Bij sommige AED-toestellen moet de hulpverlener dit zelf doen door op een knop te drukken. Een snelle stroomstoot kan het normale ritme van het hart herstellen, zodat het bloed weer door het lichaam gepompt kan worden. Zo wordt hersenschade bij het slachtoffer voorkomen. Daarna is hartmassage en beademing altijd nodig.
AED staat voor Automatische Externe Defibrillator. Het is een apparaat dat een gecontroleerde elektrische schok kan toedienen aan het hart, met de bedoeling de normale hartfunctie te herstellen. De overlevingskans van slachtoffers neemt bij reanimeren met AED aanzienlijk toe.
Een automatische AED kan zelfstandig een schok toedienen aan het slachtoffer, bij een half automatisch model moet de gebruiker zelf de knop indrukken om de een schok toe te dienen. Het apparaat zal de gebruiker dan instrueren om een schok toe te dienen.
Geef 2 beademingen
Adem normaal in, plaats je lippen rond de mond van het slachtoffer en sluit die goed af. Adem in één seconde gelijkmatig uit in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij uit je ooghoek of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt. Herhaal dit, zodat je totaal 2 beademingen geeft binnen 10 seconden.
Beademen met de mond-op-mondtechniek is moeilijk en wordt daardoor in de praktijk slecht uitgevoerd. Tijdens de ventilatiepogingen kan er geen hartmassage uitgevoerd worden, wat een nadelig effect op de overleving kan hebben.
Let op: plak de elektroden niet op het sleutelbeen of op de tepel. Bij kinderen plak je de elektroden soms anders. Meer informatie over AED elektroden bij kinderen.
Laat het slachtoffer niet drinken, eten of roken. Wanneer het slachtoffer liever op de zij ligt of met opgetrokken knieën is dat geen probleem. Controleer regelmatig bewustzijn en ademhaling. Blijf bij het slachtoffer tot professionele hulp ter plaatse is.
Na een schok kan de AED ook weer aangeven dat de hulpverlener door moet gaan met de borstcompressies. Naast gesproken instructies geven sommige AED's ook visuele instructies (door middel van oplichtende icoontjes).
We raden aan minimaal IP44 voor de AED en IP54 voor de buitenkast of combi-IP-waarde van minimaal 54. Geeft je AED instructies in meer talen en is dit een prettige manier? Hoe krijg je bericht als er iets mis is met de AED? Dit kan via een licht- of geluidssignaal of via je telefoon.
AED staat voor Automatische Externe Defibrillator.
Raak het slachtoffer niet aan tijdens de analyse, het opladen en het toedienen van de elektrische schok. Het slachtoffer aanraken tijdens de analyse kan bewegingen veroorzaken die storen bij de interpretatie van het hartritme en de toediening van een elektrische schok kunnen vertragen.
Kan een AED een foute interpretatie maken? Een AED maakt gebruik van complexe analyse systemen om het hartritme te interpreteren. Wanneer iemand gebruik maakt van een AED zal deze in meer dan 95 % van de gevallen de juiste keuze maken om defibrillatie toe te passen.
Reanimeren blijft bij een hartstilstand altijd nodig, ook al geeft de AED geen schok. Dit houdt de bloedsomloop in stand, totdat er professionele hulpverleners zijn. Zij kunnen soms met medicijnen het hart weer vatbaar maken voor een schok.
Het lichaam vermindert de bloedtoevoer naar de maag en darmen. Het geven van eten of drinken kan er voor zorgen dat de spijsvertering weer op gang komt. Ook kan het slachtoffer gaan braken. Braken zorgt weer voor vochtverlies waardoor de shock verergert.
In deze houding kun je kijken (naar buik en borstkas), luisteren (oor dichtbij neus en mond) en voelen (wang boven de mond) of er een normale, abnormale of geen ademhaling is. Deze controle doe je maximaal 10 seconden lang. Een volwassen persoon ademt ongeveer 12 tot 16 keer per minuut.
Een AED bestaat uit 2 elektroden die je op de borstkas van het slachtoffer plakt. Hierdoor kan het apparaat het hartritme beoordelen. Daarna vertelt het apparaat wat je moet doen. Je krijgt dan te horen of je bijvoorbeeld door moet gaan met reanimeren of op de knop moet drukken om een schok toe te dienen.
Bij hele jonge kinderen, onder de 25kg, plak je één elektrode op de borst en één elektrode op de rug tussen de schouderbladen. Bij het reanimeren worden de handen in dit geval op de elektrode geplaatst.
Iedereen kan een AED aansluiten omdat AED's altijd zijn voorzien van duidelijke instructies. Bij eenvoudige apparaten betreft het meestal alleen geschreven instructies. Uitgebreidere AED's hebben vaak ook gesproken instructies of visuele instructies.
Gasping is een reflex van het lichaam als reactie op een laag zuurstofgehalte in de hersenen. Gasping kan er op allerlei manieren uit zien. Dat hangt ook een beetje af van hoe lang de circulatiestilstand al duurt. Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging.
Jaarlijks krijgen zo'n 17.000 mensen buiten het ziekenhuis een hartstilstand. Om de overlevingskans te vergroten is het belangrijk dat iemand binnen 6 minuten gereanimeerd en gedefibrilleerd wordt.
Soms ziet men ertegen op om mond-op-mondbeademing te geven, vooral bij een onbekend slachtoffer. Dierstudies hebben aangetoond dat basale reanimatie zonder beademing effectief is in de eerste paar minuten bij een circulatiestilstand die niet is veroorzaakt door verdrinking, verstikking of verslikking.
De kans dat een slachtoffer een hartaanval overleeft is met een AED vele malen groter dan met handmatige reanimatie. Dit geldt echter alleen wanneer er nog sprake is van hartactiviteit. Bij een volledig gestopt hart kan een AED niets betekenen, maar kunnen borstcompressies het hart wél weer op gang krijgen.