Een oneven getal is een geheel getal dat niet deelbaar is door 2. De oneven getallen zijn 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17, ... Een oneven getal eindigt altijd op het cijfer 1, 3, 5, 7 of 9.
De even getallen zijn: zijn 2, 4, 6, 8, 10...enz. Denk bij de even getallen aan het tellen met een sprong van 2. Alle andere getallen zijn de oneven getallen: 1, 3, 5, 7...enz.
Een oneven of onpaar getal is een geheel getal dat niet even is, dus niet restloos deelbaar is door 2. Een oneven aantal objecten kan dus niet opgesplitst worden in twee delen van gelijke omvang. De oneven getallen zijn ... −11, −9, −7, −5, −3, −1, 1, 3, 5, 7, 9, 11, ....
Een getal is de aanduiding van een hoeveelheid en een bepaalde hoeveelheid kan logischerwijs niet even of oneven tegelijk zijn. Nee, er bestaat dus geen getal dat even en oneven tegelijk is.
Met even getallen worden getallen bedoeld die altijd deelbaar zijn door 2. Daarbij eindigen ze altijd op 0, 2, 4, 6 of 8. Een oneven getal is niet deelbaar door twee en eindigt dus op 1, 3, 5, 7 en 9. Of het nu om 17, 177 of 1007 gaat, zolang een getal op een 7 eindigt is het oneven.
Een ONEVEN getal is een geheel getal dat NIET deelbaar is door 2. Dit zijn de getallen die eindigen op: 1, 3, 5, 7 of 9. Bijvoorbeeld: 19, 25, 567, 1121.
Het getal nul is even, omdat het een veelvoud is van twee. Waarom is het een veelvoud van twee? Omdat nul keer twee gelijk is aan nul. Dus nul is een veelvoud van twee, en dus is nul ECHT een even getal.
Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts twee natuurlijke getallen als deler heeft, namelijk 1 en zichzelf. Het kleinste priemgetal is dus 2, want het heeft alleen 1 en 2 als delers.
22 is een getal dat voor 23 komt en na 21 22 is een even getal.
Even en oneven getallen kunnen negatief zijn: −6 = 2 × −3 en −5 = 2 × −3 + 1. De even natuurlijke getallen vormen een deelverzameling van de even getallen. De even getallen vormen een ondergroep van de optelgroep der gehele getallen.
De even getallen zijn 0, 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, ... Noot: ... betekent in de wiskunde enzovoorts. Een even getal eindigt altijd op het cijfer 0, 2, 4, 6 of 8.
Er zijn 25 priemgetallen onder de 100: 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97.
Daarom is 0 even. Een andere interessante manier om het te zien is dat even en oneven getallen elkaar afwisselen. Tussen elk paar opeenvolgende even getallen zit er dus precies 1 oneven en omgekeerd. Tussen -1 en 1, beiden oneven, zit er dus 1 even getal: 0.
Delen door nul is bij het gewone rekenen niet toegestaan als rekenkundige bewerking. Het gaat om een deling waarbij de deler het getal nul is. Bij het gewone rekenen kan geen zinnige betekenis gegeven worden aan het resultaat van een deling door nul.
Even is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis 'deelbaar door twee'. Paar is standaardtaal in België in die betekenis.
Als er een even aantal getallen is: 10, 11, 12, 13, 15, 20, 23, 35 - de twee in het midden (13 en 15) worden opgeteld (13+15=28) en dan gedeeld door 2 (28/2= 14), dat betekent dat de mediaan in dit geval 14 is.
De mediaan is het middelste getal in een (oplopende) getallenreeks. Als er twee middelste getallen zijn, dan bereken je het midden tussen deze getallen. De mediaan van bijvoorbeeld de getallenreeks 11, 12, 13, 13, 16, 18, 19, 20, 22 is het getal 16. Dit is namelijk het middelste getal.
Vuistregels. Een priemgetal is alleen deelbaar door 1 en deelbaar door zichzelf. Een priemgetal heeft dus precies 2 delers.
De definitie is zo in elkaar gezet dat 1 er niet aan voldoet: een getal heet een priemgetal als het getal precies twee delers heeft (1 en het getal zelf). De discussie of 1 priem is komt elke keer terug omdat, net als echte priemgetallen, 1 geen delers heeft behalve 1 en zichzelf.
Een priemgetal is een getal groter dan nul dat je alleen door 1 en door zichzelf kunt delen. Waar bijvoorbeeld 6 ook kan worden gedeeld door 2 en 3, heeft 7 niet zulke delers. Dat is dus een priemgetal. Het grootste bekende priemgetal op dit moment is 2 tot de macht 82.589.933 − 1.
Voor natuurlijke getallen vanaf n=1 is de definitie eenvoudig: n! is het product van de natuurlijke getallen 1 tot en met n. Een faculteit is het dus het product van n opeenvolgende getallen. Voor n = 0 gaat deze definitie niet meer op, want 0!
De rode sommen zijn de dubbelen (bijvoorbeeld 3 + 3 en 5 + 5). De oranje sommen zijn sommen met 5 (bijvoorbeeld 5 + 1 en 1 + 5). De paarse sommen samen 10 (bijvoorbeeld 2 + 8 en 7 + 3). De lichtblauwe sommen zijn samen 5 (bijvoorbeeld 2 + 3 en 5 + 0).