Wat is het verschil tussen alzheimer en dementie? In het kort gezegd; dementie is een verzamelnaam voor meer dan 50 verschillende ziektes.De ziekte van Alzheimer is één van de vormen van dementie. Van alle vormen van dementie komt alzheimer het meeste voor.
Dementie en alzheimer worden vaak in één adem genoemd. Maar dementie en de ziekte van Alzheimer zijn geen synoniemen. Alzheimer is een vorm van dementie, maar niet alle vormen van dementie zijn alzheimer.
De eerste verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Het valt op dat iemand terugkerende geheugenklachten, gedragsproblemen en veranderingen in karakter heeft. Iemand heeft bijvoorbeeld moeite om te onthouden welke dag het is, of wordt sneller boos.
De meest voorkomende soorten dementie zijn:
Ziekte van Alzheimer. Vasculaire dementie. Frontotemporale dementie. Lewy body dementie.
Nachtrust mensen met dementie verbeteren
Ze functioneren minder goed en het kan zorgen voor eiwitopstapeling en daardoor verdere achteruitgang. Mensen met dementie worden overdag vaak minder actief en vallen dan soms zelfs in slaap. Door die 'middagdutjes' zijn ze 's avonds niet moe genoeg om goed te kunnen slapen.
De bloedtest toont een eiwit aan dat exclusief voorkomt bij de ziekte van Alzheimer. De test kan dus niet uitsluiten dat iemand aan een andere vorm van dementie lijdt. Daarom zijn er verschillende testen nodig om te kijken of iemand dementie heeft, en zo ja, welke vorm van dementie hij heeft.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Wat kun je beter niet doen? Probeer jouw naaste niet te veel te corrigeren of tegen te spreken. Dat confronteert de persoon met dementie met wat hij niet meer weet of kan. Hard praten, snel praten of juist fluisteren.
Personen met een beginnende dementie ervaren de realiteit nog zoals zij is. Ze ervaren daardoor ook hun eigen tekortkomingen. Elke probleemsituatie wordt een confrontatie met zichzelf, want het herinnert hen eraan dat er iets aan de hand is. Dit besef is heel stresserend en wekt veel onrust en angst op.
Stress en dementie
Stress verhoogt de productie van stresshormonen, beschadigt de hippocampus, beïnvloedt leer- en geheugenprocessen en verlaagt de afweer. Al deze factoren zijn al eens in verband gebracht met dementie. Stresshormonen kunnen nog jaren na traumatische ervaringen in het bloed worden gevonden.
Vergeetachtigheid kan een symptoom zijn van dementie. Je kortetermijngeheugen werkt dan niet meer goed. Dat betekent dat je je zaken die kort geleden zijn gebeurd, slecht kunt herinneren.
Gemiddeld is de verwachting tussen de één en de twintig jaar na de diagnose. Voor de ziekte van Alzheimer is de gemiddelde levensverwachting acht tot tien jaar. Lees meer over de levensverwachting bij de verschillende vormen van dementie.
Een deel van de studies vindt dat mensen die een mediterraan dieet volgen, minder vaak dementie ontwikkelen. Ook lijkt het dat het dieet betere mentale vermogens (cognitie) geeft. Het mediterraan dieet bevat veel groentes, fruit, volkoren producten, peulvruchten en onverzadigde vetten (noten of olijfolie).
Diabetes en hart- en vaatziekten zijn risicofactoren voor dementie. Daarnaast lijken vezels ook nog bij te dragen aan het verminderen van ontstekingen in het lichaam. En ontstekingen spelen weer vaak een rol bij dementie.
Dementie op jonge leeftijd begint meestal tussen de 40 en 65 jaar. Bij het woord dementie denkt men het eerste aan problemen met het geheugen. Bij dementie op jonge leeftijd vallen juist veranderingen in het gedrag meer op. Het gaat bijvoorbeeld mis op het werk.
Om verschillende redenen ontstaan er bij dementie situaties waarin de zorg voor hygiëne verre van vanzelf gaat. Een verminderd besef van hygiëne kan verschillende oorzaken hebben: je naaste kan vergeten dat ze al dagenlang niet is gewassen en denken dat dat onlangs nog is gebeurd.
Comfort (troost en bemoediging) : De behoefte aan warmte, tederheid en troost van anderen. Vooral wanneer iemand zich alleen, onveilig of angstig voelt. Identiteit: De behoefte om te weten wie je bent en een goed gevoel te hebben over jezelf.
Ook het kleurenspectrum verkleint bij mensen met dementie. Koude kleuren zoals blauw, groen en paars zijn moeilijker te onderscheiden dan warme kleuren zoals rood, geel en oranje. Een kleurcodering waarin blauw naast paars gezet wordt doe je beter niet.
Wat is dementievriendelijk wonen? In een dementievriendelijke woning staan eigen regie, gezamenlijkheid, veiligheid en ondersteuning centraal. Je kan hier wonen met óf zonder verpleeghuisindicatie. Het is een plek waar mensen met dementie en hun naasten tijdig heen willen verhuizen.
De ziekte van Alzheimer is meestal niet erfelijk. Door toeval kunnen meerdere mensen uit dezelfde familie de ziekte van Alzheimer krijgen. Heb je een vader, moeder, broer of zus die na het 65e levensjaar de ziekte van Alzheimer kreeg? Dan heb je een iets groter risico om zelf alzheimer te krijgen.
De MMSE (Mini-mental state examination) is een vragenlijst die wordt gebruikt als er een vermoeden is dat iemand geheugenproblemen of dementie heeft. Uit de vragen komt een MMSE score die duidelijk maakt hoe het gaat met iemands geheugen, taalvermogen en concentratie (cognitieve vaardigheden).
Alzheimer is meestal makkelijker uit te sluiten door de alzheimereiwitten amyloid en tau te onderzoeken met een MRI- of PET-scan. Voor FTD zijn er nog geen testen die absolute zekerheid geven. Maar in combinatie met MRI en neuropsychologisch onderzoek is de diagnose met biomarkers makkelijker en sneller te stellen.