in de koude wintermaanden ligt de temperatuur rond het smeltpunt.
De grootste gletsjer ter wereld: de Antarctische ijskap
Deze dalgletsjer is 400 kilometer lang, heeft een oppervlakte van zo'n 34.000 vierkante kilometer en haalt een dikte van 2.500 meter. Het is de grootste en dikste dalgletsjer ter wereld.
In een gezond klimaat is een gletsjer jaarrond in evenwicht. Wereldwijd zijn er zo'n 200.000 gletsjers. De ijsmassa's op Groenland en Antarctica zijn geen gletsjers, maar ijskappen.”
Een ijskap is een koepelvormige, aaneengesloten ijsmassa van grote omvang. Een ijskap onderscheidt zich van een gletsjer doordat hij op het landschap ligt en wordt in principe niet door topografie beperkt. Op Aarde bevinden zich twee grote ijskappen, te weten Groenland en de Antarctica.
Een gletsjer is een langzaam van een berg of over land schuivende 'ijstong'. De ijstong bestaat uit samengeperste en bevroren sneeuw. Zo'n ijstong kan tientallen kilometers lang worden. Soms kunnen sommige, erg ervaren skiërs, onder begeleiding van een gids, zo'n gletsjers af skiën.
Jostedalsbreen, eindeloze ijsmassa in Noorwegen
Deze ontzagwekkende gletsjer in Noorwegen is de grootste van het Europese vasteland: 100 kilometer lang en 15 kilometer breed.
De meeste gletsjers dateren uit de laatste twee ijstijden, die respectievelijk 2,5 miljoen jaar en 100.000 jaar geleden begonnen. Tussen 1350 en 1850 zijn echter enkele gletsjers in de bergen gevormd tijdens de Kleine IJstijd, toen de gemiddelde temperatuur op aarde 1,5 °C lager was dan nu.
Gletsjers en ijskappen kunnen ontstaan in gebieden waar de temperatuur laag genoeg is én waar genoeg neerslag valt om ijs te kunnen laten ophopen. Gletsjers en ijskappen komen voor in de poolgebieden en in gebergten. Gletsjers en ijskappen zorgen voor erosie door uitslijting van de bodem waar ze overheen stromen.
Het onzichtbare gevaar
Waarom? Omdat ze in vele gevallen nagenoeg onzichtbaar zijn. Voornamelijk in de winter kunnen de spleten door de sneeuw bedekt worden. Als wintersporter kun je dan het idee hebben dat je over een vlakke weide aan het skiën bent, terwijl je in feite over een 'brug van sneeuw' skiet.
Antarctica en Groenland verliezen ijs en dat gaat steeds sneller. Een studie toont aan dat de smeltsnelheid van het ijs in de afgelopen 18 jaar ieder jaar met gemiddeld 36 gigaton (36.000.000.000 kilo) is toegenomen. Inmiddels is het ijsverlies meer dan 500 gigaton per jaar.
Wereldwijd krimpen gletsjers door klimaatverandering, maar sommigen groeien juist. Hoe kan dat? Terwijl wereldwijd gletsjers krimpen door opwarming van de aarde, zijn er ook een paar begonnen aan een groeispurt.
Een berg is in het algemeen hoger en steiler dan een heuvel, maar er bestaat geen vaste definitie voor het onderscheid tussen de twee. Soms wordt de definitie aangehouden dat een berg zich meer dan 200 à 300 meter boven zijn omgeving verheft, een kleinere verheffing wordt dan een heuvel genoemd.
Een jong gebergte heeft hoge scherpe toppen, dit gebergte is nog maar weinig aangetast door verwering en erosie. Bij een oud gebergte zijn er ondiepe dalen en een jong gebergte heeft juist diepe dalen. Bij een jong gebergte is het verschil tussen reliëf (hoogteverschillen) dus groot.
Onder aan een berg groeien andere planten dan hoger op de berg. Dit komt doordat het hoog in de bergen kouder is dan in het dal. Iedere honderd meter die je omhooggaat, wordt het een halve graad kouder. Er zijn verschillende begroeiingsgordels.
Tegenwoordig hebben bijna alle gletsjers een negatieve massabalans en worden kleiner. Als het hoger gelegen deel, de accumulatiezone van de gletsjer, zelf ook een negatieve massabalans heeft zal de gletsjer op den duur verdwijnen als het klimaat niet kouder wordt of er meer sneeuw gaat vallen.
Bijzonder aan Antarctica is verder dat er onder de ijskap (dus tussen het ijs en de bodem) honderden meren zijn aangetoond. Het vermoeden bestaat verder dat een deel van die meren verbinding heeft met de oceaan. Recentelijk is ontdekt dat het ijs boven enkele meren vrij snel dikker kan worden.
Landijs komt voor in gletsjers, in de bergen en in ijskappen. Zeeijs is te vinden rond de Noordpool en Antarctica. Een warmer klimaat leidt in het gebied van de Noordpool onherroepelijk tot het smelten van ijs, ook op zee. Rond de Zuidpool neemt de hoeveelheid zeeijs echter toe, mogelijk door het smelten van landijs.
Verloor een gemiddelde gletsjer 20 jaar geleden jaarlijks een derde meter van zijn dikte, inmiddels is dat verlies tot rond twee derde meter per jaar opgelopen.
Meters ijsmassa
De grotten onder de gletsjer ontstonden door het stromende smeltijs. Hoe dat werkt? Via een gat in het schuivende ijsveld, ook wel gletsjermolen genoemd, stroomt het water terug naar het meer aan de voet van de berg.
De stijging van 0,8 naar 1,2 biljoen ton per jaar komt door het versnelde smelten van gletsjers en ijskappen op vooral Antarctica en Groenland.