Meestal wordt bedoeld: het nut voor mensen. In dat opzicht is het nut beperkt. Libellen worden in Europa niet gebruikt als bron van voedsel of medicijnen voor mensen. Veel mensen beleven echter wel plezier aan het bekijken van libellen en het feit dat ze muggen eten wordt meestal ook als positief ervaren.
Steken of bijten
Libellen zullen nooit op iemand landen, en zo maar beginnen met bijten. Als je een grote libel, bijvoorbeeld de grote keizerlibel, vangt en je vinger tegen de kaken aanlegt, kan de libel als reflex happende bewegingen gaan maken.
Een libelle kan niet steken of bijten. Ze hebben wel kaken waarmee ze hun voedsel, insecten, fijnkauwen. Maar bij de meeste libellen zijn deze kaken te zwak om door de menselijke huid heen te kunnen bijten. Alleen wanneer je ze vangt en je vinger tegen de kaak aanhoudt zullen ze een happende beweging maken als reflex.
In de natuur eten libellen andere insecten zoals muggen, vliegen en motten en staan ze zelf op het menu van vogels, vissen, kikkers, salamanders, hagedissen, wespen, andere libellen en spinnen. Boomvalken en kwikstaarten zijn zelfs gespecialiseerd in het vangen van libellen.
De levensduur van volwassen libellen bedraagt bij de meeste soorten gemiddeld ongeveer zes tot acht weken. Bepaalde soorten leven echter niet langer dan twee weken.
De meeste libellensoorten overwinteren als ei of larve in en rond het water, maar er zijn ook soorten die voor drogere plekken of tijdelijke waterplassen kiezen om hun eitjes af te zetten.
Twee libellen die aan elkaar vast hangen, vormen geen siamese tweeling. Ze zijn bezig met de voortplanting, die er niet altijd zacht aan toe gaat. Het mannetje grijpt het vrouwtje achter de kop met zijn achterlijf, waarna ze verplicht is achter hem aan te vliegen.
Voorbeelden zijn de Protodonata en de Paleodictyoptera (taxa die tot de libelles behoren) die spanwijdtes tot 70 cm konden bereiken. Echter, in andere groepen insecten, zoals de Blattodea (kakkerlakken), komt in diezelfde periode geen gigantisme voor.
Waar en hoe vind je libellen? Libellen zijn een groot deel van hun levenscyclus gebonden aan water. In vrijwel alle zoete watertypen kunnen libellen voorkomen: vennen, plassen, moerassen, beken, rivieren, enzovoorts.
Libellen hebben water nodig
De libellenlarven leven op de bodem van de vijver of verschuilen zich tussen de waterplanten. Het hebben of aanleggen van een vijver is dus de eerste stap om libellen naar uw tuin te lokken.
Libellen hebben inderdaad kaken waarmee ze hun prooien fijn malen. Maar die kaken zijn bij de meeste soorten te klein om door de menselijk huid snijden. Alleen de allergrootste soorten zoals de keizerlibel zou ons eventueel kunnen bijten maar zal dit nooit doen.
Vier soorten libellen eten in een zomer tijd op een gebied van 12 hectare zo'n 900 gram insecten, wat overeenkomt met 700.000 middelzware muggen of 1 procent van de muggenpopulatie.
Een libel wordt als het ware tweemaal geboren: een eerste keer als de larve uit het ei komt en een tweede keer als de larve transformeert tot volwassen insect. De opdracht om de levenscyclus rond te maken is razend moeilijk door de vele gevaren die libellen tijdens deze drie stadia bedreigen.
Ze hebben een netwerk van aderen. De voorrand van de vleugels is geknikt en fungeert als een soort spoiler. Dit zorgt dat de lucht loskomt van het vleugeloppervlak, waardoor er lift ontstaat. Aan de voorrand van de vleugels bevindt zich, dicht bij de vleugeltip, een gekleurde vlek: het pterostigma.
Juffers hebben een lang, dun achterlijf. In tegenstelling de tot echte libellen hebben de vleugels van juffers alle vier dezelfde vorm. De vleugels worden in rust meestal langs of boven het achterlijf samengeklapt. De ogen zijn gevormd als een halve bol en zijn geplaatst aan de zijkanten van de kop.
De blauwe vinvis is niet alleen het grootste dier dat op aarde voorkomt, maar ook het grootste wezen dat ooit op onze planeet heeft geleefd.
Meganeura monyi is een prehistorisch insect dat gelijkenis vertoonde met libellen, uit het Laat-Carboon (circa 280 miljoen jaar geleden) die leefde in de moerassen van Europa en wellicht ook in Noord-Amerika. Dit dier was met een lengte van 40 cm en een spanwijdte van 70 cm waarschijnlijk het grootste insect ooit.
De wandelende tak is goed gecamoufleerd. De wandelende tak is het allergrootste insect ter wereld en sommige soorten kunnen wel 50 centimeter lang worden. Zijn lichaam bestaat uit drie delen. De kop, het borststuk en het achterlijf.
De meeste libellen leggen de eitjes in het water. Maar er zijn ook libellensoorten die hun eitjes afzetten vlak bij het water in een wilgentak bijvoorbeeld, of in de vochtige grond vlak langs het water. Al snel ontwikkeld er in het eitje een prolarve.
Een libellenlarve vangt kleine waterdieren met een uitklapbare grijper. Deze grijper heet ook wel masker. De larve kan het masker bliksemsnel uitklappen. Scherpe haken pakken de prooi vast.
Met libellen kan dus zowel de hele groep (inclusief juffers) worden bedoeld, of alleen de echte libellen. En dat kan soms verwarrend zijn. Het fysieke verschil tussen de juffer en de libel zit hem voornamelijk in de vleugels. De vleugels van een juffer hebben alle vier dezelfde vorm.
Het meest gehoorde advies is om parallel aan de libel te fotograferen, met een klein diafragma, zodat je veel scherptediepte hebt. Zo zorg je ervoor dat je de libel van voor tot achter scherp op de foto krijgt.
Zoek een plek dicht bij water om libellen en juffers te fotograferen. Op de website van De Vlinderstichting vind je een kaart van Nederland met de plekken waar je de diertjes kunt vinden. Heb je thuis een tuinvijver? Dan is de kans dat je daar libellen vindt ook erg groot!
Libellen zijn een kleine insectenorde. Het totale aantal soorten in België bedraagt 70, in Europa ongeveer 143, in de wereld zijn er 5.300 beschreven, maar geschat wordt dat dit laatste aantal zal oplopen tot 10.000 (ter vergelijking vlinders in België 2.405 soorten, in de wereld 165.000 soorten).