Wat is een botscintigrafie? Een botscan of -scintigrafie is een isotopisch onderzoek en is op hetzelfde principe gebaseerd als de PET-scan. Er wordt dus een zwakke radioactieve stof (isotoop) in het lichaam gespoten. Die stof hecht zich vast in zones met verhoogde stofwisseling, zoals tumoren en botmetastasen.
Bij een botscan maken we beelden van uw skelet, dus van uw botten en gewrichten. Op deze beelden kunnen we mogelijke afwijkingen zien. Een botscan heet ook wel een skeletscintigrafie. Voor de scan gebruiken we een gammacamera en een klein beetje radioactieve vloeistof.
de resolutie van de PET-scan wordt steeds beter, maar hele kleine tumoren zijn er niet mee te zien. Die kleine tumoren nemen de isotoop wel op, maar ze zijn kleiner dan het kleinste object dat zichtbaar gemaakt kan worden op de foto. Daarom zijn tumoren kleiner dan ongeveer 5-10 mm moeilijk te zien op een PET-scan.
Met een botscan kunnen eventuele goedaardige (bijvoorbeeld artrose (ook wel gewrichtsslijtage genoemd), ontstekingen of botbreuken) of kwaadaardige aandoeningen (zoals metastasen/uitzaaiingen en tumoren) van bot en gewricht opgespoord worden.
PET-CT-scan
Je krijgt in 1 keer een PET-scan en een CT-scan. Zo is goed te zien waar in het lichaam de kankercellen precies zitten. Met de CT-scan wordt duidelijk of er uitzaaiingen in andere botten zitten. Met de PET-scan kan de arts uitzaaiingen op andere plekken van het lichaam opsporen.
Om de aandoening toch te kunnen vaststellen kan je arts je botten onderzoeken. Een botscan laat het duidelijkst zien of je SAPHO hebt. Om de botstructuur zichtbaar te maken, krijg je een stof ingespoten die licht radioactief is. Zo kan je arts afwijkingen aan je skelet duidelijker zien.
Dit onderzoek is niet pijnlijk en weinig belastend. De gebruikte radioactieve stoffen zijn in de streng gecontroleerde dosis niet schadelijk. De hoeveelheid straling komt overeen met een klassiek radiografisch onderzoek.
De straling wordt opgevangen met een 'gammacamera', waardoor een beeld van het skelet ontstaat. Als er grotere botactiviteit is wordt meer straling opgevangen en ontstaan er donkere plekken op de botfoto (ofwel het scintigram). Deze kunnen bijvoorbeeld wijzen op oude breuken, slijtage of uitzaaiingen.
Is het onderzoek gevaarlijk? Nee, je kunt gerust zijn. De gebruikte radioactieve stoffen zijn in de streng gecontroleerde toegediende dosis niet schadelijk. De hoeveelheid straling komt overeen met een klassiek radiografisch onderzoek.
In melk zit namelijk calcium, wat de botten en het kraakbeen kan versterken. Ditzelfde geldt voor het eten van kaas, maar bleek niet van toepassing te zijn bij de consumptie van yoghurt. De bevindingen van het onderzoek zijn gepubliceerd in het American College of Rheumatology [1].
De nieuwe PET/CT-scan onderscheidt zich van zijn voorgangers in die zin dat het gedeelte van het lichaam dat in één keer gescand kan worden, bijvoorbeeld een orgaan, groter is. Dat levert een betere kwaliteit op, waardoor kleine afwijkingen, zoals uitzaaiingen van tumoren en kleine infectiehaarden, beter te zien zijn.
De kosten komen op ongeveer € 1.200 per scan. Even prijzig overigens als de breed toegepaste Choline PET scan. Wel duidelijk duurder dan de gewone CT scan of de botscan die op circa € 200 uitkomen.
Je krijgt in één keer een PET-scan en een CT-scan. Op een PET-scan kan de arts de kankercellen onderscheiden van de gezonde cellen. Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien. Met een PET-CT-scan is daarom goed te zien waar in het lichaam de kankercellen precies zitten.
Op het linker beeld is de witte vlek bij de rode pijl afkomstig van botoedeem dat samengaat met plaatselijke ontsteking. Als deze toestand blijft voortduren wordt dit chronisch, en komt men tot het middelste beeld waar de rode pijlen de aanwezige synovitis laten zien.
De uitslag van de botscan is niet meteen na het onderzoek beschikbaar. Je krijgt deze op een later tijdstip van de behandeld arts.
De werking van beide apparaten berust deels op hetzelfde principe: met behulp van een computer kunnen dwarsdoorsneden van het menselijk lichaam worden gemaakt. De CT-scan maakt gebruik van röntgenstraling om deze dwarsdoorsneden te maken, terwijl bij een MRI-scan de patiënt in een groot magneetveld ligt.
Omdat een deel van de ingespoten speurstof via de urine wordt uitgescheiden, vragen wij je minstens 1 liter extra te drinken en ook zoveel mogelijk te plassen.
Tijdens het maken van de scan is het van belang dat u goed stil ligt. De scan duurt ongeveer 30 minuten. De totale duur van het onderzoek is ongeveer twee uur.
Bij de meeste onderzoeken wordt gebruik gemaakt van Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere 6 uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
Een behandeling voor een bottumor kan bedoeld zijn om u te genezen. Als genezing niet meer mogelijk is, kunnen we u behandelen om uw levenskwaliteit te verbeteren. En als dat kan, om uw leven te verlengen.
Kwaadaardige bottumoren kunnen soms snel groeien, waardoor zwelling van het bot ontstaat. Hierdoor kan omliggende weefsels worden verdrukt, maar de zwelling kan ook ingroeien. Ook kunnen kwaadaardige tumoren soms uitzaaien.
De botscan (ook wel iDXA Total Bodyscan genoemd) moet niet verwisseld worden met een MRI scan. Een MRI scan wordt gemaakt om de weke delen van het lichaam te kunnen zien (bv. om een hernia te kunnen constateren).
Het betreft een functionele beeldvormingstechniek die de botactiviteit van het ganse skelet ("whole body") weergeeft. Een verhoogde botactiviteit kan niet alleen wijzen op het bestaan van een botmetastase, doch wordt ook gezien bij veel benigne aandoeningen type arthrose, arthritis en fracturen.
Bij een PET/CT-scan worden eventuele ontstekingen of kanker in beeld gebracht. Uw organen en weefsels worden op twee manieren in beeld gebracht: PET-scan: hierbij wordt een radioactieve stof in een bloedvat in uw arm gespoten. Deze stof gaat naar de eventuele zieke organen en weefsels toe.
Bij een gewrichtsontsteking kunnen de bezinkingssnelheid (BSE)- en de CRP-waardes in het bloed stijgen. Hoe ernstiger de ontsteking, hoe hoger de BSE- en CRP-waardes. Je arts gebruikt deze waardes vooral om het verloop van de reumatische ontstekingen te volgen en niet zozeer om de diagnose te stellen.