Het doel van Judo is om maximaal gebruik te maken van de kracht en snelheid van de tegenstander. Oftewel, het uit balans brengen van je partner en daarbij je eigen balans te behouden. Judo is een geweldige manier om conditioneel met je gehele lichaam te bewegen, op iedere leeftijd.
De technieken van judo zijn gebaseerd op het principe zoveel mogelijk gebruik te maken van de snelheid en kracht van de tegenstander; "winnen door toe te geven". Het algemene doel is om de tegenstander buiten gevecht te stellen zonder hem te verwonden – vaak door hem zo te werpen dat hij op zijn rug terechtkomt.
De motorische, lichamelijke en ook geestelijke ontwikkeling staan voorop.Je leert omgaan met verlies en winst, daarbij heb je altijd respect voor je tegenstander. Iemand die weinig zelfvertrouwen heeft, kan door de sport meer vertrouwen in zichzelf krijgen. Zo zie je wat judo is: meer dan alleen een fysieke sport.
WAT IS JUDO
Judo is een Japanse zelfverdedigingssport en de beoefenaar noemen we een Judoka. Het eerste wat een judoka leert is hoe te vallen en te rollen zonder zich te bezeren. Judo is zeer geschikt om al vanaf jonge leeftijd te beoefenen.
Kracht en Uithoudingsvermogen: Tijdens een judotraining gebruik je vrijwel elke spiergroep in je lichaam, wat helpt bij het opbouwen van kracht en uithoudingsvermogen. Conditie en Flexibiliteit: Judo verbetert je balans, flexibiliteit en conditie, omdat je continu beweegt en draait.
Het doel is om netjes te gooien, vast te pinnen of de tegenstander te overmeesteren , waarbij het laatste wordt gedaan door druk uit te oefenen op de armgewrichten of de nek om de tegenstander te laten toegeven. Technieken zijn over het algemeen bedoeld om de kracht van een tegenstander in je eigen voordeel te gebruiken in plaats van om hem direct tegen te werken.
Judo is één van de meest bekende budo-activiteiten ter wereld. Het gaat bij Judo om balans, zowel fysiek als mentaal. Judo is een zware sport en wordt vaak onderschat.
Zonder hem had je niet eens kunnen judoën. Bij het buigen in het begin van de les zeg je respect te hebben voor het judo, de leraar, voor degene waar je mee werkt, voor de andere judoka's en jezelf. Ook zeg je met je buiging dat jij je op de juiste manier gedraagt in de dojo.
Judo is een vechtkunst die in Japan is ontstaan en nu wereldwijd bekend is als een Olympische sport. Judo is in 1882 ontstaan door jujutsu, een vorm van close combat, te combineren met elementen van mentale discipline. De wortels van jujutsu liggen in sumo.
Judo is als gevechtsport en dus ook contactsport een intensieve sport die voor het lichaam toch een zeer grote belasting kan betekenen. Uiteraard is het risico ook sterk afhankelijk van de intensiteit waarmee de sport beoefend wordt.
Zelfvertrouwen en zelfverdediging: Judo kan een enorm positief effect hebben op het zelfvertrouwen van kinderen. Terwijl ze technieken leren en vooruitgang boeken, ontdekken ze hun eigen kracht en capaciteiten.
Belangrijke judoregels zijn:
Niet knijpen, niet bijten, niet schoppen, niet slaan, niet aan de haren trekken, niet aan het gezicht of niet aan de keel komen. Kortom, je mag elkaar niet opzettelijk pijn doen. Judo is fijn zonder pijn. Respect hebben voor elkaar, schelden en commanderen doen we dan ook niet.
Omdat Judo "begint en eindigt met respect (een buiging)", leren beginners eerst de Judo-etiquette (Reiho) . Daarna leren ze de technieken om vallen te breken (Ukemi). Het breken van vallen is het meest fundamentele onderdeel van Judo en moet onder de knie worden gekregen om jezelf te beschermen tegen verwondingen.
Het doel van Judo is om maximaal gebruik te maken van de kracht en snelheid van de tegenstander. Oftewel, het uit balans brengen van je partner en daarbij je eigen balans te behouden. Judo is een geweldige manier om conditioneel met je gehele lichaam te bewegen, op iedere leeftijd.
Met "Sukasu" (ontwijking) wordt een ontwijkende manoeuvre (zoals achteruit bewegen, enz.) bedoeld om een Ashi waza (voet-/beentechnieken) te ontwijken die door de tegenstander wordt uitgevoerd, waardoor de vegende beweging van het been van de tegenstander mist .
Judo is opmerkelijk populair over de hele wereld. Er zijn meer dan 50 miljoen judoka's in meer dan 200 landen . Enkele van de populairste judolanden zijn Japan, Frankrijk, Canada, Rusland en Brazilië.
Het doel van een judowedstrijd is om de tegenstander op zijn schouder op de grond te gooien; hem voornamelijk op zijn rug op de grond te pinnen; of hem te dwingen zich te onderwerpen aan een wurggreep, wurggreep of armklem . Elk van deze punten levert ippon op, waarmee de wedstrijd meteen gewonnen wordt. Judo kent vier scoregraden: ippon, waza-ari, yuko en koka.
Judo is effectief voor gevechten van dichtbij, waarbij gewrichtsklemmen en worpen worden gebruikt om bedreigingen te neutraliseren. Wetshandhavingsinstanties gebruiken judotechnieken vaak vanwege hun effectiviteit in zelfverdediging. Karate, met zijn focus op stoten en schoppen, is geschikter voor staande gevechten in straatgevechten .
Buigen doe je om respect te tonen voor je leraar(s) (sensei) en je mede judostudenten (judoka) . Het wordt ook gebruikt om dankbaarheid te tonen voor de oefening. Buigen is op geen enkele manier religieus en is vergelijkbaar met de 'Amerikaanse handdruk'.
Sensei-ni-Rei: buig voor de leraar . Otagai-ni-Rei: buig voor elkaar.
De groet aan het begin van de training fungeert als een mentale overgang die iedereen in een staat van paraatheid brengt: de gedachten worden gefocust op het Judo en de les die gaat volgen. Vanaf dit ogenblik gedragen we ons als Judoka en tonen we respect voor de trainer(s) en onze partner(s).
In de Oost-Aziatische vechtkunsten zijn de overeenkomstige termen voor harde techniek en zachte techniek硬 (Japans: gō, pinyin: yìng) en 柔 (Japans: jū, pinyin: róu), vandaar Goju-ryu (harde-zachte school), Shorinji Kempo-principes van go-ho ("harde methode") en ju-ho ("zachte methode"), Jujutsu ("kunst van zachtheid") en Judo ("zachte ...
Om beter te worden in judo moet je uiteraard gewoon veel judoën… Maar om echt krachtiger en sneller te worden dan je trainingsmaatjes en tegenstanders moet je een sportspecifiek krachttraining schema volgen. Hierbij is het belangrijk vooral kracht en explosiviteit te trainen, de buikspieren, schouders, rug en biceps.
Daar vechten deze vier judoka's onderling in een soort 'schaduw-halve finales' voor een plekje in een kamp om het brons. De twee winnaars van de herkansingen vechten om de medaille tegen een verliezende halvefinalist. Zo komen we dus tot twee kampen voor het brons en dus ook twee bronzen medaillewinnaars.