Daarom geeft een reden aan; daardoor wijst op een oorzaak. In de praktijk echter wordt daarom voor zowel redenen als oorzaken gebruikt.
daardoor bijwoord Uitspraak: [dar'dor] 1) door dat wat je noemt of dat waar je naar wijst Voorbeeld: `Zie je de tunnel? Je moet daardoor en dan ben je er. ` 2) om die reden, vanwege die oorzaak Voorbeeld: `Ik was ziek, daardoor k...
Let wel op het grammaticale verschil tussen daardoor en daarom enerzijds en waardoor anderzijds. Daardoor en daarom gebruik je in hoofdzinnen; met waardoor verbind je een hoofd- en een bijzin met elkaar. Enkele voorbeelden: Wij vinden het belangrijk dat iedereen elkaar kent.
De baas vraagt waarom jullie niks doen. Ik heb nooit geweten waarom hij niet meer gebeld heeft. 'Daarom' staat aan het begin van een hoofdzin en wordt direct gevolgd door het werkwoord. 'Daarom' verwijst naar een reden die voorafgaat.
Daardoor geeft alleen een oorzaak, net als doordat. Daarom geeft een reden (omdat) en kan ook gebruikt worden als het onderscheid oorzaak-reden er niet toe doet (zie ook doordat / omdat). Dus hoeft niet aan het begin van de zin te staan: Ik moest dus van het fietspad af.
Voegwoorden aan het begin van de zin
Zinnen die beginnen met voegwoorden als 'en' of 'maar' of 'want' of 'omdat'. Voegwoorden zijn woorden die deelzinnen met elkaar verbinden. Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen.
Doordat en daardoor gebruik je als er sprake is van en gebeurtenis die voortvloeit uit een andere gebeurtenis. Er is dus een oorzakelijk verband. Ook wordt doordat en daardoor gebruikt bij een werkwoord dat een oorzaak aangeeft.
Om terug te verwijzen naar een eerdergenoemde zaak of persoon, of naar een vorige zin, is het aan te bevelen om zo veel mogelijk daardoor of erdoor te gebruiken. Dat doet u ook als u spontaan spreekt. Terugverwijzen met hierdoor is niet fout, maar is nogal nadrukkelijk en formeel.
hierdoor = hierdoor bijwoordUitspraak: [`hirdor] door datgene wat net is genoemd, door datgene waar je naar wijst Voorbeelden: `Het is slecht weer, hierdoor gaat het openluchtconcert niet door.
daarvoor bijwoord Uitspraak: [dar'vor] 1) om dat doel of resultaat te bereiken Voorbeelden: `Wil je van me winnen? Daarvoor moet je sneller fietsen!`, `Om je te helpen, daarvoor ben ik hier. `Synoniem: daartoe 2) voor wat je noemt of ...
In zinnen met omdat staat het werkwoord achteraan: – Jij doet een jas aan, omdat de winter koud is. In zinnen met daarom komt er na daarom een inversie/omdraaiing: De winter is koud, daarom doe jij een jas aan.
De regel luidt nu: gebruik omdat voor reden (eerste voorbeeldzin) én wanneer geen speciaal onderscheid vereist is tussen reden en oorzaak (tweede zin). Gebruik doordat voor oorzaak (derde voorbeeldzin).
Voegwoorden zijn woorden die zinnen (of woorden) 'aan elkaar voegen'. Voorbeelden van voegwoorden zijn omdat, en, als en maar.
Bijwoorden zijn woorden die een werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een hele zin of soms een zelfstandig naamwoord nader bepalen. Dat wil zeggen: ze geven daar meer informatie over. Er bestaan onder meer: bijwoorden van graad: heel, zeer, nogal, enigszins, hartstikke.
Bij deze en bij dezen zijn allebei goed in de betekenis 'hierbij'. De oorspronkelijke vorm van deze woordgroep is bij dezen. Inmiddels is de 'afgesleten' vorm zonder n ook officieel juist.
Een ondergetekende verklaring is geen correct Nederlands: het moet ondertekende zijn. Het voltooid deelwoord van ondertekenen, dat hier gebruikt moet worden, is ondertekend zonder -ge-, net zoals het voltooid deelwoord van ondervragen en ondersteunen respectievelijk ondervraagd en ondersteund is.
Hierbij en hiermee zijn correct. Hierbij is de gebruikelijkste variant.
– Na het voegwoord “dus” staat het gevolg van de zin die voor het voegwoord “dus” staat. – Het onderwerp (=wie) en de persoonsvorm (=het vervoegde werkwoord, wat doet “wie”) staan beide na elkaar, direct achter het voegwoord “dus”. Voorbeeld: Ik moet thuis nog veel dingen doen, dus ik ga nu snel naar huis.
Bijwoord. ▸ De meeste gezichten had ik nog nooit gezien.
Het verschil met een 'voegwoord' is dat een voegwoord altijd alleen tussen de zinnen in kan staan (of soms ook vooraan de zin), het voegwoordelijke bijwoord kan op meerdere plekken staan. - Het was een comfortabele vlucht, totdat er turbulentie kwam.
Minder komma's
Tik geen komma na een korte hoofdzin of na een 'gewoon' eerste zinsdeel. Zet wél een komma bij zinnen die beginnen met voegwoorden als maar, omdat, want, hoewel en als de zin begint met een bijzin.
Een oude schoolregel luidt dat je nooit een komma voor en mag zetten. Die regel is te verklaren: een komma wordt gebruikt wanneer je een pauze hoort, en bij het voegwoord en is meestal geen sprake van zo'n pauze. En brengt een 'geruisloze' verbinding tot stand tussen zinnen of delen van een zin.
In formele en officiële boodschappen kunnen lezers het gebruik van ik als eerste woord als onbeleefd ervaren. Door te starten met ik kunt u immers de indruk wekken dat u zichzelf belangrijker vindt dan de lezer. U kunt dat gemakkelijk voorkomen door een ander zinsdeel op de eerste plaats te zetten.