Radiotherapie is een medische behandeling met röntgenstraling, een radioactieve bron of een combinatie van deze twee. Een ander woord voor radiotherapie is bestraling. De behandeling is meestal gericht tegen kanker. Het doel van radiotherapie is dan om de kankercellen te doden.
Bestraling kan dan: de tumor kleiner maken, zodat de tumor de organen om de tumor heen niet meer in de weg zit. ervoor zorgen dat de tumor of de uitzaaiingen minder pijn doen. bloedingen stoppen die veroorzaakt worden door de tumor.
Je kunt bestraling krijgen met als doel om helemaal te genezen. Dit heet curatieve radiotherapie. Vaak krijg je de behandeling dan in combinatie met een operatie of met chemotherapie.
De kans op schade aan je organen is bij bestraling vaak kleiner dan bij een operatie. Soms is het risico op complicaties of bijwerkingen ook kleiner dan bij een operatie. De arts kan ook andere redenen hebben om bestraling te adviseren als alternatief voor een operatie.
Advies aangepaste voeding tijdens bestraling
Vermijd alcohol, tabak, alle melkproducten, koffie, chocola, frisdranken met cafeïne, vers en gedroogd fruit, noten, zaden, rauwe groenten, alle soorten pasta, sterk gekruid eten, kant en klaar maaltijden. Wees heel zuinig met vet en boter.
Maar omdat radiotherapie ook gezonde cellen beschadigt, is er een risico dat er opnieuw kanker ontstaat (het gaat hierbij niet om terugkeer van de oorspronkelijke tumor of uitzaaiingen daarvan).
Vermoeidheid tijdens je behandeling
Dat geldt voor chemotherapie en bestraling, maar je kunt ook moe zijn door andere behandelingen. Behandelingen beschadigen kankercellen en gezonde cellen. Daardoor is je lichaam steeds bezig met kankercellen opruimen en gezonde cellen laten herstellen. En daar kun je moe door zijn.
Soms is alleen bestraling nodig op het deel van je borst waar de tumor gezeten heeft. Dit hangt af van je leeftijd en kenmerken van de tumor. Je arts zal hier uitleg over geven. Soms zal de arts voorstellen om geen aanvullende behandeling met bestraling te doen.
Hoe lang werkt de bestraling door? Kankercellen sterven geleidelijk af. Zelfs nadat de behandeling is gestopt, gaat de werking van de bestraling nog enige tijd door. Het uiteindelijke resultaat wordt daardoor pas een aantal weken tot maanden na afloop van de behandeling bereikt.
Andere mogelijke behandelingen van kanker, zoals chirurgie (operatie) en radiotherapie (bestraling), vernietigen of beschadigen kankercellen op een specifieke plaats, terwijl chemotherapie in het hele lichaam werkt. Chemotherapie kan kankercellen vernietigen die zich verspreid hebben in andere delen van het lichaam.
Bestraling zelf doet geen pijn. Ook bestraling van binnenuit (brachytherapie) doet geen pijn. Bestraling kan wel bijwerkingen hebben die pijn doen, bijvoorbeeld darmkrampen of pijn in je mond. Je huid kan na een aantal keren ook gevoeliger worden en soms pijn gaan doen.
Bijwerkingen van bestraling
Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. Veel voorkomende bijwerkingen zijn vermoeidheid, reactie van de huid, slikklachten, droge mond, misselijkheid, hinderlijke slijmvorming, diarree, minder zin in vrijen, onvruchtbaarheid.
Met radiotherapie worden de cellen van een gezwel zó beschadigd dat ze zich niet verder kunnen delen, of dat hun stofwisseling ontregeld raakt. De kankercellen sterven dan af. Helaas raken gezonde cellen ook beschadigd. Deze gezonde cellen herstellen zich gelukkig beter dan kankercellen.
Bestraling verzwakt het immuunsysteem en laat bij proefdieren een versnelde veroudering van het immuunsysteem zien. Aangezien een niet effectief immuunsysteem bijdraagt aan een verhoogde kans op het krijgen van kanker of uitzaaiingen is dit in feite een ernstige bijwerking.
Bestraling en je spieren en gewrichten
Bijvoorbeeld je kaak, schouder, heup of knie. Daardoor kan het gewricht wat stijver worden. Ook spieren in bestraald gebied kunnen wat stijver worden. Soms kun je dan last krijgen van stijfheid en pijn, vooral bij opstarten van bewegingen.
Het aantal bestralingen ligt tussen de 15 en 22 keer. De arts vertelt u hoevaak u bestraald gaat worden. De eerste bestraling vindt ongeveer binnen een week na de CT-scan plaats. Deze tijd is nodig voor het uitwerken van het bestralingsplan.
Iedereen die gebruik maakt van zorg in Nederland, betaalt in 2021 eerst €385,00 zelf. De overige kosten van uw bestralingsbehandeling worden vergoed vanuit de basisverzekering.
Toen er tijdens COVID-19 minder capaciteit was in ziekenhuizen en het beter was dat mensen met een kwetsbare gezondheid zoveel mogelijk thuis bleven, zijn sommige centra vijf bestralingen gaan geven, in plaats van vijftien. Dat dit net zo goed werkt, is onderzocht in het Fast Forward-onderzoek.
Zolang u zich fit genoeg voelt is er geen enkel bezwaar tegen autorijden. Uiteraard is het niet toegestaan aan het verkeer deel te nemen als u gebruik maakt van medicatie die de rijvaardigheid beïnvloedt, bijvoorbeeld bepaalde pijnmedicatie.
Leverontsteking door alcohol tijdens de behandeling kan de nevenwerkingen doen toenemen. Sommige chemotherapeutica en bestraling ter hoogte van hoofd, hals en borst kunnen het mondslijmvlies doen ontsteken (ook stomatitis of mucositis genoemd). Dan kan alcohol de mond irriteren en de ontsteking doen toenemen.
Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je bijna altijd een CT-scan. Hiermee bepaalt de radiotherapeut-oncoloog nauwkeurig welk gebied bestraald moet worden. Als de tumor meebeweegt op je ademhaling, houdt de arts hier rekening mee. Met de informatie van de scan kan de arts een bestralingsplan maken.
Werk je tijdens de behandeling, let dan goed op de signalen van je lichaam. Vraag niet te veel van jezelf en neem op tijd rust. Wanneer je doorwerkt is er vaak meer mogelijk dan je denkt. Bespreek met je werkgever en de bedrijfsarts wat jij nodig hebt om (deels) te kunnen blijven werken.
Uw huid is kort na de bestraling namelijk overgevoelig. Door de zon kan jeuk optreden en soms ontstaan wondjes. Ook in het eerste jaar na de behandeling is het belangrijk dat u extra voorzichtig bent met zonnen en gebruik van de zonnebank.