Een advies dat uit meer dan twee niveaus bestaat is niet toegestaan. De meest voorkomende eerste schooladviezen zijn vwo, havo of vmbo-gt (voorheen mavo). In 2015/'16 kreeg 61 procent van alle leerlingen dit als eerste advies. Nog eens 14 procent kreeg een dubbel advies vmbo-gt/havo of havo/vwo.
Van leerlingen met een havo/vwo-advies bevindt 40% zich op havo-niveau en 46% op vwo-niveau. Bij een vmbo-k/gt advies loopt de verdeling wat meer uiteen met een percentage van 35% voor vmbo-k niveau en 58% voor vmbo-gt niveau.
RTL Nieuws heeft op basis van de methodiek die voor het landelijke beeld gebruikt is de cijfers per school berekend. Aan elk schoolniveau is een cijfer gegeven. Het gemiddelde cijfer in Nederland was afgelopen schooljaar een 7,79, dit staat gelijk aan een vmbo/havo advies.
Voorbeeld: met een vmbo-t/havo advies is de leerling toelaatbaar voor vmbo-t, maar niet voor havo. Deze leerling kan zich niet aanmelden voor een school die alleen havo aanbiedt.
Kansrijk adviseren betekent dat de leerkracht kijkt naar de potentie van het kind. Om alle kinderen gelijke kansen te geven is in Amsterdam ook afgesproken dat de thuissituatie niet meer meeweegt bij het advies. Is het advies niet goed onderbouwd? Vraag dan om betere onderbouwing of bijstelling van het advies.
Volgens de wet heeft elk kind het recht toegelaten te worden op het door de basisschool geadviseerde niveau. Bij een enkelvoudig schooladvies is dat helder. In het geval van een dubbeladvies geldt dit voor minimaal het laagst genoemde niveau. Dus een leerling met havo/vwo-advies kan in elk geval naar de havo.
Het definitieve schooladvies wordt havo/vwo.Dit kan alleen als de basisschool vindt dat de bijstelling naar vwo niet in het belang van de leerling is. De school moet dit besluit motiveren. De school stelt het advies niet bij.
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo): Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
16 procent kreeg havo als advies en 20 procent vwo. In verhouding wordt sinds het schooljaar 2014/2015 minder verwezen naar het vmbo en de havo en meer naar vmbo/havo en havo/vwo. Ook neemt het aantal leerlingen met een schooladvies voor het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro) af.
Laag opleidingsniveau: geen opleiding (lager onderwijs niet afgemaakt), lager onderwijs (basisschool, speciaal basisonderwijs), lager of voorbereidend beroepsonderwijs (zoals ambachtsschool, huishoudschool, lts, leao, lhno, vmbo-b/k) en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals (m)ulo, mavo, vmbo-g/t, mbo-kort, ...
Zowel atheneum als gymnasium zijn onderdeel van het vwo. Je kunt je kind met een vwo-advies, en soms zelfs havo/vwo-advies, dan ook voor beide richtingen aanmelden. Dit is echter wel afhankelijk van de school die je kiest.
Het Merletcollege in Mill en De Triade in Edam vallen op omdat zij super scoren op alle drie de leerwegen van het vmbo. De Joodse scholengemeenschap Maimonides in Amsterdam, scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen en het Calvijn College in Goes behoren zowel met havo als vwo tot de beste.
Leerlingen die uitstromen naar havo/vwo moeten voldoen aan niveau 1S. Plaats hen dus altijd in de hoogste leerroute. Op het regulier onderwijs plaats je in eerste instantie zoveel mogelijk leerlingen in leerroute 1S.
tussen de 533 en 539: vmbo gemengde / theoretische leerweg en havo. tussen de 540 en 544: havo en vwo. tussen de 545 en 550: vwo.
Vwo leerlingen in de praktijk
Is bereid medeleerlingen te helpen bij studie en problemen. Kan taken verdelen binnen een groep. Kan in hoge mate reflecteren op het eigen handelen. Kent een redelijk sociaal verantwoordelijkheidsgevoel (voor eigen doen en laten).
Vorige week heeft Rory Bidwell, een jongen van 12 uit het Verenigd Koninkrijk, wereldwijd het nieuws gehaald met een IQ-score van 162. Daarmee scoort hij hoger dan Albert Einstein, die naar verluidt een IQ had van 160.
Intelligentietestscores en opleidingsduur zijn positief gecorreleerd . Deze correlatie kan op twee manieren worden geïnterpreteerd: studenten met een grotere neiging tot intelligentie voltooien meer onderwijs, of een langere opleiding verhoogt de intelligentie.
Met het diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 3 of 4.
Vwo bereidt je voor op het wetenschappelijk onderwijs
Het vooroordeel dat gymnasium beter of hoger is dan atheneum klopt niet. Er bestaat geen niveauverschil tussen gymnasium en atheneum.
Er zijn geen landelijke regels over het overstappen naar een ander schooltype. Elke school beslist zelf wanneer een leerling van schooltype kan/mag wisselen. De regels die de school hanteert liggen vast in beleid. De school moet dit beleid volgen.
Het schoolbestuur bepaalt of uw kind wordt toegelaten op de middelbare school. Het schoolbestuur kijkt bijvoorbeeld naar het schooladvies van de basisschool. In het schooladvies staat welk type voortgezet onderwijs het beste bij uw kind past. Bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo.
Na het afronden van de middelbare school met een HAVO- of VWO-diploma in Nederland, kunnen studenten beginnen met studeren aan een hogeschool of universiteit . Na het behalen van hun hbo-diploma kunnen ze zelfs doorstuderen om hun Master- of Doctor-graad te behalen.
Als ouders het niet eens zijn met het schooladvies, kunnen zij daarover een klacht indienen bij de klachtencommissie. Op deze themapagina leest u ook meer over de procedure bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC).