Begin met de inleiding van je verslag.Hierin beschrijf je kort en bondig waar het verslag over gaat en wat je onderzocht hebt. Analyseer nu je aantekeningen, en bepaal een logische volgorde voor je verhaal. Werk daarbij met verschillende alinea's of stukjes.
Het is gebruikelijk om het voorwoord te beginnen met een korte beschrijving of vermelding van de context (opleiding, onderwerp). Vervolgens bedankt je de mensen die op enigerlei wijze hebben bijgedragen aan jouw onderzoek of scriptie, zoals de scriptiebegeleider of stagebegeleider.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
Dat wil zeggen, een logische en gelijkmatige opbouw van hoofdstukken, paragrafen en alinea's. Je hebt een samenvatting, een inleiding, de hoofdstukken, resultaten, conclusies, aanbevelingen, referenties en bijlagen. Ook de lay-out van je verslag helpt mee aan een fijne structuur.
In je inleiding geef je algemene informatie over je onderwerp en baken je je onderwerp af zodat je lezer weet waar je onderzoek over gaat. Met die informatie beschrijf je jouw doelstelling, probleemstelling en presenteer je de hoofdvraag en deelvragen van je scriptie.
Antwoord. In gewone lopende tekst en bovenaan in een brief heeft 14 april 2011 de voorkeur. De verkorte notatie krijgt streepjes of punten: 14-04-2011, 14.04.2011. In een internationale context of wanneer er op de datum gesorteerd moet kunnen worden, is de volgorde omgekeerd: 20110414, 2011-04-14.
Een goede inleiding trekt de aandacht van de lezer en geeft aan waarover de tekst gaat. Een goed geschreven tekst bevat een inleiding van één of enkele alinea's. Na het lezen van de inleiding weet de lezer wat er komen gaat. Zo kan hij bepalen of de tekst voor hem interessant is om te lezen.
Het is belangrijk dat je verslag duidelijk en overzichtelijk is. Probeer af en toe naar je verslag te kijken alsof je het voor het eerst leest. Of laat iemand anders het eens lezen. Omdat jij volledig in de stof zit, kan het voor jou heel duidelijk zijn, maar voor een ander misschien niet.
De inleiding wordt geschreven in de derde persoon en heeft als doel de lezer te motiveren, maar ook alvast nieuwsgierig te maken naar de inhoud van het verslag of onderzoeksrapport.
Houd je eerste zin kort
Maar vaak schieten mensen zo in de stress van hun inleiding dat ze met lange, geknutselde zinnen op de proppen komen. Het probleem is dan dat je de lezers te hard laat werken. Dat willen lezers niet, vooral niet in het begin. Begin je inleiding dus met een of twee korte zinnetjes.
Een inleiding is cruciaal in elk uitgebreider document, zoals een (onderzoeks)verslag, whitepaper, beleidsplan of evaluatie. Een goede inleiding wekt nieuwsgierigheid op bij de lezer en spoort hem aan verder te lezen.
Je voorwoord volgt direct na het titelblad en plaats je voor de samenvatting. Je voorwoord is een persoonlijke tekst waarbij de lezer een idee krijgt over wie de schrijver is. Daarnaast is het voorwoord bedoeld om mensen te bedanken die je hebben bijgestaan in het proces.
De inleiding van een essay is meestal niet langer dan een of twee paragrafen en maakt normaliter ongeveer 10 tot 20 procent uit van je tekst.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Een nawoord is een terugblik op de periode van het schrijven van je scriptie of onderzoek. Je vertelt over je ervaringen en wat je hebt geleerd.In je nawoord kun je tevens mensen bedanken als je dit nog niet hebt gedaan in een voorwoord of dankwoord.
Allereerst: onthoud dat een voorwoord het eerste is dat een lezer leest. Dus hiermee wil je de lezer ook aanmoedigen door te blijven lezen. Een voorwoord is bedoeld om als schrijver, opdrachtgever of betrokkene vast kennis te maken met de lezer en om kort uiteen te zetten waarom dit werk geschreven is.