De daadwerkelijke kern van de regeling wordt gevormd door de inhoudelijke wetsartikelen, de regering zelf. Dit word het corpus (lichaam) van de regeling genoemd. Het corpus bestaat uit genummerde wetsartikelen die onderling een bepaalde samenhang vertonen.
De meeste wetten zijn voorzien van een citeertitel, de officiële naam waarmee de wet wordt aangeduid. De citeertitel staat in het algemeen in de het laatste artikel van de wet. In de aanhef van de regeling is vaak een standaard stuk tekst opgenomen waarin het wetgevingsprocesproces duidelijk zichtbaar is.
Ten eerste moeten het artikel, het lid en de naam van de wet genoemd worden. Bijvoorbeeld artikel 17 lid 1 Grondwet, artikel 17 lid 1 GW of art. 17 lid 1 GW. Bovendien moet bij het citeren ook een sub worden vermeld als het artikel een sub bevat.
Wetsartikelen zijn opgebouwd uit verschillende rechtsvoorwaarden en rechtsgevolgen. In rechtsregels worden voorwaarden gesteld, wanneer er aan deze voorwaarden wordt voldaan dan wordt er een bepaald gevolg in actie gesteld. Deze voorwaarden noemt men, binnen het juridische jargon, rechtsvoorwaarden.
Wetten zijn opgebouwd uit opschrift/intitulé, aanhef (met considerans), lichaam/corpus en overgangs- en slotbepalingen.
De wetstechnische informatie vindt u achter de knop 'toon wetstechnische informatie' (het afgeronde vierkantje met de letter 'i' geplaatst in het midden) die rechts boven de wettekst staat en rechts naast het artikel.
In artikel 25 WOR is het adviesrecht neergelegd. Bij een aantal besluiten van de onderneming heeft de OR het recht om voorafgaand aan het voorgenomen besluit advies uit te brengen.
In je wettenbundels mag je zelf nog tabjes plaatsen, je mag niet schrijven o.i. wel mag je strepen (geen pijlen of iets wat daar op lijkt) en markeren (eventueel kan je dezelfde kleur gebruiken om een connectie te laten zien).
In een wettenbundel is een verzameling van regelingen opgenomen. De meeste regelingen zijn wetten. In een wet zijn regels vastgelegd om de samen- leving beter te laten functioneren. Wetten worden vastgesteld door een besluit van een overheidsorgaan.
De namen van wetten liggen vast in de wet zelf. Het al gebruikelijk om alleen het eerste woord met een hoofdletter te beginnen: Wet werk en zekerheid. Bij afkortingen zijn hoofdletters gebruikelijk; ANW, WIA, maar er zijn allerlei andere vormen in omloop: Arbowet, Wajong.
Verwijzing naar een lid van een artikel geschiedt overeenkomstig het volgende voorbeeld: Artikel 5, tweede lid, is van toepassing. Naar het voorafgaande artikel of lid van een artikel wordt verwezen door vermelding van het nummer van dat artikel of lid.
Als je verwijst naar een webpagina of website, neem je geen bronvermelding op in de literatuurlijst. Je verwijst wel naar deze bronnen in een voetnoot. Hierbij zet je de naam van het artikel tussen enkele aanhalingstekens, gevolgd door een komma en de kortste versie van het webadres.
Margeteksten geven in enkele woorden de inhoud van het betreffende wetsartikel weer. Hierdoor kan bij het zoeken naar een bepaald wetsartikel op eenvoudige wijze de kern van een wetsartikel worden achterhaald.
In wettenbundel twee hoofdstuk 2 vind je de grondwet. De Wet op ondernemingsraden vind je in privaatrecht wettenbundel één. De grondwet heeft algemene regels over de samenleving en de WOR zijn de ondernemingsregels en dat gaat over burgers onderling.
De Collegebundel is de belangrijkste wettenbundel tijdens je studie. Je vindt hierin een groot aantal wetteksten, handig opgedeeld in Privaatrecht en Publiekrecht. De titel is gemakkelijk in gebruik en zorgvuldig samengesteld.
Verwijzen naar verdragen
Als je verwijst naar een verdrag, wordt het woord 'verdrag' wel met een hoofdletter geschreven. Ook wordt bij verdragen de datum voorafgegaan door de plaats van totstandkoming. Voorbeeld: Verwijzen naar een verdrag Artikel 2 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien.
Wetboeken vallen uiteen in twee hoofdcategorieën: Burgerlijk wetboeken voor burgerlijk recht (civiel recht, privaatrecht) Strafwetboeken (of wetboeken van strafrecht) voor strafrecht.
Ondernemingsraden danken hun bestaan aan deze Wet op de Ondernemingsraden (WOR). De WOR is in 1950 opgesteld, met als doel de gemeenschappelijke belangen tussen werkgever en werknemer te behartigen. De wet, die regelmatig wordt herzien, is gericht op de medezeggenschap binnen alle organisaties in Nederland.
Plak het tabje op de linker bladzijde, zo dat het rechts van de wettenbundel terecht komt als je de bundel dicht slaat. Begin altijd bovenaan met een tabje en werk vervolgens naar beneden. Bij voorkeur plak je de tabjes bij de wetsartikelen chronologisch , dit maakt het overzichtelijk.
De “wetgeving” betreft regels opgesteld door de wetgevende macht, de “regelgeving” betreft de daarvan afgeleide regels door de uitvoerende macht, en de “jurisprudentie” betreft relevante uitspraken gedaan door de rechtelijke macht die algemene werking hebben (gekregen).