Omrekenen van breuk naar kommagetal = 3 : 4 = 0,75.
Zo geeft in de breuk 3⁄4 de teller 3 aan dat de breuk bestaat uit 3 delen ter grootte van de door de noemer 4 aangegeven delen 1⁄4. Beschouwt men de breuk als deling, dan is de teller het deeltal en de noemer de deler. Het resultaat van de deling is het quotiënt van die twee getallen.
Je ziet dat 60⁄100 gelijk is aan 3⁄5 . Als je de breuk hebt vereenvoudigd, dan heb je de uitkomst van de som. In dit geval is 0,60 gelijk aan de breuk 3⁄5 .
Net als net, bij 5/100. En dan komt de 4 automatisch op de plek ervoor te staan. Op de plek van de tienden. Dus 45/100 is 0,45.
Bereken eerst het kommagetal dat hoort bij een eenvoudige breuk, zoals 1//4. Dit doe je door de teller te delen door de noemer. Door 0,25 te vermenigvuldigen met 3 weet je welk kommagetal hoort bij 3//4.
3/4 deel = 75 %
Breuk naar kommagetal: 1/5 = 0,2.
De teller vertelt hoeveel stukken er zijn. Een voorbeeld: De chocoladereep was in 5 stukken verdeeld. Als je 3/5 deel hebt, dan weet je dat het geheel (de hele chocoladereep) uit 5 stukken bestaat.
Een bijkomend aspect van gelijknamig maken is ook dat soms verschillende breuken dezelfde waarde hebben: 2/3 = 8/12. Omgekeerd betekent dit dat je soms breuken met grote getallen kun "vereenvoudigen": 8/12 = 4/6 = 2/3.
7 ÷ 8 of 7/8 =. 875 Ik zet nog wel een 0 voor de komma zodat duidelijk is waar de punt achter de komma staat 0.875. En we zijn klaar.
Bij kommagetallen staat achter de komma eerst: 1/10 als kommagetal 0,1. daarna volgt: 1/100 als kommagetal 0,01. dan volgt: 1/1000 als kommagetal 0,001.
12,5 : 100 = 0,125. Heb je het percentage gedeeld door 100, dan heb je het antwoord op de som. 12,5% is gelijk aan het kommagetal 0,125.
= 3 : 4 = 0,75. Als je dat keer 100 doet, dan kom je uit op 0,75 x 100 = 75. hoort is dus 75%. Het kommagetal dat bij het percentage 37,5% hoort is dus 0,375.
We hadden al gezien: [1/4] = [3/12]. [3/4] is drie keer zoveel, dus [3/4] = [9/12]. Hoeveel twaalfden is [5/6]? We hadden al gezien: [1/6] = [2/12].
In een zuivere XTC-pil zit MDMA. MDMA staat voor 3,4 methyleendioxymethamfetamine en wordt in pure vorm als kristallen geproduceerd en verkocht. MDMA stimuleert stoffen in je hersenen, met name dopamine en in mindere mate ook serotonine en adrenaline.
Deel alleen de teller! 3/6 : 3 = dus 1/6.
Een tiende deel, 1/10, is 10%, en 3/10 is dus 30%.
Het meest gebruikelijk is om met drie cijfers achter de komma te werken. mits die mate van nauwkeurigheid gerechtvaardigd is gegeven je meetprocedure. Zet een 0 voor de punt of komma als het ook een andere getal zou kunnen zijn. Kan het alleen een 0 zijn (zoals bij p-waarden) dan kan die worden weg gelaten.
0,00001 is éénhonderdduizendste ( 5 nullen ) 0,000001 is éénmiljoenste ( 6 nullen )
Het getal 2 bijvoorbeeld kan je ook als 2,0 schrijven; De komma bij deelsommen met 10, 100 of 1000 één, twee of drie plaatsen naar links zetten. Ezelsbruggetje: keer = de komma gaat naar rechts, delen = de komma gaat naar links.
Leg vervolgens uit dat wanneer je wilt weten welk kommagetal er bij 3//9 hoort, je eerst kijkt naar welk kommagetal er bij 1//9 hoort. Wanneer je 1 : 9 komt er 0,111 uit, wat hetzelfde is als 1//9.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij. Handig om deze gegevens bij elkaar op een overzichtskaart te hebben! Oefen het rekenen met breuken veel.
1/7 deel is dus 80. Voor de som moeten we weten hoeveel 6/7 deel van 560 is. Dat is dan 6 x 80. 6/7 deel van 560 is dus 480.