IJs is erg bijzonder, omdat waterdeeltjes in het vaste ijs verder uit elkaar zitten dan in het vloeibare water. In een liter ijs zitten daardoor minder waterdeeltjes dan in een liter water. En dus weegt een liter ijs minder dan een liter water en drijft ijs op water.
Ijs neemt een groter volume in dan het water. IJs weegt dus lichter dan eenzelfde volume water. De verklaring hiervoor is dat als water bevriest, het water uitzet.
Water (en dus ook bier) zet immers uit als het bevriest. Dit wil zeggen dat het volume toeneemt, ook al blijft de massa hetzelfde. 1 liter vloeibaar water weegt 1 kilo.1 liter bevroren water weegt minder dan een kilo.
Als water bevriest, zet het uit. IJs heeft dus meer volume (het neemt meer ruimte in, maar heeft een lagere dichtheid) dan water. Vertel de kinderen dat dit een heel speciale eigenschap van water is.
Hoe kouder het ijs, hoe lichter het is. Zoals we al zagen, heeft water onder de 4 graden een steeds lager wordende soortelijke massa. Bij -2 graden weegt zuiver ijs ca. 0,92 kg per 1 liter, bij -10 ongeveer 0,85 kg per liter.
Een liter ijs weegt gemiddeld 560 gram. Dat betekent dat een kilo ijs zo'n 1,8 liter is.
In koud water zitten de watermoleculen dichter bij elkaar. Koud water heeft dus een grotere dichtheid. Dat betekent dat koud water meer weegt dan warm water. In warm water staan de watermoleculen verder uit elkaar.
Het smelten van zeeijs heeft geen invloed op de hoogte van de zeespiegel: drijvend zeeijs verplaatst net zoveel water als het eigen gewicht (wet van Archimedes). Als zeeijs smelt, wordt het verplaatste water vervangen door smeltwater.
Als water bevriest, lijken de veranderingen dramatisch, en toch blijft het soort materie hetzelfde - het is nog steeds water. Hoewel vloeibaar water en bevroren water verschillende namen en enkele verschillende eigenschappen hebben, blijft het soort materie hetzelfde, en voor een specifiek watermonster verandert het gewicht niet .
IJs neemt meer ruimte in dan water (omdat ijs uitzet). Wanneer ijs smelt, krimpt het en past het in een ruimte die gelijk is aan de hoeveelheid verplaatst water .
De eenheid voor dichtheid in het metrische stelsel is meestal kg/m³ (kilogram per kubieke meter). Voor water is de dichtheid bij benadering 1000 kg/m³. Dit betekent dat 1 liter water een massa heeft van ongeveer 1 kg.
Antwoorden (1) Precies hetzelfde mits in vacuüm. Een blok nasi in een bak zal echter wat omgevingsvocht meevriezen, welke bij ontdooien/verwarmen zal verdampen. Het bevroren gewicht zal in de praktijk dus iets hoger uitpakken als je het vergelijkt met de dampende massa op je bord.
Olie is lichter dan water, daarom drijft olie op water. Een ijsklontje blijft drijven op water, dan komt omdat ijs ook lichter is dan water. IJs is zelfs lichter dan olie, daarom drijft het ook op olie. Als het ijs smelt dan wordt het water.
Op Antarctica komt de dikste ijslaag ter wereld voor. In het centrum loopt deze op tot meer dan 4.000 meter, 4 kilometer dik dus! In Wilkes Land werd zelfs een ijsdikte van 4.776 meter geregistreerd.
Wat verstaan we onder 'vocht'?
Maar alleen de volgende voedingsmiddelen worden als vocht gerekend: Alle dranken (water, thee, koffie, melk, limonade, frisdrank, alcohol, etc.) Alle vloeibare voedingsmiddelen die u eet met een lepel (soep, pap, vla, yoghurt, appelmoes, compote en ijs)
IJs is erg bijzonder, omdat waterdeeltjes in het vaste ijs verder uit elkaar zitten dan in het vloeibare water. In een liter ijs zitten daardoor minder waterdeeltjes dan in een liter water. En dus weegt een liter ijs minder dan een liter water en drijft ijs op water.
Er zijn veel vloeistoffen die minder dicht zijn dan water. Veel kookoliën, alcohol, kerosine, benzine zijn voorbeelden. Hoe weten we dat? Ze 'drijven' allemaal op water.
IJs is lichter dan water omdat een bepaalde massa ijs meer ruimte inneemt dan dezelfde massa water. In ijs zitten watermoleculen dicht op elkaar gepakt vanwege de sterke binding tussen hen. Dit maakt ijs lichter dan water.
Het is niet waarschijnlijk, maar als al het ijs van Antarctica smelt, stijgt de zeespiegel 57 meter. Dat zet Nederland bijna volledig onder water. Lange tijd dachten wetenschappers dat dit onmogelijk was: de Zuidpool is onaantastbaar.
Bij vijf meter zeespiegelstijging zal het water van de rivieren hoger komen te liggen. Het getijde krijgt bovendien steeds meer invloed op de rivieren zoals in het zuidwesten, waar Nederland afhankelijk is van zoet irrigatiewater en drinkwater van de rivieren.
Dat kan je doen door ijs toe te voegen, met wat extra zout. Zout verlaagt het vriespunt van water, en dus ook het smeltpunt van ijs. Dat wil zeggen dat ijs niet smelt bij 0°C, maar bij een lagere temperatuur. Dat is ook de reden waarom we zout strooien in de winter: het ijs zal sneller smelten.
Hoewel water dichter en viskeuzer is als het koud is , zijn het in feite de effecten van koud water op uw lichaam die het zwemmen moeilijker maken. *Het zoutgehalte van zeewater, en dus de dichtheid, varieert per wereld.
De conclusie is duidelijk. Het lichaam van een dikker persoon zal minder snel afkoelen dan dat van een dunner persoon, zegt humaan bioloog Wouter van Marken Lichtenbelt, hoogleraar aan het Maastricht UMC en gespecialiseerd in thermoregulatie.
Stroop is het zwaarst, dan water en dan olie. De zwaarste vloeistof zit dus onderop en de lichtste vloeistof bovenop.