Abstract. Het probleem van inductie is het onredelijk proberen de toekomst te voorzien op basis van voorgevallen in het verleden. Wanneer je gelooft in de premisse van een argument, betekent dit niet direct dat je een conclusie moet trekken en hier in dient te geloven: dit zorgt voor onware taferelen.
Het oorspronkelijke probleem van inductie kan eenvoudig worden gesteld. Het betreft de ondersteuning of rechtvaardiging van inductieve methoden ; methoden die voorspellen of afleiden, in de woorden van Hume, dat “gevallen waarvan we geen ervaring hebben gehad lijken op die waarvan we ervaring hebben gehad” (THN, 89).
Een inductieve benadering houdt in dat je je thema's laat bepalen door de data die je vindt. Daarentegen houdt een deductieve benadering in dat je tot de data komt op basis van een aantal vooraf bepaalde thema's, waarvan je verwacht dat ze weerspiegeld worden in de data.
De meest succesvolle methode om inductie het hoofd te bieden binnen de wetenschap bood de Oostenrijkse wetenschapsfilosoof Karl Popper (1902-1994). Zijn falsificatietheorie gaat uit van het idee dat inductie helemaal niet de basis vormt van de wetenschappelijke werkwijze.
De term werd bedacht en voor het eerst gebruikt door de Amerikaanse logicus en filosoof C.S.Peirce. Abductie is zwakker dan deductie (de gekozen verklaring is daar de enig mogelijke) en zelfs zwakker dan inductie.
Elektromagnetische inductie werd ontdekt door Michael Faraday en gepubliceerd in 1831.
Volgens Karl Popper moet er bij elke theorie een experiment te bedenken zijn om de hele theorie op de proef te stellen. Als het experiment dan een andere uitslag heeft dan de theorie voorspelt kun je de hele theorie verwerpen. Dan is dus de hele theorie niet meer geldig.
Het belangrijkste verschil tussen inductief en deductief redeneren is dat je bij inductief redeneren een nieuwe theorie probeert te creëren, terwijl je bij deductief redeneren een bestaande theorie probeert te toetsen.
Inductiekookplaten communiceren met pannen door magnetisme. De plaat wordt geactiveerd zodra er een pan op wordt gezet. De kookplaat wordt zelf niet warm maar verwarmd de pan direct. Hierdoor verlies je geen warmte (en dus energie) aan de omgeving.
Een van de belangrijkste voordelen van inductief redeneren is dat het ons in staat stelt om weloverwogen beslissingen te nemen op basis van het beschikbare bewijs . Door data zorgvuldig te observeren en analyseren, kunnen we trends en patronen identificeren die misschien niet meteen duidelijk zijn.
Bij inductief redeneren kom je op basis van informatie tot een conclusie die aannemelijk is. Bij deductief redeneren kom je op basis van informatie tot een conclusie die geldig is. Inductief redeneren is gericht op de ontwikkeling van een theorie, bij deductief redeneren test je een bestaande theorie.
Bij inductie ga je juist van meerdere specifieke gevallen naar een algemene vorm. Een voorbeeld hiervan is als je heel veel verschillende zwanen ziet, die allemaal wit zijn. Als je zoveel verschillende zwanen hebt gezien, dan kun je hieruit concluderen dat alle zwanen wit zijn.
Veelvoorkomende problemen
Een ander veelvoorkomend probleem is wanneer de inductiekookplaat niet goed verwarmt . Dit gebeurt vaak met incompatibel kookgerei, zoals aluminium potten of niet-magnetische pannen, die niet het magnetische veld creëren dat nodig is voor directe warmte. Foutcodes kunnen gebruikers van inductiekookplaten ook verwarren.
Antwoord: Inductief redeneren: Informatie over een specifieke observatie (of empirische gegevens) gebruiken om tot een algemene conclusie te komen . Voorbeeld: U weet, op basis van een paar specifieke voorbeelden, dat ijsberen wit zijn. U maakt dus een "inductieve sprong" om te concluderen dat alle ijsberen wit zijn.
Bij inductie wordt niet de kookplaat opgewarmd, maar alleen de bodem van de pan. Dat gebeurt via een magnetisch veld dat wordt opgewekt door de samenwerking tussen de pan en een inductiespoel. Je ziet bij een inductiekookplaat dan ook geen roodgloeiende kookzones.
Een inductieve benadering houdt in dat je je thema's laat bepalen door de data die je vindt. Daarentegen houdt een deductieve benadering in dat je tot de data komt op basis van een aantal vooraf bepaalde thema's, waarvan je verwacht dat ze weerspiegeld worden in de data.
inductie: v. (-s), gevolgtrekking ; slotsom.
Inductief redeneren is een vorm van logisch redeneren waarbij algemene conclusies worden getrokken op basis van specifieke waarnemingen of bewijzen. Het is een bottom-up benadering waarbij specifieke gevallen of voorbeelden worden geanalyseerd om bredere generalisaties of theorieën af te leiden.
Popper beschouwde historicisme als de theorie dat de geschiedenis zich onverbiddelijk en noodzakelijk ontwikkelt volgens kenbare algemene wetten naar een bepaald einde . Hij betoogde dat deze visie de voornaamste theoretische vooronderstelling is die ten grondslag ligt aan de meeste vormen van autoritarisme en totalitarisme.
Falsificatie houdt in dat er situatie aantoont dat een theorie niet klopt. Volgens Popper is een theorie alleen wetenschappelijk als het in principe mogelijk is te weerleggen.
Falsifieerbaarheid is een belangrijk kenmerk van de wetenschap. Het is het principe dat een stelling of theorie alleen als wetenschappelijk kan worden beschouwd als het in principe mogelijk is om deze als onwaar vast te stellen. Een van de kritiekpunten op sommige takken van de psychologie, bijvoorbeeld Freuds theorie, is dat ze niet falsifieerbaar zijn .
In dit werk hebben we het vroegste onderzoek van Joseph Henry naar elektromagnetisme onderzocht: zijn verbetering van de elektromagneet, wat direct leidde tot zijn medeontdekking van wederzijdse en zelfinductie.
Een veranderend magnetisch veld induceert een elektromotorische kracht (EMK) en bijgevolg een stroom in een geleider .
De nadelen van inductie
Nieuwe pannen: Bij het koken met inductie moet de bodem van de pan magnetisch zijn, zodat de pan contact kan maken met de kookplaat. Anders wordt de pan niet warm. Vaak betekent dit dat u nieuwe pannen moet aanschaffen.