Via het bedieningspaneel op de Mac heb je snel toegang tot belangrijke macOS-instellingen, zoals AirDrop, wifi of 'Focus'. Je kunt het bedieningspaneel aanpassen door andere onderdelen toe te voegen, zoals snelle opties voor toegankelijkheid, de batterijstatus of snelle gebruikersoverschakeling.
Om deze instellingen te wijzigen, kies je Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik je vervolgens op 'Bedieningspaneel' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Het Apple-menu , dat zich linksboven in het scherm bevindt, bevat commando's voor dingen die je vaak doet, zoals apps bijwerken, Systeeminstellingen openen, het scherm vergrendelen of de Mac uitzetten.
De meeste programma's beschikken over een menubalk, die meestal standaard zichtbaar is. De menubalk staat onder de titelbalk.
Klik op het Systeeminstellingen-symbool in het Dock of kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen'. Klik op een instelling. Instellingen worden weergegeven in de navigatiekolom. Welke instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van je Mac en de geïnstalleerde apps.
Apn instellen op Android
Open Instellingen en ga vervolgens naar 'Verbindingen > Mobiele netwerken > Namen toegangspunten. ' Hier vind je een lijst met bestaande apn's. Je kunt er voor kiezen eentje te bewerken met de juiste instellingen, of via het menu een nieuwe aan te maken.
Via 'Snelle instellingen' kun je de instellingen bekijken en wijzigen vanaf elk scherm op je telefoon. Je kunt de instellingen die je vaak wijzigt, toevoegen aan of verplaatsen naar 'Snelle instellingen'.
Selecteer Bestand > Opties > werkbalk Snelle toegang.
Open Safari, navigeer bovenaan in het menu naar 'Safari' en klik op 'Voorkeuren'.2.Klik op het tabje 'Geavanceerd', zet onderaan een vinkje naast 'Toon Ontwikkel-menu in menubalk' en sluit het venster.
* De Alt-toets wordt bij Apple de Option-toets genoemd.
Het Dock op het bureaublad van de Mac is een handige plek om apps en voorzieningen die je dagelijks gebruikt binnen handbereik te houden. Denk bijvoorbeeld aan Launchpad en de prullenmand.
Kies op de Mac Apple-menu > 'Zet uit'.
Je opent het bedieningspaneel door omlaag te swipen vanuit de rechterbovenhoek van je scherm. Je sluit het bedieningspaneel door omhoog te swipen vanaf de onderkant van het scherm of door op het scherm te tikken.
Een bedieningspaneel is een plaat waarop mogelijk schakelaars, druk- of draaiknoppen, lampen, meters, displays en soms monitoren op gemonteerd zijn ter bediening en uitlezing op gemonteerd zijn. Met het paneel kan men een apparaat, toestel of complexe installatie in een gebouw of een fabriek bedienen.
Je kunt het bedieningspaneel aanpassen door meer regelaars en sneltoetsen toe te voegen voor allerlei apps, zoals Rekenmachine, Notities en Dictafoon. Tik in Instellingen op 'Bedieningspaneel'.naast een regelaar om regelaars toe te voegen of te verwijderen.
Zo kun je de toets F11 als toetscombinatie gebruiken om het bureaublad weer te geven of als systeemfunctie om het geluid van de computer zachter te zetten. + F11 drukken. -toets niet ingedrukt hoeft te houden. Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Toetsenbord' in de navigatiekolom.
Druk op Fn+F11 om het bureaublad te openen. Let op, hier gebruikt u de Control-toets niet. Geopende programma's schuiven naar de randen. Dubbelklik daarna bijvoorbeeld op een document op het bureaublad om het te openen.
Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op taakbalk & menu Start. Schakel op het tabblad taakbalkopties het selectievakje altijd op voorgrond in om het te selecteren en klik vervolgens op OK.
Houd de lege ruimte op de taakbalk ingedrukt of klik er met de rechtermuisknop op en selecteer vervolgens Taakbalkinstellingen. Schuif in de instellingen van detaakbalk naar de opties voor het aanpassen, het formaat, het kiezen van pictogrammen en nog veel meer.
De 'titelbalk van een computerprogramma is het gedeelte van het venster waarin de titel van het venster wordt weergegeven.
Je kunt je systeemgegevens bekijken en opschonen door naar linksboven te gaan > Over deze Mac > dan het tabblad 'Opslag' en klik op 'Beheer'.